Samen 28½ jaar straf geëist tegen mensenhandelaars

De openbare aanklager, Gracia Paragsing, presenteerde haar strafvoorstel in de mensenhandelszaak, waarin 8 verdachten terecht staan. Zij eiste tegen het echtpaar Birdjoe en Nirmala S., gehuwd K., elk een gevangenisstraf van 8 jaar met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Uit het bewijs van het Openbaar Ministerie (OM) blijkt dat Nirmala, meer bekend als Reshma, tenminste 3 tot 4 meisjes seksueel heeft geëxploiteerd. Zij bood de minderjarige meisjes onderdak aan, met het doel hen in te zetten voor prostitutie. Drie slachtoffers hebben heel gedetailleerd verklaard hoe alles te werk ging. De slachtoffers werden tegen hun wil meegenomen door mannen met wie zij seks hebben gehad tegen betaling.
In het begin ging Reshma mee om de meiden te ontkleden om de daad te voltooien. Naast de straf moet elk van de daders een boete van SRD 12.000 voldoen. Bij niet betalen moeten zij dan 10 maanden extra straf uitzitten. De vervolging nam de verklaring van de echtgenoot van Reshma mee als bewijsmateriaal. Bierdjoe verklaarde bij de politie dat indien hij eerder had opgetreden tegen zijn vrouw, dit hem nooit zou zijn overkomen. Hij was op de hoogte van het reilen en zeilen. Uit deze verklaring blijkt dat Reshma een escortbedrijfje had opgezet, waarbij minderjarigen werden ingezet. De 2 vrouwelijke verdachten, Shakira J. en Nalini A., hebben het echtpaar steeds geholpen. Uit de verklaring van de slachtoffers blijkt dat Shakira in opdracht van Reshma meeging naar de hotels. Zij zag erop toe dat de mannen seks met hun konden bedrijven. Nalini hielp mee. Tegen Shakira eiste Paragsing een celstraf van 2 jaar en 6 maanden met aftrek en tegen Nalini 2 jaar met aftrek.
De rest zijn de verdachten worden verweten dat zij vleselijke gemeenschap hebben gehad met een minderjarige. Soerishkoemar R. en William D. riskeren elk 4 jaar. De officier van justitie achtte het bewijs tegen het tweetal wettig en overtuigend bewezen en wel dat zij met tenminste 2 minderjarige slachtoffers vleselijke gemeenschap hebben gehad. Soerishkoemar bekende het feit, terwijl William steevast ontkende. William was in een vroeg stadium in vrijheid gesteld door de rechter-commissaris (rc). De vervolging heeft nu gevangenneming gelast van William. Zij worden net als de anderen deelname aan een organisatie van mensenhandel verweten. Dit feit en het hebben van seks met minderjarige achtte het OM wettig en overtuigend bewezen.
De verdachte Aswienkoemar G. heeft al 14 maanden in voorarrest doorgebracht. Tegen deze verdachte eiste het OM vrijspraak, omdat zij het wettig en overtuigend bewijs niet heeft kunnen leveren. Op verzoek van advocaat Nacatia San A Jong werd hij al gisteren in vrijheid gesteld. De laatste verdachte Kavish hoorde eveneens vrijspraak tegen zich eisen. Hij was door de rc voorlopig in vrijheid gesteld. De officier merkte op dat zij wel de overtuiging draagt, maar het wettig bewijs ontbreekt. Dit is de reden waarom zij voor de laatste ook vrijspraak vorderde. Het OM vorderde in deze mensenhandelszaak samen een straf van 28 jaar en 6 maanden. Op 12 januari komen de raadslieden aan de beurt om voor hun cliënten te pleiten.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!