Guyana en zijn ambassadeur in Suriname, Keith George, blijken de ‘asociale houding’ van de Surinaamse politie niet zomaar aan een kant te laten en eisen een verklaring van het ministerie van Buitenlandse Zaken omtrent het hemdscheurincident. Daarbij waren twee politieagenten afgelopen week betrokken. Er zouden diplomatieke regels zijn geschonden op het terrein van de Guyanese ambassade. De Guyanese ambtgenoot van minister Winston Lackin verwacht dat van Surinaamse zijde de nodige maatregelen worden genomen, zodat de schending van internationale regels in de toekomst wordt voorkomen en dat de regering maatregelen treft tegen de twee wetsdienaren, die de regels van het Verdrag van Wenen zouden hebben geschonden. Uit diverse bronnen wordt vernomen dat door de Surinaamse regering alles aan gedaan wordt om een diplomatieke rel te voorkomen. Buitenlandse Zaken zou samen met andere hoge functionarissen van Surinaamse zijde een goed gesprek met de Guyanese diplomaat hebben gehad. Echter blijkt uit Guyanese berichten dat het buurland nog steeds wacht op het officiële rapport over het optreden van Suriname tegen de foutparkeerder, de twee politieagenten en de reden waarom de chauffeur van ambassadeur George gearresteerd moest worden. Volgens de kranten zou de Guyanese staf door het incident zijn getraumatiseerd en kan een bezoek van de waarnemende Guyanese director-general, Audrey Waddell, niet worden uitgesloten.
Ondertussen heeft politiechef Humphrey Tjin Liep Shie één van de twee agenten (N.P.) reeds op 1 april buiten functie gesteld. Deze agent was bij een opstootje op het terrein van de Guyanese ambassade aan de Henck Arronstraat betrokken. De Guyanese ambassadeur Keith George die bij de schermutseling betrokken was, hield een gescheurd hemd aan over. De agenten werden gewaarschuwd over een vechtpartij en waren ter plekke voor de ordehandhaving. Een autobestuurder zou zijn voertuig kennelijk verkeerd hebben geparkeerd, waardoor hij door de bewaker van de ambassade werd aangesproken. Er ontstond hierover een woordenwisseling, waarbij over en weer werden geslagen. De twee agenten hebben getracht de vechtersbazen, te weten de guard en de foutparkeerder, over te brengen naar het bureau voor verhoor. Tijdens hun optreden vergaten de agenten de regels die op het grondgebied van ambassades gelden. Ambassadeur George belette het politieoptreden en zei dat zijn medewerker de werkvloer niet mocht verlaten. Zij moesten alleen de overtreder meenemen. Er ontstond hierover een schermutseling tussen de ambassadeur en de agenten, waarbij zijn hemd werd gescheurd. De zaak kwam tot bedaren toen andere politie-eenheden en ambtenaren van Buitenlandse Zaken ter plekke arriveerden. Volgens verklaring van de ambassadeur was het juist zijn chauffeur die de twee vechtersbazen was gaan aanspreken. Jammer genoeg werd die volgens hem ook verbaal door de foutparkeerder aangevallen. Hij was toen genoodzaakt om de politie te bellen. Echter bleek de politie na arriveren niet op de hoogte te zijn van diplomatieke regels. De wetsdienaren zouden de ambassadeur voorgehouden hebben dat het om Surinaams grondgebied ging. George hield hen voor dat volgens het Verdrag van Wenen dit niet mogelijk was op het terrein van de ambassade en dit dan via het ministerie van Buitenlandse Zaken gedaan moest worden. Buza had kort na het incident de chef protocol en de onderdirecteur Geopolitieke Zaken van het ministerie erop afgestuurd.
FR
