Indiërs en Filippijnen die via een contractor van Staatolie ten behoeve van het staatsbedrijf werken, hebben gisteren te horen gekregen dat hun contracten zijn verlopen en dat zij het appartement waarin zij vertoeven, moeten verlaten. Zij verbleven in het appartement dat verhuurd was door de contractor die hun naar Suriname had gebracht.
De werknemers geven aan Dagblad Suriname te kennen dat dit alles een bepaalde oorzaak heeft. Bij het ondertekenen van hun werkcontract werd met hen afgestemd dat zij een deel van het geld in Suriname uitbetaald zouden krijgen en een ander deel zou voor hen gestort worden in het land van herkomst. Na bijkans een jaar hebben deze werknemers gemerkt dat de contractor zich niet aan de afspraken heeft gehouden en een veel lager bedrag voor hen heeft gestort in het buitenland. De werknemers voelen zich gepakt en hebben toen het werk neergelegd. Ze eisen dat zaken gecorrigeerd worden. De contractor weigert zich te houden aan de gemaakte afspraken. Ook moest de contractor voor hun onderdak zorg dragen en hun verblijf in orde maken. Dat blijkt niet het geval te zijn geweest en blijken vele van deze werknemers thans illegaal te zijn. Ook probeert de werkgever hen uit het appartement te krijgen.
De politie van Flora geeft aan dat de werknemers in het appartement verbleven, maar na afloop van het contract het pand moeten verlaten. In verband hiermee was de politie woensdag bezig met een onderzoek. De sterke arm liet de groep oproepen. Na het verhoor, werden de mensen verwezen naar Arbeidsinspectie en omdat het om vreemdelingen gaat die gehaald zijn om hier te arbeiden, zijn ze ook naar het ministerie van Buitenlandse Zaken verwezen. Het betreft een arbeidsconflict. De contractanten moeten hun zaken in orde maken. De politie is ter plekke geweest om de werkgever aan te geven dat aan de mensen de ruimte moet worden gegeven om eventueel uit te kijken naar een ander onderdak.
