Ode aan Ramdew Chaitoe: Ho Prítam Pyáre (O, Mijn geliefde) Door: Carlo Jadnanansing

I. Algemeen
Medevertaler Narinder Mohkamsing was weer voor enige tijd in Suriname, daar het vakantietijd is voor de Universiteit van Leiden, alwaar hij assistant-professor Hindoeïsme is. Ik heb de gelegenheid aangegrepen een project, waarmee we een tijd geleden begonnen waren, maar hadden laten liggen, af te ronden.
We hadden destijds besloten een lied van de legendarische Baithak Gáná zanger Ramdew Chaitoe in het Nederlands te vertalen. De keuze was gevallen op zijn onsterfelijke: Ho Prítam Pyáre.
Hoewel de tekst vrij simpel lijkt, konden wij aanvankelijk geen overeenstemming bereiken over een voor ons beiden aanvaardbare vertaling.
De voornaamste reden hiervoor was dat ik er van uitging dat het om een traditioneel liefdesliedje ging, terwijl Narinder van mening was dat het lied meer spiritueel bedoeld was, dus in feite onder de categorie van de devotionele liederen viel. Narinder verwees in dit verband naar het Soefisme (een spiritueel-filosofische stroming binnen de Islam) –waarin God als de geliefde wordt aangeroepen.
Narinder gaf in dit verband de navolgende literaire explicatie:
“Klassieke dichters pasten vaak speciale stijlfiguren toe om extra luister toe te voegen aan hun poetische werken. Bijvoorbeeld Shlesha, een veel voorkomende figuur, is een vorm van woordspeling, paronomasie, ‘pun’ of ‘double ententre’ waarbij een versregel of couplet, c.q. het gehele gedicht, naast de primaire betekenis, met ‘oppervlakkige’ inhoud,  ook een secundaire betekenis met diepere inhoud weergeeft. Vaak heeft deze secundaire ‘onderliggende’, verborgen boodschap een spirituele, religieuze of devotionele inhoud. Met deze stijl demonstreren de dichters hun beheersing van taal, dichtkunst, etc., maar vooral hun technische kunnen.
Bij Shlesha is het niet noodzakelijk dat de lezer meteen door heeft dat het hier om een dubbele bodem gaat; de lezer blijft zoals verwacht vaak op het eerste niveau steken, terwijl de ‘wijzen’ hem wijzen op het tweede.”
Hoewel ik in principe mee kan gaan met deze benadering, sluit ik toch niet uit dat het lied ook als een zoektocht naar een geliefd persoon, met wie het contact verloren is gegaan, beschouwd kan worden. Mijn interpretatie is mede gebaseerd op de stijl van de muziek die in ieder geval niet klinkt als bij een traditionele bhajan.
Wij hebben ook “oom” Bies Sukhai (indoloog/zanger) in deze geconsulteerd, die eveneens primair kiest voor de spirituele optie. Overigens heeft laatstgenoemde de gezongen tekst in geromaniseerde spelling voor ons opgeschreven. Verder heeft hij ook enkele tips gegeven bij de vertaling.
De originele tekst is naar onze mening in het Bhojpuri, dat de basis vormt van het Sarnami, geschreven.
Wij vonden het ook nuttig om enkele biografische gegevens van Ramdew Chaitoe, die als één van de grootste Baithak Gáná zangers aller tijden wordt beschouwd, te vermelden. De informatie hiervoor is hoofdzakelijk ontleend aan Wikipedia.
 
2. Ramdew Chaitoe
Ramdew Chaitoe werd geboren op 19 december 1942, waarschijnlijk in het voormalige distrikt Suriname, thans Wanica en groeide op in een agrarisch milieu.
Zijn vader beoefende de landbouw om in zijn levensonderhoud te voorzien, maar was primair musicus, tekstschrijver en harmoniumspeler. Vader Chaitoe stond bekend onder de naam: Pandit Shastrie Sewpersad Chaitoe en had een beslissende invloed op de muzikale loopbaan van zijn zoon. Ramdew mocht van zijn vader muzikale optredens verzorgen in mandirs en bij andere religieuze plechtigheden.
Een schaduwzijde in het leven van Ramdew Chaitoe was zijn detentie als gevolg van een vechtpartij in een bar, met ernstige gevolgen voor zijn tegenstander. Misschien geldt hier toch ook het gezegde: Wan ogri tya wan bun”.
Volgens velen heeft deze periode ertoe bijgedragen dat Ramdew Chaitoe zijn talenten verder kon ontwikkelen. Opvallend is namelijk dat hij zonder een hoge scholing erin geslaagd is teksten van een behoorlijk niveau te produceren. Het zou interessant zijn na te gaan of Ramdew aan zelfstudie heeft gedaan of dat anderen hem behulpzaam zijn geweest. In 1967 bracht hij zijn eerste Chutney/Baithak Gáná album uit getiteld “The King Of Suriname a.k.a The Star Of Ramdew Chaitoe”.
Waarschijnlijk is dat ook het eerste Chutney/Baithak Gana album dat ooit in Suriname is geprodueceerd.
Ramdew heeft niet alleen in Suriname, maar ook in het Caraïbisch gebied, Nederland en zelfs in New York shows gegeven.
Volgens velen is deze zanger/componist/tekstschrijver zelfs populairder buiten zijn geboorteland, vooral op Trinidad.
Ramdew was een groot liefhebber van het geestrijke vocht, hetgeen er ongetwijfeld mede toe heeft geleid dat hij op 6 juni 1994, hij was toen nog maar 52 jaar, het aardse leven heeft verlaten.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Ho Prítam Pyáre

 

 

II. Bhojpuri tekst: zang compositie en tekst Ramdew Chaitoe
      transscriptie vanuit geluidsdrager: Bies Sukhai
 
Ho Prítam Pyáre
Tu kahán basatu hai
Mohen nagariyá batája, mohen dagariyá batájá
Ho….
 
Toren sanésá mai kaun se punchún 2X
Kaun nagariyá mai jáwún (hán)
Mohen nagariyá batájá
Ho……….. Mohen………
 
Banke koyalíyá jangalawá men dhúndú
Banke machariyá jamunwá men dhúndú
Mohen jamunwá, batájá (hán) 2X
Mohen nagariyá batájá
Ho ……….Mohen……..
 
Kábe men dhúndá madine men dhúndá
Kási men dhúnda madhubana men dhúndá
Kóyi mandirwá batájá
Mohen …..
Ho……………. Mohen ………..
Ajji mohen………….
Ho Pritam…………………
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
III. Nederlandse vertaling (vanuit het Bhojpuri): Carlo Jadnanansing/
Narinder Mohkamsing,

 

O, mijn geliefde

O, mijn geliefde
Waar ben je
Vertel mij jouw verblijfplaats, vertel mij de weg
Wie kan mij een teken van jou geven
Naar welke stad moet ik gaan
 
Was ik een nachtegaal, dan zou ik je in het bos zoeken
Was ik een vis, dan zou ik je in het water zoeken
Vertel mij waar de rivier is
 
k heb je (tevergeefs) in Kaaba en Medina gezocht
Eveneens in Káshi en Madhuban
Noem mij de mandir (waar ik jou kan vinden)
 

error: Kopiëren mag niet!