Vertraagde invulling verdragsverplichting door indiening concept Anticorruptiewet

De lang aangekondigde kruistocht tegen corruptie van president Bouterse schijnt een aanvang te nemen met de indiening van het concept van de Anticorruptiewet. Deze wet is een verdragsverplichting van het Inter-Amerikaans Verdrag ter bestrijding van corruptie (de IACAC). De eerste versie die door de ex-minister van Juspol was ingediend, had een jaarlijkse aangifteplicht voor alle hoge en lage staatsfunctionarissen, dus inclusief de president, vicepresident, ministers, parlementariërs, directeuren, onderdirecteuren, rechters, de procureur-generaal, advocaat-generaals, (hoofd)officieren van justitie, politietop en douane. Dit wordt uitdrukkelijk vereist in het Inter-Amerikaanse Verdrag ter bestrijding van corruptie. Deze aangifteplicht hield in dat men jaarlijks bij een autoriteit een aangifte moest doen over het persoonlijk vermogen. Partners en kinderen moesten deze aangifte ook doen. Bij een onverwachte piek in het vermogen zou het vermogen dubieus zijn en aanleiding geven voor een diepgaand onderzoek.
Met de ratificatie van de ‘Inter-American Convention against Corruption’ heeft Suriname zich in het jaar 2003 gecommitteerd om al hetgeen binnen haar wettelijk kader te doen om corruptieve handelingen van en naar publieke functionarissen te voorkomen, identificeren, straffen en te elimineren. Om te kunnen voldoen aan de verdragsverplichting moet het corruptiepreventiebeleid gecoördineerd worden door het ministerie van Justitie en Politie. Dit beleid heeft sedert 2006 zijn grondslag gevonden in het Beleidsplan 2006 – 2010, waarvan de implementatie van het 3-jarig projectdocument ‘Support for Implementing the Policy Plan for Protection of Legal Rights and Safety- Legal Protection and Human Rights, and Anti-Corruption’ een voortvloeisel was. De vorderingen inzake de implementatie van het verdrag moeten gerapporteerd worden aan de Mesisic (Mechanism for Follow-up on the Implementation of the Inter-American Convention against Corruption). De Mesisic is een monitorings -, sturings- en evaluatieorgaan van de OAS, dat in het leven is geroepen op 29 juni 2007 om de implementatie van de Inter-American Conventie tegen Corruptie in de lidlanden te monitoren en al zodoende de onderlinge cohesie van de lidlanden te ondersteunen. Jaarlijks komt de Mesisic in de maanden maart en september bijeen voor de evaluatieronde per lidland, dat dan aan de beurt is. Conform de aanbevelingen van de Mesisic tijdens de eerste en de tweede review van Suriname’s landenrapport is er een actieplan inhoudende aanbevelingen op het niveau van de wetgevings-, de administratief uitvoerende -, rechterlijke – en beleidsaanpak opgemaakt door mr. R. Alladin, die als consultant was aangetrokken. Suriname heeft thans de taak om de aanbevelingen hierin gedaan, te implementeren, waarvan er tot op heden echter niets is terechtgekomen.
Derde evaluatieronde
Bij de derde evaluatieronde van Suriname in september 2011 moest door de legal expert van Suriname, mw.mr. Ch. Algoe, en de consultant Alladin uitleg worden gegeven waarom de aanbevelingen niet waren uitgevoerd door Suriname. Zij hadden een harde noot te kraken, omdat er weinig steekhoudende argumenten aangedragen kunnen worden waarom een wetgeving na 10 jaar nog steeds niet behandeld en aangenomen is door het parlement. Inmiddels staat de volgende evaluatieronde van de Mesisic weer voor de deur. Er is bij de meeting van september 2011 overeenstemming bereikt om over te gaan tot on-site visits, waarbij een team bestaande uit 2 landen een lidland bezoekt en de voorrapportage controleert. Hierover is een methodologie afgestemd. Het team zal Suriname rond april dit jaar bezoeken.
Het OAS-verdrag heeft een aantal richtlijnen opgesteld voor de naleving van de Inter-Amerikaanse Conventie tegen Corruptie (IACAC). Deze richtlijnen geven aan wat er minimaal in de nationale wetgeving moet zijn opgenomen ter uitvoering van IACAC, zoals richtlijnen voor preventieve maatregelen (art 3 IACAC) waaronder codes of conduct instellen, registratie/melding van bezittingen, inkomsten en schulden van personen in publieke functies, systemen bij overheidsaanbestedingen, procedures bij het aanstellen van overheidspersoneel, bescherming van klokkenluiders en getuigen.
Manco’s in de conceptwet
In het concept zien wij dat de registratieplicht wel is opgenomen, maar alleen ten aanzien van de politieke functionaris. Hij kan dus rustig de niet te verantwoorden inkomsten afschuiven op de rekeningen van zijn/haar wederhelft. Ook zijn er geen pogingen ondernomen om niet te verantwoorden inkomsten te verhullen in stichtingen, te verbieden. Bij het aantreden in een politieke functie moet men verplicht zijn bezittingen aanmelden. Er is niets gezegd betreffende het moment van verlaten van de functie. Het ligt juist in de bedoeling om een tweede meetmoment te hebben. Waarmee is men gestart in die functie en wat heeft men op het eind. Een verantwoorde inkomenstoename is normaal, maar excessieve groei moet verklaard worden.
Een ander manco is dat nalaten te rapporteren gestraft wordt met een boete van de derde categorie, dat is maximaal SRD 1000, maar een foute opgave wordt afgestraft met een gevangenisstraf van 4 jaar en een geldboete van de zesde categorie maximaal SRD 1000.000. Het is dus lucratiever om helemaal geen verklaring af te geven. Vooral als die verklaring ingeleverd moet worden tot 3 maanden na de benoeming of aanstelling. De benoeming of aanstelling is dus niet afhankelijk van de verklaring en ook wordt dit niet afgestraft met een bijkomende straf van ontzetting uit de functie. De aangifteplicht is er ook uit gehaald en hiermee is de Anticorruptiewet nu al uitgehold. Ook ontbreekt de bescherming van de klokkenluider. Indien iemand een corruptieve handeling bemerkt en deze wenst aan te geven, wordt hij/zij op geen enkele wijze beschermd. Dit is net als de aanname van een Anticorruptiewet een herhaalde aanbeveling van de Mesisic aan Suriname.
‘Het is van algemene bekendheid dat corruptie in verdergaande mate en op structurele wijze ingrijpt in haast alle delen van onze samenleving. De groeiende corruptie heeft zich op zodanige wijze ingeworteld in de samenleving dat het remmend werkt op de nationale ontwikkeling. Deze zorgwekkende trend geeft meer dan voldoende aan dat effectieve bestrijding van corruptie, waaronder ook het preventieve optreden tegen dit fenomeen, in deze tijd eerder gebiedend is dan gewenst’, stelt de memorie van toelichting op deze conceptwet. Men pretendeert met deze wet invulling te geven aan de internationale conventies, helaas is dat niet zo.

error: Kopiëren mag niet!