De NV Energiebedrijven Suriname (EBS) is pas eigenaar van het geoccupeerd terrein als de regering een bedrag van ruim USD 4 miljoen betaalt aan Staatsolie. Tot dan blijft het terrein waarop EBS een nieuwe krachtcentrale aan het bouwen is, in handen van Staatsolie. Er kan alleen een einde komen aan het dispuut tussen deze twee staatsbedrijven als vicepresident Robert Ameerali het bedrag betaalt aan Staatsolie, waarna het terrein aan EBS wordt toegewezen. Inmiddels heeft president Desi Bouterse aan Ameerali de opdracht gegeven het bedrag over te maken. De vp zou hebben aangegeven dat hij dit niet zal doen. Zo melden bronnen aan Dagblad Suriname. De vicepresident zou in het bijzijn van de president hebben gezegd dat hij geen enkele betaling zal verrichten.
Staatsolie-directeur Marc Waaldijk bevestigt in een interview dat op regeringsniveau er gesprekken zijn gevoerd om tot een oplossing te komen. ‘Naar aanleiding van de ontwikkelingen heeft de regering besloten het terrein aan de Saramaccastraat te kopen. Het terrein mocht opgekocht worden door EBS, maar als de EBS het niet kan betalen, mag de regering het wel doen’, aldus Waaldijk. Hij zegt dat het terrein wordt verkocht voor USD 3.9 miljoen.
Waaldijk is niet op de hoogte van de informatie al zou de vicepresident het bedrag niet willen betalen. ‘We hebben al afspraken gemaakt op regeringsniveau’, zegt hij. De directeur blijft erbij dat het terrein aan EBS zal worden toegewezen nadat de betaling zal worden voltooid. Waaldijk blijft de verrichtingen van de regering afwachten en stoort zich niet aan geruchten.
Dagblad Suriname gaf in een eerdere editie te kennen dat NV EBS een stuk terrein van Staatsolie zou hebben geoccupeerd om een nieuwe krachtcentrale te bouwen. Daags daarna maakte NPS-parlementariër Arthur Tjin-A-Tsoi melding hiervan in DNA. Zijn onthulling wekte verbazing op, maar ook verontwaardiging bij de verschillende parlementariërs. Vooral DOE-parlementariër Carl Breeveld uitte zijn afkeuring over deze handeling van de EBS. Het DNA-lid vindt dat op deze manier het vraagstuk van de occupatie steeds maar aan de gang blijft.
