De Stichting Auteursrechten Suriname (Sasur) is in het ongelijk gesteld door het Hof van Justitie. Het Hof besliste in hoger beroep dat de ingetrokken beschikking door de rechter in kort geding overeind blijft. Dit betekent dat Sasur nog steeds niet als bemiddelingsbureau voor het innen van auteursrechten mag optreden. Aanvankelijk zou het Hof op 16 mei een uitspraak doen in deze zaak. Doordat het nog niet zover was, werd besloten om de uitspraak naar 20 juni uit te stellen.
Advocaat Dwight Kraag van de Staat Suriname heeft eerder aangehaald dat de zaak terug moet naar de kantonrechter in bodemgeschil, omdat Sasur verzuimd heeft om een vonnis van de bodemrechter te vragen. Sasur op haar beurt haalde aan dat zij het vonnis van de kantonrechter niet nodig achtte. De rechter in kort geding moest volgens Sasur toch een beslissing hebben genomen met betrekking tot de tweede intrekking van de beschikking van Sasur. De rechter had in november vorig jaar besloten dat er op 21 maart 2014 vonnis gewezen moet worden in de zaak. Uiteindelijk mocht de Staat Suriname alsnog haar pleidooi houden. Dit, tot grote teleurstelling van de zijde van Sasur, die van mening was dat het Hof de staat opzettelijk wilde bevoordelen. Advocaat Edward Naarendorp van Sasur stelde dat zij voldaan had aan de voorwaarden als bedrijf. Er zou geen aanleiding aan de Staat gegeven zijn om de beschikking in te trekken. Sasur voerde aan dat ernstige schade wordt opgelopen door de intrekking van de uitvoeringsbeschikking. Sasur zag het belang van een bodemprocedure niet in, omdat deze jaren kon duren waardoor de schade nog groter zou zijn.
Naarendorp heeft eerder aan de krant verteld dat er een basisprincipe in het recht bestaat, dat aangeeft dat degene die belang heeft in een rechtszaak, de zaak aanhangig moet maken. De Staat Suriname is degene die toen belang bij had om het bodemgeschil in te stellen, maar heeft dit nagelaten. Daarom besloot Sasur om hoger beroep aan te tekenen.
FR