Enkele karakteristieken van Surinamers die voortvloeien uit de koloniale tijd

1.Werken
Werken in baas zijn tijd is een aangeleerde attitude die diep geworteld zit. We zien vaak dat vooral ambtenaren onder diensttijd even naar de markt gaan, boodschappen doen, op het werk groenten snijden om straks thuis te koken enz. Veel Surinamers willen nog steeds liever bij de overheid werken. Wat een werklust zou je denken, maar neen, men wil bij de overheid juist om niet te werken en te genieten van de “vrijheid”. De gedachte “winti wai, lanti pai” houdt in dat men de overheid ziet als iets van een ander en je moet zo veel mogelijk ervan profiteren.

2.Etnische negativiteit

Men heeft geleerd dat de ander minder waard is en zeker als je van een andere cultuur bent, ben je beneden het niveau van de ander. Dat is zo aangeleerd, omdat de koloniale overheerser zichzelf als superioriteit zag en de ander als minder. Zowel de koloniale overheerser als de Surinaamse handlangers hebben de groepen uit elkaar gehouden om eigen macht te consolideren. Zo kijkt men nog steeds neer op de ander.
3.Krabbenmentaliteit
Vaak horen we zeggen, dat wij Surinamers een krabbenmentaliteit hebben. Daarmee wordt bedoeld, dat we elkaar tegenwerken en geen vooruitgang wensen voor de ander. Dit komt omdat we nooit geleerd hebben om zichzelf bovenop te werken en waarbij er geen ondersteuning kwam van de kolonisator. De ander wilde jou gebruiken als werkpaard dat alleen maar moest werken voor de baas en nooit op eigen benen moest staan. Die attitude uit zich nu in de krabbenmentaliteit en er komt nog een schepje bovenop, namelijk dat de persoon uit de andere cultuur jou nooit mag vooruitstreven.
4. Milieu
We gaan heel slordig om met ons milieu. Dat komt omdat we nooit geleerd hebben dat datgene wat we hebben van ons is. We hebben juist geleerd dat de overheid, lanti, is en dus van de ander.
5. Eigen identiteit
We schamen ons vaak voor eigen dingen, omdat we geleerd hebben, dat datgene wat je hebt, minderwaardig is en dat je iets anders moet nastreven. Vanaf het onderwijs leren we andere realiteiten waarderen. We schamen ons voor onze eigen geschiedenis op te komen en te zeggen wie je bent en wat je bent en hoe het gekomen is dat je zo bent. We schuilen nog te veel in het masker van de ander.
6. Voorbeeldig gedrag
We verwachten dat mensen in hoge functies voorbeeld moeten geven. Dat is grootste onzin, omdat elke burger een voorbeeld moet zijn voor de ander. Ook de arme en minder geschoolde moet voorbeeldig zijn. Dat wil zeggen de ander op een positieve manier tegemoet treden. Het is juist zo in Suriname, dat de hoog geschoolde en de rijke eerder agressief en onvriendelijk zijn.
Hoe komt het dat bijvoorbeeld politieambtenaren die zo lang een training hebben gevolgd over handelingscapaciteiten, heel directief en onaangepast communiceren met de burger alsof de burger een hond is?
7. Omkoperij, patronage, corruptie
Deze patronen komen nog steeds veel voor, waarbij de een de ander laat werken voor eigen belang. Het probleem is dat mensen zich lenen voor die handeling. Men is zo blij als men iets krijgt.
8. Surinamers hebben een tik overgehouden van dingen krijgen
Nog steeds zien we, dat mensen in de rij staan om, bijvoorbeeld, pakketten te krijgen. In de maand december zijn er zeker wel duizenden pakketten uitgedeeld door de overheid, Leger des Heils, particuliere instellingen etc. Ook ambtenaren zijn blij als ze een pakket krijgen met bruine bonen, sardien, een kerstbrood en een stuk kaas. De gever is blij mee, omdat zo veel mensen dankbaar zijn en hun afhankelijkheid tonen. Deze mentaliteit is overgenomen uit de koloniale periode en we zien zelfs dat georganiseerd gebedeld wordt, ook door de overheid. Onze overheid is zelfs een bedelactie gestart om samen met andere landen van Caricom te gaan buigen voor de ex kolonisator. Die onderdanigheid die toen geleerd is bepaalt voor een groot deel ons gedrag.
9. De bazige, autoritaire houding
Surinamers, zelfs met een goede HRM-opleiding, gaan vaak zeer onpersoonlijk en autoritair met elkaar om. Deze attitude is ook aangeleerd uit de koloniale relatie tussen arbeider en de baas. In dagelijkse omgangsvormen zoals onderwijs en opvoeding thuis zien we continu die onwenselijke houding.
Drs. B.Premchand
(Verwerkt in het boek: ‘2013 jubileumjaar , maar… hoe verder’.)

error: Kopiëren mag niet!