Loterijwetgeving nader uitgelegd

 Er heerst een enorme verwarring over de taken en bevoegdheden in de loterijwetgeving. Onjuiste conclusies en oordelen over de VCS en mij persoon kan ik derhalve goed begrijpen. Ik zet een aantal zaken op een rij ter uwer oordeel. Ik toon u, met bronvermelding, aan dat,
(1) wettelijk, de controletaak de politie toekomt; (2) de wijze van trekking (mechanisch, elektronisch, promotional) eenmalig door de directeur van de Nationale Loterij Suriname (NLS) wordt vastgesteld en (3) NLS bij wet geen controle-instituut, maar een loterijbedrijf met winstoogmerk is.
De loterijwetten
In onze wetgeving over loterijen (Resolutie 1997) zijn er twee  gescheiden artikelen gehanteerd ten aanzien van bepaalde bevoegdheden ‘Toezicht op de trekking’  (artikel C) en de ‘Plaats en wijze van trekking (artikel D)’. Het zijn gescheiden gehouden bevoegdheden.
Artikel C Toezicht op de trekking, stelt: “De trekking geschiedt ten overstaan van een (via dc aangewezen) ambtenaar van politie”. Artikel D gaat ten eerste over de plaats van de trekking en wie voor deze wettelijk bepaalde plaats dispensatie verleend (de directeur van de NLS), omdat bij bijzondere gevallen men de trekking op een andere plaats mag houden. Alle  loterijbedrijven doen hun trekkingen in hun eigen studio. De trekkingen worden via de tv in feite ten overstaan van het publiek gehouden. CBN, Copulot, Straatcode en in feite Intralot hebben hun eigen adressen. Het kan ook niet anders. NLS is een concurrent van de loterijbedrijven, kan niet voorzien in de nodige moderne faciliteiten voor de verschillende loterijtrekkingen en heeft niet een geschikte ruimte voor de  verschillende behoeften en eigenheden van alle de loterijbedrijven. Het verkrijgen van toestemming voor een andere plaats van trekking is daarom de afgelopen jaren een standaardgebruik geworden. Dat gaat als volgt. De vergunningaanvrager verzoekt het ministerie van Justitie om een vergunning voor het houden van loterijen en verzoekt meteen om dispensatie voor de plaats van de trekking. Het ministerie onderzoekt en vraagt advies. De vergunning die de aanvrager uiteindelijk van het ministerie krijgt, verleent  toestemming voor het houden van loterijen en geeft ook toestemming o.a. voor een andere plaats van de trekking, hetgeen met name wordt genoemd  in de ministeriële beschikking.
Op Intralot na, die in het NLS-gebouw haar bedrijf heeft, doet ieder de trekkingen op een ander adres. Casino’s bijvoorbeeld houden al jaren loterijen in de casino’s zelf.
Dit was het dispuut bij de plotselinge intrekking van de vergunning van Suribet. Al voor 2010  is aan Suribet vergunning verleend en vanaf haar eerste loterijvergunningen mochten de trekkingen op een ander adres gehouden worden. Vorig jaar vroeg Suribet aan de minister toestemming om meermalen trekkingen te houden. De minister keurde dat goed middels een beschikking. De directeur van NLS dwong de minister tot intrekking, omdat hij niet geconsulteerd was in verband met  zijn bevoegdheid: dispensatie ander adres. Maar de dispensatie was al jaren geleden verleend. Bovendien kan de minister, gezien de wet Gaming Control Board (GCB), geen advies meer vragen aan de directeur van NLS. Even werd de minister in de war gebracht, maar na uitleg corrigeerde hij dat meteen.Immers, hoe kan een overheid, die vergunning heeft verleend, plotseling deze vergunning intrekken, omdat een verantwoordelijke in zijn procedureketen wetten niet begrijpt? Terwijl het bedrijf de vergunning al toepaste bij het publiek, zelf niets verkeerd had gedaan en al bijna drie jaren geleden dispensatie voor de plaats van de trekkingen heeft gehad?
In  het artikel D wordt ook bepaald wie de wijze van trekking vaststelt (de directeur van de NLS). Bij  de vergunningsaanvraag moet bepaalde informatie over de loterij verstrekt worden. Zo ook de wijze van trekking. Deze wordt in de interne procedure en behandeling van de aanvraag aan de minister, ter vaststelling aan de directeur van de NLS, aangeboden. Deze hoort dan zijn oordeel over deze voorgestelde wijze van trekking uit te brengen. Dit is logisch een eenmalig advies. Eenmaal bepaald dat de wijze van trekking geschikt is, is het werk van de directeur klaar. De wijze of methode van trekking staat vast per loterijspel (mechanisch of elektronisch). Deze wordt middels de verleende vergunning per loterij type toegestaan.
Dus: de NLS heeft geen toezicht- of controletaken. De directeur wordt slechts betrokken bij de vaststelling van de wijze van trekking.
De wet over de Nationale Loterij Suriname
De Nationale Loterij Suriname is een landsbedrijf met als wettelijke basis de Landsbedrijvenverordening (1 december 1971).  De bedoeling van een landsbedrijf staat in de overwegingen van die wet:  “dat het noodzakelijk is deze bedrijven op edconomische leest te schoeien, waardoor commercieel beheer bevorderd wordt”. De Nationale Loterij Suriname is dus geen  controle-instituut, maar een loterijbedrijf met winstoogmerk.
De Wet Toezichthoudend en Controle-instituut Kansspelen
Het enige wettige controle-instituut is de Toezichthoudend- en Controle-instituut voor Kansspelen (Gaming Control Board). De Wet Toezicht en Controle Kansspelen 2009 bepaalt dat  dit orgaan verantwoordelijk is voor het houden van toezicht en controle op de naleving van vergunningsvoorwaarden ingevolge de Loterijwet 1939 en Wet Hazardspelen 1962. De NLS is er niet in genoemd. Ik hoop dat dit tot een beter inzicht, begrip en standpuntbepaling mag leiden.
Jules Ramlakhan
(Voorzitter VCS)

error: Kopiëren mag niet!