‘Als men niet weet van waar de geruchten komen, laat men dan een onderzoek instellen’, stelt Jennifer van Dijk- Silos, voorzitter van het Onafhankelijk Kiesbureau op de vraag wat haar reactie is op de geruchten die de ronde doen dat zij de president zou hebben ingefluisterd dat de Amerikaanse ambassadeur, Jay Anania, probeert te interveniëren in interne aangelegenheden van Suriname. ‘Ik ben heel transparant, als geruchten de ronde doen dat ik de president heb ingefluisterd dan is het een pure leugen, zelfs een gore leugen’, geeft ze verder aan. Anania heeft volgens de OKB-voorzitter geen woord gerept over de huidige overheid, een andere president of het willen stopzetten van de verkiezingen van 2015. Hij wilde zich alleen laten informeren over de verkiezingen, hoe dat in elkaar zit en wat de werkzaamheden zijn van het OKB. Ze is van mening dat ze niets te verbergen heeft en dat Anania ook mag weten hoe zij haar werk doet. Toen zij de uitspraken van de president hoorde, had zij in eerste instantie het vermoeden dat mogelijk minister Moestadja wat zou hebben gezegd, omdat de ambassadeur ook bij hem op bezoek was geweest, maar logisch denkend kan dat nooit het geval zijn geweest, want een ambassadeur zal het niet in zijn hoofd halen om dit soort zaken met een minister van de overheid te bespreken. Vanwege de uitspraak is zij ook gevraagd geworden door de president wat er eigenlijk tijdens het bezoek is gezegd. ‘Geen onvertogen woord’, gaf zij als antwoord.
Ernstig en zeer pijnlijk
Van Dijk- Silos vindt het ernstig en zeer pijnlijk dat zij daarvan wordt beschuldig, want zij is niet een type die rent naar wie dan ook om dingen te vertellen. ‘Ik ben het Onafhankelijk Kiesbureau en zelf ben ik ook een vrij onafhankelijke persoonlijkheid’, benadrukt ze stellig. Ze schaart zich niet achter een president, minister of welke politieke partij dan ook. Mensen moeten gaan accepteren dat het OKB onafhankelijk is en dat er per toeval ook iemand daar zit die onafhankelijk is. Men moet gaan vertrouwen in de onafhankelijkheid van dat instituut. ‘Als men vertrouwen had in dit instituut, dan had men nooit zulke geruchten de wereld in geholpen.’ Ze geeft verder aan dat ze geen konkelaar is. Ze stoort zich ook erg eraan dat ene Jan Gajentaan via een ander bekend medium aangeeft dat zij de president ingefluisterd zou hebben. Zij is van mening dat deze politieke analist dingen suggereert die nergens op slaan. Als zij het werkelijk gezegd zou hebben, dan zou de president, gelet op het gezag, met naam en toenaam hebben aangegeven dat hij de informatie van het OKB heeft. Ze wordt ook boos op figuren die veilig in Nederland zitten en uitspraken doen. Zij hebben geen weet van de gevolgen die hun uitspraken teweegbrengen in ons land. Ze wordt er ook misselijk van om te vernemen dat Surinamers dat ook toelaten. ‘We zijn in onze mind nog niet geëmancipeerd. Volgens haar wordt het tijd dat Surinamers hun mind gaan dekoloniseren.’
Genaro Alpin
