Rubriek Wet en Praktijk: Berechting binnen redelijke termijn

Enkele overpeinzingen
Ruim 20 jaren geleden ben ik aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname afgestudeerd. Het onderwerp van mijn scriptie was de berechting binnen redelijke termijn.Ik werkte indertijd op het Ministerie van Justitie en wel op de Griffie der Kantongerechten.Door mijn werkervaringen werd ik gestimuleerd om te schrijven en af te studeren op dit onderwerp. Het duurde immers toen al heel lang, voordat de zaken in hoger beroep werden behandeld en onderzoek naar de oorzaken en gevolgen leek mij praktisch voor de toekomst. Over een week beginnen de rechtszittingen weer en start een nieuw zittingsjaar.Uiteraard spreken we ook dit jaar de hoop uit, dat de zaken veel vlotter in o.a hoger beroep behandeld zullen worden dan het afgelopen zittingsjaar, zowel in strafzaken als civiele zaken.
In het algemeen is het niet alleen voor de samenleving, maar ook voor de rechtszoekende c.q verdachte van belang, dat hij zo spoedig mogelijk weet waar hij aan toe is.Dat is een eis van rechtszekerheid en humaniteit, die in diverse artikelen in het Wetboek van strafrecht is vastgelegd en in diverse verdragen, waaraan ons Land zich gecommiteerd heeft. Veranderingen zijn er geweest in de afgelopen jaren. Eerder werd een verdachte voor twee weken gelijk in verzekering gesteld. Gelukkig is dat teruggebracht naar zeven dagen. De termijn van inverzekeringstelling kan eenmaal verlengd worden met dertig dagen. Binnen deze termijn gaat de inverzekering gestelde verdachte naar de Rechter Commissaris, die de verdachte driemaal 30 dagen kan geven. Steeds kan de verdachte verlengd worden door de RC met ten hoogste 30 dagen en wel tot drie keer toe.Strafzaken worden steeds vaker vlot aangebracht in eerste aanleg bij de Kantonrechter.
Gaat de zaak naar de zittingsrechter, dan bepaald de Wet, dat het onderzoek op de zitting ononderbroken wordt voortgezet. Strafrechtzittingen hebben over het algemeen een vlot verloop . De termijnen die ligt tussen de opvolgende zittingen is meestal twee weken. De Rechter is na het sluiten van zijn onderzoek op de zitting verplicht binnen drie weken vonnis te wijzen.Anders is het een nietig vonnis . Dat is een verplichting die de Wet oplegt.Zo hoef je als verdachte niet oneindig lang te wachten op je vonnis en komt dat de rechtszekerheid ten goede.
Een vonnis moet binnen 2 x 24 uur verstrekt worden aan de verdachte. Echter legt de Wet geen sanctie op deze regel. Helaas, want het feit, dat het vonnis nog niet op schrift is, is een van de oorzaken van het feit, dat het jaren duurt, voordat een strafzaak in hoger beroep aangebracht wordt.Immers, zonder een vonnis op schrift kan er in hoger beroep niet beoordeeld worden over het vonnis en de motivering en de gehanteerde bewijsmiddelen. Dat vonnissen niet makkelijk op schrift te krijgen zijn, komt ook de rechtswetenschap niet ten goede. Jurisprudentie op grond van uitspraken komt niet volledig op gang.De ene advocaat moet het horen van de ander, dat er , wat we noemen, een “mooi” vonnis is gewezen.
Een tweede leemte in de Wet is, dat de Wet stelt, dat een ingsteld hoger beroep zo spoedig mogelijk voorgebracht moet worden. Nou ja, wat is zo spoedig moeglijk? Vertelt u mij dat! Verandering in de Wet zou de verdachte en de samenleving ten goede komen, als de Wet bepaald en een termijn noemt, waarbinnen een zaak aangebracht moet worden in Hoger Beroep.Dat zou een prikkel kunnen zijn voor voortvarendheid.
Er zijn ook zaken, waarbij de verdachte niet aangehouden is maar er belang bij heeft, dat zijn zaak voor de strafrechter behandeld wordt.Bijvoorbeeld een geval, waarbij de persoon vindt dat de aangifte tegen hem gedaan ongegrond is. Het Parket heeft, zonder de persoon te horen, de zaak voorwaardelijk geseponeerd met een proeftijd.Deze beslissing heeft gevolgen voor de persoon en hij dringt aan bij het Parket op behandeling van zijn zaak omdat hij ervan overtuigd is dat hij onschuldig is en er een vrijspraak zal volgen. Hij wil zijn naam gezuiverd zien. De Wet noemt geen termijn, waarin het Parket verplicht is zijn zaak voor te brengen. Zijn dossier raakt ondersneeuwt, in prive wordt hij met de nek aangekeken want zijn naam is niet gezuiverd. De vervelende Parketbeslissing ligt er nog.
In mijn scriptie van 20 jaren terug bleek reeds dat de onderbezetting van het Rechterlijk Apparaat een van de oorzaken was c.q de grootste oorzaak van de trage rechtsgang.Verbetering is er gekomen met een toestroom van Rechters en officieren, maar dat is bij lange na niet genoeg zegt de Deken van de Advocaten. En gelijk heeft hij.Want onderbezetting van het strafrechterlijk apparaat is geen rechtvaardiging voor een vertraagde berechting . Het apparaat moet juist zodanig zijn ingericht, dat het de veelheid van zaken aankan.De Griffiers, die snakken naar versterking en hebben mijn inziens nog gelijk ook.
Lieve lezers, er is nog veel om op te noemen, waar verandering in moet komen. Als advocaat bekijk ik zaken vanuit dat perspectief c.q met een advocatenbril.Verandering moet op strafrechtelijk gebied en op civielrechterlijk gebied. Omdat uw echtscheidingszaak niet in hoger beroep behandeld wordt, blijft u gevangen in een huwelijk. Ik kom weer eens tot de ontdekking dat mijn scriptie van 20 jaren terug nu nog steeds van toepassing is. Maar goed, er is een nieuw zittingsjaar en als altijd blijven we hoopvol en positief gestemd.Welke student gaat de uitdaging aan om weer eens te schrijven over de berechting binnen redelijke termijn?Graag verneem ik van u en stel uw reacties altijd op prijs.
Door: mr. Irene Asarfi-Lalji
Kromme Elleboogstraat no. 22 Boven Paramaribo
Tel: 420679/o8816519
Emailadres: [email protected]
Facebook: Advocatenkantoor Lalji

error: Kopiëren mag niet!