Op naar een grotere “bankbreedte”!

Djaienti Hindori, SBV-voorzitter en directeur van de Landbouwbank NV, heeft ruim een week geleden een presentatie gehouden met als titel: ‘Op naar een grotere  “bankbreedte”. Daarmee werd beoogd het bancaire landschap in Suriname te plaatsen tegen het licht van de intermediaire rol die zij thans vervult en die verder kan worden uitgebouwd ter vergroting van de toegankelijkheid voor bredere lagen van onze samenleving. De onderwerpen die werden besproken waren : 1) De taken van een bank; 2) Focus op de intermediaire functie als kerntaak; 3) Macro-economische en monetaire ontwikkelingen in Suriname; 4) De informele financiële sector en 5) Het vergroten van de “bankbreedte”.
 
Taken en functies van banken
–          Het zorgen voor een efficiënt en effectief betalingsverkeer waardoor de klant snel en doelmatig op elk gewenste moment haar middelen kan aanwenden;
–          Het geven van financieel advies;
–          Het verhandelen van financiële producten / diensten voor rekening en risico van de klant (trading t.b.v. de klant);
–          Het verhandelen van financiële producten / diensten voor rekening en risico van de bank (proprietary trading).
 
De intermediaire functie
De intermediaire functie vertaalt zich als volgt :
Het kanaliseren van middelen van huishoudens met een overschot (de spaarders) naar huishoudens met een tekort (de kredietnemers). Hoe efficiënter deze intermediaire functie van financiële instellingen werkt, des te beter voor de economie. Dit vanwege het feit dat deze intermediaire functie ervoor zorg draagt dat middelen worden gealloceerd en worden geïnvesteerd in sectoren waar het meeste rendement kan worden behaald en dus de economische groei daarmee direct wordt beïnvloed. Risico’s worden beter verspreid, aangezien banken hun allocatie van aangetrokken middelen, middels kredietverlening diversifiëren naar de verschillende sectoren in onze economie. Volledigheidshalve moet hierbij vermeld worden dat het fenomeen disintermediatiezich voordoet in sommige landen met een gunstige macro-economische omgeving. Disintermediatie betekent dat financiering plaatsvindt buiten de kredietinstellingen om, dus zónder de intermediatie van banken, maar door andere kapitaalverschaffers,  bijvoorbeeld door investeringsfondsen, pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.
 
Macro-economische en monetaire ontwikkelingen in Suriname
Banken zijn wereldwijd en dus ook in Suriname, met een stabiel macro-economisch klimaat, de belangrijkste financiële intermediair in de economie. In Suriname beslaan de banken qua vermogen nog steeds 75 % van de totale financiële markt, gevolgd door pensioenfondsen met 15 %, verzekeringsmaatschappijen met 8 % en de kredietcoöperaties met 2 %.
Kijken wij naar de gebruikers of afnemers van de financiële diensten van de negen algemene bankinstellingen hier te lande, dan zien wij het volgend beeld:
–          De kredietverlening is de afgelopen 5 jaren aanzienlijk, met gemiddeld 15 % per jaar groei.
–          De groei is harder geweest dan de jaarlijkse groei van het bruto binnenlands product van 5 %.
–          De groei van de bankensector is dus vooruitgelopen op de groei van de reële economie.
–          De kredietverlening is voor 15 % in de direct productieve sectoren en voor 85 % in niet direct productieve sectoren, zoals handel, transport, woningbouw.
–          Deze niet direct productieve sectoren leveren de grootste bijdrage aan het binnenlandse product en de werkgelegenheid en zijn dan ook van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van onze economie.
–          Het aandeel van de kredietverlening tot het bbp is groeiende, van 22 % in 2007 naar nu 27 %, maar is nog steeds lager dan in de regio.
–          De US dollarisering gaat ietwat omlaag, maar schommelt nog rond de 48 % en moet verder omlaag. Het verhogen van de kasreserve in vreemde valuta naar 45 % moet in dit licht bezien worden. Immers, met de verhoogde kasreserve mogen de banken per ontvangen Amerikaanse dollar maar 55 dollarcent uitlenen, dit verhoogt de Cost of Funds en reduceert de uitleencapaciteit van banken in de USD.
–          De macro-economische situatie is stabiel en biedt goede vooruitzichten voor het bankwezen. Dit is ook zichtbaar in de goede ratings van internationaal erkende rating agencies.
–          De non performing loan ratio is dalende en schommelt nu rond de 7 %, waarbij gesteld mag worden dat er enkele banken zelfs ratio’s hebben rond de 3 %.
–          De verhouding van het aantal leningnemers t.o.v. het aantal rekeninghouders per bankinstelling is erg laag en ligt onder de 10 %.
–          Het aantal afgekeurde kredietaanvragen vanwege onvoldoende dekking is significant.
–          Uit oogpunt van bedrijfsefficiency en kostenbeheersing wordt actief gekeken naar het opzetten van Shared Service Centers, op het gebied van het betalingsverkeer , ICT research  &  development en trainingen.
 
De informele financiële sector
Er is dus merkbaar een exponentiële groei van de totale kredietverlening der algemene banken, die zich ook uit in de positieve groei van onze nationale economie. Indicaties zijn echter dat deze groei zich onvoldoende in de breedte van de samenleving heeft uitgebed. Het aantal non bancables (niet- bankabelen) dat wil zeggen personen aan wie de bankensector geen krediet verstrekt vanwege
–          het te hoog geachte risico,
–          het gevaar van wanprestatie,
is nog te hoog. Deze medeburgers zijn dus overgeleverd aan de informele financiële sector, met alle negatieve gevolgen van dien. Woekerrentes, het gedwongen in dekking moeten geven van have en goed, met een grote kans te belanden van de regen in de drop.
Een lening is nodig om de andere lening terug te betalen en de vicieuze cirkel is gevormd.
Hier ligt ongetwijfeld braak terrein voor wetenschappelijk onderzoek.
Er is geen registratie, er zijn geen regels, er is geen controle, er is veel onwetendheid op meerdere fronten: wat duidelijk is, is dat het informeel geldcircuit een significante rol speelt in onze samenleving! De uitdaging voor de bankensector zit hem in het vergroten van het aantal afnemers van bankproducten en diensten. Het vergroten van de bankbreedte dus.
Deze uitdaging wordt mede ingegeven door de steeds luider wordende roep vanuit de samenleving voor het betrekken van achtergestelde groepen in de formele bankensector.
Het aantal kredietwaardigen in onze samenleving moet vergroot worden, door een bredere toegang tot het bankwezen te bewerkstelligen en hierdoor mee te profiteren van onze nationale groei.
 
Het vergroten van de bankbreedte
Waar ik het voornamelijk over wil hebben en wat dus de link legt met het thema van mijn presentatie, zijn veranderingen die zich internationaal voltrekken en waar wij lering van kunnen trekken, zijnde de geleidelijke transformatie van banken, van een puur winst georiënteerde onderneming, naar een meer evenwichtige focus op winst, mens en natuur, in het engels zo treffend verwoord in de 3 P’s : Profit – Planet  – People. Profit mag dus nimmer ten koste gaan van Planet en People, winst mag niet ten koste van natuur en de sociale structuur van de samenleving. Sommigen noemen het maatschappelijk geëngageerd bankieren, anderen noemen het sociaal bankieren, ethisch bankieren, groen bankieren. Het komt er allemaal op neer dat de bancaire sector zich steeds meer committeert aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en zich steeds meer verplicht tot het duurzaam bankieren. De financiële wereld c.q. de monetaire autoriteiten ondertekenen namelijk internationale verdragen waarin men erkent een rol te willen spelen in duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling is, volgens een gangbare definitie, een ontwikkeling waarbij de behoeften van de huidige generatie worden bevredigd zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien aan te tasten. Daarvoor zijn vier indicatoren te onderscheiden: een sociale, een ruimtelijke, een economische en een ecologische. Wat is dan het verband tussen: duurzame ontwikkeling, het bankwezen en het vergroten van de bankbreedte? Wil duurzaam ondernemen op macro-niveau tot stand komen, dan is de houding van het bankwezen ten opzichte van de vier bovengenoemde indicatoren van groot belang. Via de eerder aangehaalde intermediaire functie heeft het bankwezen immers invloed op de ontwikkeling van de economie. Díe invloed is niet alleen kwantitatief, maar kan ook kwalitatief zijn. Een bank kan namelijk  – zoals eerder aangegeven – invloed uitoefenen op de aard en samenstelling van de economische groei. Met haar financieringsbeleidschept zij de mogelijkheden voor duurzaam ondernemen. Dit beleid zal meer en meer omvatten signalen vanuit de politiek én belangengroeperingen om bv met behulp van milieuwetten, jurisprudentie en regelgeving (in)direct randvoorwaarden opleggen aan de activiteiten van een bank.
Ook in ons land is dit bewustzijn op gang gezet, met name de organisatie Suriname Conservation Foundation heeft het zogeheten Green Partnership Programme ontwikkeld, waar bedrijven als Staatsolie, Telesur, Surinam Airways, maar ook de DSB Bank en de Hakrinbank zich aan hebben gecommitteerd. Het duurzaam bankieren richt zich, in vergelijking tot het maatschappelijk verantwoord bankieren, voornamelijk op de sociale indicator. In deze vorm van ondernemen wordt bijvoorbeeld bewust rekening gehouden met mensenrechten, minderheidsgroeperingen en gelijke ontwikkelingskansen van individuen. Uiteraard raakt maatschappelijk ondernemen ook aan de ecologische indicator, in de zin dat activiteiten die het milieu schade berokkenen en de regeneratiecapaciteit van het ecosysteem overstijgen, achterwege worden gelaten. Het bankwezen kán, naast van de samenstelling van de economische groei, ook – weliswaar indirect –  invloed uitoefenen op deze sociale indicator, zijnde een meer gelijke spreiding van de economische groei, door een grotere toegankelijkheid voor de samenleving. De bancaire intermediatie is bij uitstek een manier om hiertoe een substantiële bijdrage te leveren. (wordt vervolgd op vrijdag 18 januari)
 
 
 
 

error: Kopiëren mag niet!