Advocaat pleit voor mildere straf in verkrachtings- en berovingszaak Acht om zes jaar geëist

“Ik heb me aan geen enkel strafbaar feit schuldig gemaakt”,  gaf Martin in zijn laatste woord te kennen. Aan Marvin wordt verkrachting en beroving verweten. Advocaat Kries Bhoendie verzocht de rechter om zijn cliënt, die terechtstaat wegens verkrachting van een jeugdige en een beroving in een zinkplatenfabriek, vrij te willen spreken dan wel een veel mildere straf te willen opleggen. Op de vorige zitting had het Openbaar Ministerie (OM) een celstraf van 8 jaar om 6 jaar geëist tegen de verdachte. Marvin heeft zich schuldig gemaakt aan beroving in een zinkplatenfabriek. Een Chinese winkelierster is van SRD 90.000, US$ 1000 en Euro 500 beroofd. De winkelierster werd van achteren vastgegrepen en meegesleurd naar haar slaapkamer. De rovers knevelden de winkelierster onder bedreiging van een mes. Alsof dit niet genoeg was, propten ze haar mond met een stuk laken. Na hun snode daad stapten de rovers in een witte Starlet en reden weg. Het OM betitelde de beroving als te zijn een brute beroving en eiste daarom een celstraf van 8 jaar met aftrek.
De raadsman gaf aan dat de hoofdverdachte uit handen van de politie is gebleven. Zijn cliënt had slechts een taxirit gereden. Volgens de advocaat heeft de politie zich niet gehouden aan de cautieplicht. Hij gaf aan dat het bewijs bij de beroving onrechtmatig is verkregen. De verdediging verzocht de rechter om het OM niet ontvankelijk te verklaren. De raadsman concludeerde dat aan de verdachte slechts medeplichtigheid kan worden verweten. Maar ook daar zijn er geen voldoende bewijzen voor te vinden. Daarom verzocht hij de rechter om de verdachte voor dit strafbaar feit vrij te spreken. Indien de rechter tot een ander oordeel mocht komen, verzocht de raadsman om een veel mildere straf te willen opleggen.
De verdachte wordt ook nog verkrachting verweten van een jeugdige. Hiervoor had de vervolgingsambtenaar 6 jaar gevorderd. De raadsman gaf aan dat er geen geneeskundig rapport aanwezig is in het dossier. De verdachte ontkent het feit gepleegd te hebben. Daarom verzocht de raadsman om de verdachte voor dit feit vrij te spreken. Bovendien haalde hij aan dat volgens verklaring van de verdachte een broer van hem de daad zou hebben gepleegd. De  broers moeten volgens zijn verklaring op elkaar lijken. De magistraat stelde deze zaak uit naar 1 oktober. Na het reces zal de rechter een oordeel vellen. Martin blijft in detentie.
Saskia Bandhan              

error: Kopiëren mag niet!