Kavelhouders van plantage Onoribo te Para willen een betere spreiding van de betaling van achterstallige grondhuur van SRD 4.000. Kavelhouders zeggen niet in staat te zijn het bedrag in de gegeven termijn van 6 maanden te betalen. De huurders hebben in de periode januari tot juli 2013 de gelegenheid het bedrag te voldoen. Dit besluit was een week terug genomen op een kennismakingsvergadering van het nieuwe gekozen plantagebestuur. De kavelhouders zeggen geen moeite te hebben achterstallige huur te betalen, maar vragen zich af op grond waarvan de SRD 4.000 is bepaald. Bovendien is de achterstand in huur buiten hun schuld om ontstaan. De kavelhouders zeggen dat ze nergens het geld konden storten. De banken konden het door bevriezing van rekeningen niet accepteren, omdat het jarenlang onduidelijk was welk bestuur de rechtmatige vertegenwoordiger was van de plantage. Enkele besturen claimden de wettige vertegenwoordiger te zijn. Het gevolg was een 4 jaar lange huurachterstand.
President Desi Bouterse hakte de knoop door en bracht partijen bij elkaar. Uit de verschillende besturen zijn personen bijeengebracht om een breed gedragen bestuur te vormen. In juli 2012 werd dit bestuur gepresenteerd. Curly Wijngaarde van dit huidige bestuur zegt dat de SRD 4.000 opgebouwd is uit verschillende componenten. Bovendien betreft het een achterstallig huur over een periode van 4 jaar. Wijngaarde wijst er ook op dat sommige kavelbezitters weigerden te betalen omdat ze ervan uit gingen dat de grond toebehoorde aan BHP Billiton. “We zullen handelen overeenkomstig hetgeen we contractueel met de kavelhouders zijn overeengekomen. In het contract staat dat huur moet worden betaald. Onoribo is huurgrond.”
Het bestuurslid geeft te kennen dat elke situatie per geval bekeken zal worden. “We zullen regelingen treffen en kijken naar de omstandigheden van elke grondhuurder.” Als de huurachterstand is ingelopen, zullen de grondhuurders vanaf augustus het maandelijkse huurbedrag van SRD 50 betalen. Het innen van de achterstallige huur is pure noodzaak, omdat het gekozen bestuur met vereende krachten wil gaan werken aan de opbouw van de plantages. “Daar zijn er ook middelen voor nodig”, zegt Wijngaarde.
