Naar aanleiding van het artikel onder de kop “Tekort aan rechters”, verschenen in Dagblad Suriname van donderdag 28 november 2013 onder de rubriek “Vrije Tribune” op pagina 6 en geschreven door een zekere Rebien, heb ik gemeend hierop een reactie te formuleren, daar de schrijver ten onrechte en ten zeerste ongefundeerd en kennelijk zonder enige onderzoek te verrichten naar de ware feiten en omstandigheden advocaten een brevet van ongeschiktheid meent te kunnen toewuiven en hiermede tracht om de samenleving op een dwaalspoor te zetten.
Ten eerste is het zowel bij het Hof van Justitie, als binnen de Orde van Advocaten geen discussiepunt dat er wel degelijk sprake is van een tekort aan rechters, hetgeen overigens diverse malen onder de aandacht van de opeenvolgende regeringen is gebracht en nog steeds wordt gebracht. Indachtig moet verder worden gehouden dat het gaat om 15 rechters op een inwonerstal van circa 541.638 in Suriname. Uiteraard betekent zulks niet automatisch dat elke inwoner een zaak zou willen aanspannen, maar hiermede zou toch wel degelijk rekening gehouden moeten worden, alsook het feit dat er per persoon of organisatie weleens meerdere rechtszaken tegelijkertijd behandeld worden en eveneens zaken betreffende de rechtshulpverzoeken van de bevriende naties conform de geratificeerde verdragen.
Ten tweede wordt elke zaak door de advocaat zorgvuldig bekeken en wordt allereerst de weg van een minnelijke schikking bewandeld, met in achtneming van het belang van zijn/haar client. Het is vaak genoeg de halsstarrige houding van partijen, die ertoe noden dat de zaak aan de rechter wordt voorgelegd. Immers het is de advocaat verboden om tegen de uitdrukkelijke wil van zijn/haar cliënt te handelen.
Ten onrechte wordt verder aangegeven dat advocaten hun werk niet naar behoren doen c.q. ondeskundig te werk gaan en dat het “werk” door het kantongerecht (in Suriname is er geen sprake van rechtbanken) wordt gedaan. Elke advocaat is zich bewust van zijn/haar verantwoordelijkheid en handelt dienovereenkomstig indachtig het belang van zijn/haar cliënt en met de nodige deskundigheid. Indien de cliënt van oordeel is dat zijn/haar gekozen advocaat niet conform de regelen handelt, is hij/zij gerechtigd de advocaat te bedanken en/of indien dit noodzakelijk zou blijken terzake een klacht bij de deken van de Orde van Advocaten in te dienen.
Ik spoed mij hierbij gelijk om ook nog te vermelden dat het uit de praktijkervaring is gebleken dat cliënten c.q. potentiële cliënten zich vaak genoeg zijdelings laten bijstaan door niet – juristen, nog studerende juristen, i.i.g. personen met enige kennis van het recht en zelfs zover gaan dat zij hun verzoekschriften door deze personen laten voorbereiden en/of toe te staan dat zij voor hen procederen. Allicht worden door deze zaken het kantongerecht met zijn tekort aan rechters onnodig belast, omdat door deze personen, die onbekend zijn met de nodige procedures terzake de rechters noodzaken het “werk” voor ze te doen. Overigens zijn er klachten tegen deze “pseudo-advocaten” ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten, doch heeft de deken in deze geen bevoegheid om tegen deze personen op te treden, omdat ze immers geen advocaten zijn, niet gebonden zijn aan de ereregelen van de advocatuur en derhalve ook niet vallen onder het advocatentuchtrecht. Het ligt aan de client zelf om een bewuste keuze te maken om zich in rechte te laten vertegenwoordigen door de terzake juiste deskundigen.
Indien clienten niet in staat zijn de kosten van rechtsbijstand te dragen, die door de advocaat in rekening worden gebracht, staat het deze clienten vrij om vooraf een verzoek tot kosteloze rechtsbijstandsverlening in te dienen bij het Bureau Rechtszorg van het ministerie van Justitie en Politie, welke gevestigd is aan de Gonggrijpstraat no. 3, te Paramaribo. Komt de client hiervoor in aanmerking, wordt aan hem/haar een advocaat toegewezen voor de verlening van de kosteloze rechtsbijstand.
Het doet me verder goed aan te geven dat ik blij ben dat de geachte schrijver het niet voor het zeggen heeft, want allicht zou met hetgeen hij voorstelt het geheel burgerlijkprocesrecht illusoir worden gemaakt en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering terzijde moeten worden gesteld.
Het behoeft verder dan ook geen betoog dat instructies gegeven door de advocaat niet, althans nauwelijks worden opgevolgd met alle nadelige gevolgen van dien, indien de cliënten daarnaast ook nog eens willen meevaren op het compas van deze “pseudo-advocaten” en de afspraken gemaakt tussen de client en zijn/haar advocaat doorkruisen of onaangekondigd wijzigen ter terechtzitting. De relatie tussen de client en advocaat is gebaseerd op vertrouwen en indien dit vertrouwen niet aanwezig is, dient de relatie beëindigd te worden.
Ten aanzien van het strafrechtelijk pleidooi dat de geachte schrijver in zijn artikel voert, wil ik zeer kort zijn. Het zou goed zijn als de schrijver eerst ons strafrechtelijk systeem gedegen bestudeert, eer hij hierop ingaat. Voorts kan ik hem uit mijn eigen strafpraktijk meegeven dat hoewel de cliënten uitdrukkelijk gewezen werden op de mogelijkheid tot het indienen van een schadevergoedingsactie, zij zelf om hun moverende redenen hiervan hebben afgezien. Het is niet de taak noch bevoegdheid van de advocaat om zijn/haar cliënt te dwingen iets te doen. De gevallen, waarbij er wel schadevergoedingsacties zijn ingediend, kunnen ook bij het kantongerecht worden nagetrokken.
Het staat elke burger c.q. inwoner van het land vrij zich op de juiste en deskundige wijze te laten informeren over procedures met betrekking tot het recht. Elke advocaat staat hiervoor open, alsmede het Bureau Rechtszorg. Het is de keuze van de cliënten zelf door wie zij zich laten bijstaan in rechte en kunnen zij met hun bewuste keuze een bijdrage leveren tot de instandhouding van een degelijke en deugdelijke rechtspleging c.q. rechtsbedeling.
Namens het bestuur van de Orde van Advocaten
Mr. L.T. Patterson
Vicedeken