Geen burgervader maar districtscommissaris

Er is de laatste tijd veel van doen rondom onze dc’s, vanwege hun betrokkenheid bij de verkiezingen. Dc’s zijn nagenoeg altijd door alle periodes heen politiek benoemd, het zijn bijna altijd politiek gelieerde personen. Tot daar aan toe is er niets mis als wij ervan uitgaan dat het gaat om mensen die betrokken en begaan zijn met de problematiek van het district, gezag kunnen afdwingen vanwege hun verleden en de capaciteit hebben intellectueel om wensen om te zetten in daden. Als men rond verkiezingen zetels begint te beloven aan hun partij en kiezers ronselt (onder bedreiging) dan wordt het wel problematisch, des te meer als men plotseling dc’s gaat vervangen. Dc’s hebben bij zwakke wetgeving behoefte aan wat bekend is aan zelfregulering, die ingegeven wordt vanuit een bepaalde optiek over waarden en normen die er wel is in Suriname. Surinaamse waarden in dit kader zijn onpartijdigheid, rechtvaardigheidsgevoel, rechtgeaardheid, betrouwbaarheid en eerlijkheid. Hoe verder wij van het centrum van Paramaribo gaan, hoe groter de kans zal zijn dat de burgerij haar verhouding tot de dc niet volledig begrijpt, vooral wanneer historisch er niet bijdetijdse percepties nog zijn overgedragen. Zo was de ‘mandjha’ in de Britsch-Indische immigratieperiode en ook decennia daarna een machtige figuur. Nu zijn de tijden veranderd. Er zijn algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaraan de dc is gebonden. Als hij zich daaraan niet houdt, zullen acties van de benadeelde burgerij de Staat veel geld kosten. Deze beginselen zijn zeer ruim en de basisregels voor het handelen van de dc. Een dc moet in staat zijn om deze beginselen zich eigen te maken. Voorts is er de Instructie Districtscommissaris uit 1990, waarin getracht is het handelen van de dc te omkaderen. In verschillende wettelijke regelingen zijn er specifieke bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de dc opgenomen, zoals in het onderhavige geval in de kieswetgeving (Kiesregeling, Kiesbesluit). De decentralisatiegedachte heeft getracht een andere moderne dc te realiseren, waarin de burgerparticipatie een belangrijke rol dient te krijgen via de burgerinspraak en –controle. De dc is nu geen vader maar een partner en zelfs een dienaar. De term burgervader is derhalve uit deze tijd. De dc is geen vader die vanuit een hoogte neerkijkt en zorgt voor zijn kinderen. Een dc mag een burger niet slaan, precies zoals een vader zijn kinderen niet mag mishandelen. In de koloniale periode waren de opvattingen anders. Wij hebben in Suriname te maken met tamelijk oude leiders, waarvan bovendien niet allemaal open voor leren en veranderen. De nieuwe rol van de dc is dat hij straks een eigen begroting beheert, eigen wetgeving maakt en eigen projecten uitvoert met zelf verdiend geld. Volgens de Kiesregeling wordt voor de verkiezing van de leden van DNA, rr en dr voor elk kiesdistrict een hoofdstembureau ingesteld. Het hoofdstembureau bestaat uit 5 leden, waarvan 1 voorzitter en 1 waarnemend voorzitter is. Het hoofdstembureau geldt als hoofdstembureau voor de vaststelling en samenstelling van de rr en dr. De voorzitter van het hoofdstembureau is volgens de wet de dc. Deze voorzitter wijst uit de leden een secretaris van het hoofdstembureau aan. De voorzitter zweert of belooft bij zijn installatie dat hij bij de uitoefening van zijn taak de bepalingen van de grondwet, de Kiesregeling en het Kiesbesluit nauwgezet in acht zal nemen en zich dienovereenkomstig zal gedragen. Expliciet is voorts gemeld dat de dc betrokken is voor het wederom aanbieden van oproepingskaarten van kiezers die dit zijn verloren. Voorts staat er ook dat de dc bij kiezers die bij volmacht te stemmen de volmachtverklaring ontvangt en dat ten overstaan van hem door de volmachtgever de verklaring wordt getekend. Door tussenkomst van de dc wordt voorts een afschrift van het proces-verbaal overhandigd aan de personen waaruit de verkiezing van hen als volksvertegenwoordigers blijkt. Dit afschrift strekt de gekozene tot geloofsbrief. Het OKB ziet toe op wat de dc doet. Op aanvraag van het OKB verstrekken de dc’s alle inlichtingen omtrent de organisatie van de werkzaamheden in verband met de uitreiking der oproepingskaarten aan het OKB, dat bevoegd is aanbevelingen ter zake te doen. Het OKB ziet toe dat door de betrokken dc de mogelijkheid wordt geschapen, dat de daartoe gerechtigde kiezers nog op de dag der stemming de oproepingskaarten kunnen afhalen. Het Hoofdstembureau oefent toezicht uit en geeft instructies aan de stembureaus in het district. De dc bepaalt de dag en uur van de zittingen van het hoofdstembureau. Indien bij de beslissingen van het hoofdstembureau de stemmen staken, heeft de dc de beslissende stem. Nadat processen-verbaal opgemaakt en getekend zijn, worden stembussen ten spoedigste onder begeleiding van de gewapende macht overgebracht naar het hoofdstembureau. De stembussen worden door de directeur van Biza geregistreerd, gewaarmerkt en aan de dc’s verstrekt. In de stemlokalen moet er communicatieapparatuur zijn, waardoor op gemakkelijke en snelle wijze het stembureau zich met het hoofdstembureau kan communiceren. Het is duidelijk dat de dc in het kader van de verkiezingen behoorlijk wat taken heeft. De vraag rijst hoe je omgaat met een dc die zegt ervoor zorg te zullen dragen dat zijn partij voor alle zetels in dat district in aanmerking komt. De vraag rijst of een dc nog vertrouwen zal genieten van de districtsbevolking als hij huis aan huis gaat om de kiezers te vragen om op 1 bepaalde partij te stemmen. De vraag rijst of een dc nog te vertrouwen is als hij een deel van zijn districtsbevolking tot politieke vijand maakt en hun op podia bespreekt. Verkiezingen zijn vanaf 1987 doorgaans eerlijk geweest, met als minpunt veel onbestelde oproepingskaarten. In de periode ervoor zou er zijn geknoeid. Het politieke haaigedrag van dc’s is verhevigd, wij hopen dat we niet teruggaan in de tijd. Laten de dc’s tot hun zinnen komen.

error: Kopiëren mag niet!