Depolitisering Minov noodzaak tot optimale ontplooiing jongeren

 Voordat het ministerie werd gedepolitiseerd, waren er enkele artikelen in de media gepubliceerd, waarbij bijzondere aandacht van de beleidsmakers werd gevraagd voor de leefomstandigheden (problemen) van de (schoolgaande) jeugd. Het waren en zijn problemen waarmee zij thans nog steeds worden geconfronteerd. Heel vaak lijkt het er niet op dat de handelingen van de desbetreffende ministers gericht zijn op het uitoeren van een integraal regeringsbeleid. Althans lijkt het er veel meer op dat zij zich niet bezighouden met het algemeen welzijn van de gehele samenleving; neen, het heeft er veel meer van dat zij vertoeven op een eiland, van daar uit beleid formuleren en uitvoeren. En of het nu goed uitkomt of niet , de minister heeft zijn / haar deel gedaan. Het hoeft geen betoog dat deze aanpak of deze zienswijze van de beleidsmakers in de eerste instantie geen soelaas kan bieden. Deskundigen op dit gebied,  die jammer genoeg meestal op een zijspoor zijn gezet, weten maar al te goed dat bepaalde factoren die het rendement van de schoolprestaties kunnen beïnvloeden eveneens ook buiten de invloedssfeer van het ministerie (kunnen) liggen. Het is maar dat we ons daarop focussen. Een betere optie in deze zou zijn dat de ministeries Onderwijs en Volksontwikkeling, Sociale Zaken en Volkshuisvesting en Sport en Jeugdzaken een cluster vormen  en in deze fase als collectief de materiële en immateriële gezins- en individuele problemen van de leerlingen aanpakken.
 
Uit onderstaande tabel, weliswaar met gegevens uit het schooljaar 2008-2009 blijkt dat landelijk  meer dan 5100 leerkrachten in dienst waren ten behoeve van 71.000 leerlingen van het gewoon lager onderwijs . Een deel van deze leerkrachten heeft een andere functie, staat niet voor de klas, doch is wel verbonden, ingedeeld  op school.

 

Staat: 1 Aantal leerlingen per leerkracht 2008-2009

District

Aantal leerlingen

Aantal leerkrachten

Aantal leerlingen per leerkracht

Paramaribo

30371

2148

14

Wanica

14750

1062

14

Para

3757

281

13

Commewijne

3518

321

11

Saramacca

2146

169

13

Nickerie

4286

375

11

Coronie

457

36

13

Marowijne

3267

218

15

Brokopondo

2606

171

15

Sipaliwini

5916

335

18

 

 

 

 

Totaal

71074

5116

14

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Een nadere beschouwing leidt allicht tot de conclusie dat het personeelsbeleid van de vorige regering(en) m.n. het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling heel veel te wensen overlaat. Toegegeven moet worden dat deze situatie te wijten is aan een complex van oorzaken. Als hoofdoorzaak blijft evenwel overeind het fenomeen “regelen” uit politieke overwegingen, waarbij hoge functionarissen zich meer bezighouden met partij belangen dan het behartigen van de belangen van de natie c.q. jeugd.
De  gemiddelde kiesdeler,  het aantal leerlingen per leerkracht , bedroeg op basis van de facto leerkrachten landelijk 14 leerlingen m.a.w. als alle leerkrachten zou worden te werk gesteld op de scholen waar zij zijn ingedeeld dan zou een onderwijzer gemiddeld 14 leerlingen hebben te onderwijzen. Dit is toch wel op papier bekeken een ideale situatie waaruit  er ook ideale leerresultaten zouden moeten voortvloeien. Maar niets is minder waar.
 

 

 

Staat: 2 Teveel (overschot) aan leerkrachten per district

District

Aantal leerlingen per leerkracht

Aantal leerkrachten

Overschot aan leerkrachten

Overschot aan leerkrachten per school

 Aantal leerkrachten per school

Totaal aantal leerkrachten per school

Paramaribo

27

1.125

1.023

9

10

19

Wanica

30

492

570

11

9

20

Para

24

157

124

7

8

15

Commewijne

21

168

153

7

7

14

Saramacca

20

107

62

5

8

13

Nickerie

21

204

171

7

8

14”1

Coronie

17

27

9

2

7

9

Marowijne

22

149

69

4

8

11”1

Brokopondo

23

113

58

4

8

12

Sipaliwini

21

282

53

1

6

7

Totaal

25

2.843

2.273

7

9

15”1

 

Uit staat 2 blijkt dat het gemiddeld aantal leerlingen per klas landelijk uitkomt op 25 leerlingen. Dat is de praktische situatie.  Alleen de districten Paramaribo en Wanica stegen boven deze maatstaf en van de overige districten lagen de cijfers beneden het landelijk gemiddelde van 25 leerlingen. Op basis van de huidige situatie van 25 leerlingen op 1 leerkracht zou het korps van leerkrachten i.p.v. 5.116 leerkrachten, 2.843 leerkrachten moeten omvatten. Met andere woorden er zijn in die periode 2.243 (44.4%) leerkrachten teveel ingedeeld op de verschillende lagere scholen, die in werkelijkheid niet voor de klas staan doch elders waarschijnlijk functioneel zijn of arbeid verrichtten. Teleurstellend en alarmerend is te constateren dat landelijk gemiddeld op een school 15 leerkrachten zijn geregistreerd waarvan slechts 9 leerkrachten (60.0%) daadwerkelijk de leerlingen onderwijzen. Depolitisering van het ministerie houdt primair in dat uit rationele , en zeker niet uit politieke overwegingen, het ministerie weer gezond wordt gemaakt. Het geconstateerde wanbeleid dat de afgelopen jaren is gevoerd mag niet gecontinueerd worden in 2012 / 2013. De minister zal eerst de kwaliteit van het functioneren van al haar diensten, ook van het hoofdkantoor moeten meten, en dan tot daden overgaan. Wij vragen ons af of de directeur van Onderwijs met zijn staf hiervan op de hoogte was.  In dit kader wordt aanbevolen een diepgaand onderzoek in te stellen en zaken te analyseren. Er moet op elke school een duidelijke afbakening zijn van onderwijsgevenden en andere werkkrachten.  Hoe vaak horen wij niet dat er structureel invallers op scholen geplaatst worden die zich dus dagelijks moeten melden ook als geen enkele leerkracht langdurig met verlof is?  Nieuw fenomeen is dat mediatheekwerkers ook als leerkrachten zijn genoteerd. Is dit misschien een uitvloeisel van Fiso? Los van het oplossen van het probleem van het  tekort aan leermiddelen, leslokalen, transport, huisvesting van leerkrachten enzovoort, moet er ook aandacht geschonken worden aan hetgeen hierboven is aangegeven.
 
Girdhari D.

error: Kopiëren mag niet!