Buza-minister Lackin: ‘We gaan weer de beste padiesoorten produceren’

Buza-minister Lackin‘We gaan weer de beste padiesoorten produceren’, zegt minister Winston Lackin van Buitenlandse Zaken. Hij gaat in op de investeringen die gepleegd zullen worden in het zaaizaadbedrijf van de Stichting Machinale Landbouw Suriname (SML). De financiële middelen die geïnvesteerd zullen worden, komen uit de lening die is voortgevloeid uit de Petrocaribe-deal die Suriname indertijd heeft gesloten met Venezuela. De minister gelooft geenszins dat investeren in de SML inhoudt, het plegen van investeringen in een dood bedrijf. Hij vertaalt het juist als het plegen van investeringen voor het produceren van kwalitatief goed plantmateriaal. Dit plantmateriaal zal niet slechts in Nickerie, maar landelijk gebruikt worden voor het produceren van rijst.
De Buza-bewindsman memoreert dat de SML in de jaren ‘80, de piekperiode, alom bekend stond om haar beste padiesoorten. Het streven is erop gericht om het zaaizaadbedrijf weer naar deze hoogte te tillen. Volgens Lackin moet niet uit het oog verloren worden dat Suriname zeker 30 % van de Jamaicaanse bevolking moet voorzien van rijst. Investeren in het aanmaken van kwalitatief goed plantmateriaal is voor hem een duurzame investering. ‘Wanneer je geld op deze wijze investeert, is het nooit verloren geld.’
Lackin benadrukt dat Suriname aanvankelijk een agrarisch land was. Er zullen investeringen gepleegd worden in de productie van citrus en aloe vera. Het streven is er eveneens op gericht om de kleine en middelgrote agrarische bedrijven een financiële injectie te geven en tegelijkertijd exportmarkten te zoeken. Volgens de Buza-bewindman is al een structuur in het leven geroepen om het geleende bedrag af te lossen. Indien alles naar wens verloopt, zonder al te veel oponthoud, zal het geleende bedrag voornamelijk afgelost kunnen worden uit de citrus- en aloe vera-productie. Er zijn al twee lokale banken aangewezen voor de terugbetaalprocedure.
Rijstverwerker en exporteur George Pahlad betitelt de investering voor het produceren van het beste zaaizaad, als heel goed. ‘Dan hebben we betere kwaliteit zaaizaad.’ Hij benadrukt dat het produceren van zaaizaad een ‘on going’ proces is. ‘Je moet blijven doorgaan met het produceren van beter zaaizaad.’ Pahlad vindt dat hierbij goed management van belang is.
Carlo Soemotinojo, voorzitter van de raad van bestuur van de SML, weet dat een bedrag van 12.5 miljoen USD, verkregen uit de lening met de Petrocaribe-deal, bedoeld is voor de herstart van SML. Dit bedrag zal aan verschillende projecten besteed worden. Hiervan is 3.5 miljoen USD opzij gezet voor het ‘adopteren van de rijstverbouwers’ middels padieopkoop en het verder begeleiden van de rijstboeren. Voor het produceren van beter zaaizaad worden er nog studies gemaakt voor het vervaardigen van een projectdossier. ‘Ik weet niet of men al klaar is daarmee.’
De voorzitter van de Surinaamse Padieboeren Associatie (SPBA), Harrynannan Oemraw, vindt dat er nieuwe rassen gekweekt moeten worden. Dat kan op zijn minst 5 jaren in beslag nemen. Hij herinnert zich nog de tijd toen de SML nog volop draaide en er om de 5 tot 6 jaren zeker 2 tot 3 nieuwe rassen werden geteeld. Maar na het faillissement van de SML is er geen sprake meer hiervan. ‘We hebben zeker 15 jaren lang geen nieuwe rassen geplant’, verduidelijkt Oemraw.
‘We planten nu oude gemengde rassen. En dat is niet goed, de rassen zijn verouderd en kunnen geen weerstand bieden aan de weersomstandigheden.’ Volgens Oemraw zou in feite na elk seizoen zuivering van de rassen moeten plaatsvinden, maar dat gebeurt ook niet. ‘We planten alle soorten rassen door elkaar en dat is niet goed. Wil je goede productie, dan moet je één ras planten en geen gemengd ras. Het planten van gemengde rassen heeft als gevolg dat de aanplant meer vatbaar is voor ziektes en plagen.’ Als voorbeeld haalt hij aan buurland Guyana dat zeker 7 tot 8 veredelaars telt. Deze buigen zich altijd over het kweken van een kwalitatief goed ras. ‘In Suriname hebben we maar één veredelaar en die is Adron. Of ze deskundig genoeg zijn, dat laat ik in het midden, maar feit is dat we nieuwe rassen moeten hebben indien we goede productie willen.’ Het is Oemraw bekend dat de middelen uit de Petrocaribe-deal geïnvesteerd zullen worden in de SML. Hij vindt het een goede ontwikkeling maar legt er de nadruk op dat er nieuwe rassen gekweekt moeten worden. ‘Anders is het water naar zee dragen.’ Hij oppert voor het binnenhalen van buitenlandse rassen naar Suriname. ‘Maar dat is peperduur.’ Oemraw vindt het problematisch dat Suriname 30% van de Jamaicaanse bevolking moet voorzien van rijst. Het betreft namelijk 30.000 metrieke ton padie. Pas na injecties en goede ontwikkelingen zullen rijstboeren in staat zijn deze hoeveelheid te produceren. Volgens de huidige situatie is zeker 38 % van de aanplant aangetast door de bibiet-vlieg. Gemiddeld wordt 4 ton per hectare geoogst. Of dat nog steeds het geval zal zijn bij de komende oogst, wordt door Oemraw betwijfeld. De lokale markt verbruikt bijkans 9.000 hectare padie. Uit de totale inzaai van ruim 26.000 hectare, blijft slechts 17.000 hectare over voor de export. ‘Ik betwijfel of we in staat zijn om de hoeveelheid van 30.000 metrieke ton te halen. Of dan moeten we zodanige injecties krijgen dat de opbrengsten vermeerderd worden. Op zich is het een goede ontwikkeling dat er een exportmarkt opengesteld is voor ons, maar de voorwaarden moeten ook aanwezig zijn, zodat we in staat zijn om die hoeveelheid te halen. Anders is het jammer, heel jammer’, aldus Oemraw.
Asha Gajadien-Bhagwat

error: Kopiëren mag niet!