Door Belfort afgevoerde Raio’s winnen eerste slag

Minister van Justitie en Politie, Edward Belfort, liet bij schrijven van 22 juli 2014 drie Raio’s weten dat hij besloten had om hen niet voor te dragen voor benoeming tot plaatsvervangend lid van het Hof van Justitie en dat zij per direct ook werden afgevoerd van de Raio-opleiding. Deze Raio’s hebben sedert 2009 de opleiding gevolgd. De Raad voor Selectie en Opleiding ten behoeve van de Rechterlijk Macht (Raio Raad) had reeds op 1 februari 2014 aangegeven dat de opleidingstermijn van deze drie personen reeds was verstreken. Voorts is aan de minister medegedeeld dat in augustus en december 2013 andere personen zijn voorgedragen voor benoeming in plaats van de leden wiens termijn verstreken is. Doordat de minister de voorgedragen leden niet benoemt, kunnen er binnen de Raio Raad geen besluiten worden genomen en heeft de Raad besloten haar mandaat terug te geven.
In plaats van deze handeling te corrigeren, benoemde de minister een evaluatiecommissie en op advies van deze commissie en na de resultaten van een tweede milieu- en antecedentenonderzoek samen met een tweede psychologische test, werden deze kandidaten afgevoerd. De mededeling omtrent een tweede milieu- en antecedentenonderzoek en een tweede psychologische test deed de minister ook in de Nationale Assemblee. Daarbij werd hij evenwel erop geattendeerd dat hij onnodig mensen aan het criminaliseren was. De minister had evenwel geen oor voor deze wijze adviezen en ging toch zijn eigen weg op.
Hamvraag: Was de minister bevoegd?
Van de drie Raio’s, waaronder de levenspartner van VHP-voorzitter Chan Santokhi, zijn twee in kortgeding gegaan tegen dit besluit van de minister. De belangrijkste vraag die de kortgeding rechter moest beantwoorden, was of de minister (niet zijnde de rechterlijke macht of deel uitmakende van de rechterlijke macht, doch deel uitmakende van de uitvoerende macht) bevoegd was om een Raio uit het opleidingstraject te plaatsen? De advocaat van de minister verdedigde dit besluit door te stellen dat de Raio Raad haar mandaat had teruggegeven en de minister dus niet anders kon dan varen op het kompas van de evaluatiecommissie. De eisers hielden vol dat er geen wettelijke basis is waarop de minister zelfstandig een Raio kan ontheffen. De rechter boog zich ook over de vraag of de minister het advies van de Raad mag passeren en de genoemde personen niet benoemen? Uit het staatsbesluit blijkt niet dat de minister niet voorbij mag gaan aan het advies, maar bij beeindiging van de opleiding of schorsing van de Raio moet wel het advies van de Raad worden ingewonnen. Dit kon toen niet omdat de Raad haar mandaat had teruggegeven. Hierop kan de minister geen beroep doen, aangezien de minister zelf de Raio Raad installeert. Ook heeft de minister niet voldaan aan de motiveringsplicht en was het schrijven van 22 juli 2014 niet onderbouwd met geldige juridische argumenten.
Beslissing
De kortgedingrechter kwam tot de voorlopige voorziening dat de werking van het schrijven van 22 juli 2014 wordt opgeschort totdat het Hof van Justitie als Ambtenarengerecht daarover heeft geoordeeld. De Raio’s hebben de zaak ook voorgelegd aan het Ambtenarengerecht. De geeiste dwangsom van SRD 10.000 per dag werd niet toegewezen. Ook de eis tot toelating tot activiteiten van de Raio-opleiding werd niet toegekend. Het vonnis is wel uitvoerbaar bij voorraad.

error: Kopiëren mag niet!