De echte Surinamer bestaat helaas nog niet

Toen koningin Máxima in 2007 meldde dat “de Nederlander” niet bestond bij de presentatie van een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in Nederland, vielen velen haar aan vanwege het ingenomen standpunt – veelal uit opportunistische overwegingen – omdat zij deze statement gewoon niet begrepen. Nederland gaat immers door voor een multicultureel land met diverse etnische groepen net als in Suriname. “Zou er dan een echte Surinamer bestaan?” Ik vind van niet, en zeker niet na de vele discussies betreffende de overheersing van de ene bevolkingsgroep door de andere zoals door strikt wetenschappelijk onderzoek is aangetoond. Bij het identificeren met bepaalde personen is het heel belangrijk dat de overheersende cultuur in een land grotendeels wordt geaccepteerd (en niet opgedrongen) vanwege een gezamenlijk doorleefd verleden. Men moet zich bijvoorbeeld verbonden voelen met het land, elkaar begrijpen en of de taal van elkaar spreken. Een gezamenlijke taal kan ook een bindmiddel zijn. In ons volkslied zijn er twee belangrijke strofen die aandacht verdienen: “Hoe wij hier ook samenkwamen; aan zijn grond zijn wij verpand”. Omdat de bevolking in ons land uit verschillende etnische groepen bestaat, kunnen we ook niet spreken van: “de Surinamer”. In Nederland komt vaak het misverstand voor dat in Suriname alleen maar “Negers” wonen. Dit gegeven heeft volgens mij aan de ene kant een racistische achtergrond en aan de andere kant betreft het onwetendheid. We hebben nog een te kort gezamenlijk doorleefd verleden. De ingrediënten voor “de Surinamer” zijn er helaas (nog) niet. De ene bevolkingsgroep helpt de andere naar vermogen vanuit de competenties die er ontwikkeld zijn in de loop der tijden. Met andere woorden wanneer bijvoorbeeld bevolkingsgroepen met een Aziatische achtergrond zich voornamelijk toeleggen op de landbouw en de Afrikaanse groepen zich meer op administratieve beroepen concentreren, dan dienen zij vanuit hun verantwoordelijkheid als goede burger elkaar tot steun te zijn. Het heeft volgens mij geen enkele (politieke) zin te vertellen hoe goed de ene bevolkingsgroep voor de andere is geweest, omdat het samenbouwen aan de toekomst van ons land tot ieders aansprakelijkheid gerekend moet worden. Dan word je ook niet zo gemakkelijk als groep tot underdog in een samenleving gemaakt wat door sommige politici om moverende redenen is bevorderd (radio-interview Jules Sedney, 2001), en waarvan soms door andere etnische groepen die bijvoorbeeld populisme voorstaan, misbruik van wordt gemaakt.
Etnische politiek
In de realiteit van de Surinaamse samenleving constateren wij vaak dat analisten, propagandisten en of politici misbruik maken van de prachtige veelzijdigheid om ons heen. Zij gebruiken de culturele identiteit van de bevolking om hokjes te creëren, en zodoende verdeeldheid te zaaien. Dezelfde verdeel- en heerscultuur zoals in de koloniale tijd! Racisten en populisten maken hier dankbaar gebruik van! Zij die discrimineren, racisme bevorderen en of vooroordelen hebben, zien in deze omstandigheden een belangrijke voedingsbodem voor ‘reïficatie’. De Creool ziet de Hindoestaan veelal gele erwten (daaleters) gebruiken en omgekeerd de Hindoestaan de Creool bruine bonen (bruine boneneters). Dat schept niet alleen afstand, maar soms ook vijandigheid: “ze zijn niet van mijn soort” of “ze eten niet wat ik eet”. Dit geldt uiteraard ook voor de dans en muziek. Het zal wellicht deze bestaansgrond hebben dat onze infrastructuur zo wordt gedomineerd door namen van veelal corrupte politici. Hoe wordt dan de eenheid bevorderd? Bij het bestuderen van de achtergronden van de politieke partijen in Suriname valt het mij op dat geen enkele partij een ideologische basis heeft noch minder adequate partij- en of verkiezingsprogramma’s. Men probeert vaak het verschil te maken door met modder te gooien naar elkaar. Deze tactiek heeft doorgaans tot gevolg dat er aan de lopende band wordt beledigd met abjecte en infame handelingen. Bepaalde politici praten hun achterban in de regel een angstcultuur aan waardoor de haat- en onlustgevoelen toenemen. Zo valt waar te nemen dat een Hindoestaanse politicus die de partijpolitieke belangen meer dan vijftig jaar heeft gedomineerd, zelf was getrouwd met een Creoolse vrouw en later één met een Moslim-achtergrond. De etnische politiek die deze figuur in het kader van verbroedering (angstneurose) propageerde, was alleen maar bedoeld om etnische politiek te bedrijven en de echte belangen van de achterban werden dikwijls genegeerd. Slechts een kleine groep van profiteurs werd in hun behoeften voorzien. Veelvuldig waren dat lieden die tot de eigen etnische en of religieuze kliek behoorden. Het moet in het licht van het vorenstaande duidelijk zijn dat niet elke persoon met een hoge academische scholing ook een intellectueel is. Intellectuelen worden over het algemeen beschouwd als hoeders en voortbrengers van de cultuur. Die personen zijn op een hand te tellen in ons land.
Durf tegendraads te gaan
Op 8 maart 2014 is het Internationale Vrouwendag. Het zou goed zijn om voor de verkiezingen van 2015 een bekwame en geschikte vrouw voor te dragen voor de functie van president van ons land. In de landen om ons heen zien we dat verschillende vrouwen dit hoge ambt al bekleden. Zelfs in het machtige Brazilië waar in juni 2014 het Wereldkampioenschap voetbal wordt gehouden! De mannelijke kandidaten die nu worden voorgesteld – sommigen vinden zichzelf bekwaam en geschikt omdat ze toevallig partijleider zijn – blijken geen bindende figuren die door de hele samenleving met groot ontzag en respect gedragen worden. Sommigen hebben zelfs een zeer besmet verleden! Omdat Suriname nog nooit een vrouwelijke president in haar historie heeft gehad, zou dit natuurlijk een unicum zijn. Door traditioneel denkende Surinaamse macho’s wordt heel vaak lacherig gedaan wanneer men met dit soort adviezen komt, omdat de bestaande mannelijke netwerken en of structuren die decennialang bestaan om corruptie, nepotisme en of patronage mogelijk te maken wellicht om zeep worden geholpen. Zonder enige fatsoen of schaamte zien we nu hoe ouderen worden benadeeld door het terugdraaien van staatsbesluiten, en vrouwen (soms ook jongeren) te weinig worden betrokken bij het bestuur van het land. Over de andere wantoestanden zwijg ik maar! Een Surinamer hoeft niet alleen maar een man te zijn maar een capabele en integere vrouw die bekwaam en geschikt is om ons land te besturen. Het is ronduit schandalig dat vooral mannen – menigmaal met een crimineel en of onzuiver verleden – gekozen worden om leiding te geven aan ons land. Is onze bevolking werkelijk zo eerloos dat we een persoon uit een andere sekse geen enkele kans geven om president te worden? Wellicht zouden wij bij een vrouwelijke president meer respect opbrengen, en zou zij voor het zo verdeelde land een bindmiddel zijn. De huidige president durft niet eens onze landsgrenzen te verdedigen terwijl hij een militaire achtergrond heeft. Hij verzint allerlei drogredenen om zulks niet te doen. Met het staatshoofd van het betwiste gebied reist hij zelfs de hele wereld rond. Wellicht weet een vrouwelijke president – als echte Surinamer – meer moed en durf op te brengen!
Robby Roeplall

error: Kopiëren mag niet!