Verdachte ontkent moord

Charles A. ontkent zijn betrokkenheid in de moordzaak van Latnawatie Sardjoe. Charles gaf aan dat hij het slachtoffer tante noemde. Hij bekent haar twee keren gelift te hebben. Echter ontkent hij dat hij het slachtoffer zou helpen bij het aanschaffen van een voertuig. Het lijk van Sardjoe werd op 18 juli 2011 te Marinebasis, Domburg, aangetroffen. Het lijk was bedekt met een deel van een kartonnen doos. Twee politieambtenaren hadden dat deel van de doos en het andere deel, dat in een bergruimte in de woning van de verdachte werd aangetroffen, ter overtuiging op de zitting meegenomen. Advocaat Stanley Marcia en de officier van justitie, Carmen Rasam, stelden de getuigen vragen over die doos. Volgens de politieman zijn er geen vingersporen aangetroffen. Zij hebben die doos wel onderzocht. Wat de wetsdienaar wel kon aangeven, is dat beide delen van de doos samen een sluitend geheel vormen. Charles gaf aan dat hij na de aanschaf van een vriezer de doos de volgende dag had weggedaan. Hij weet niet hoe het ander deel thuis bij hem is aangetroffen. Het slachtoffer was gekneveld. Haar voeten en hals waren met een koord vastgebonden. Als gevolg van die wurging kwam het slachtoffer te overlijden.
Los van de doos die thuis bij de verdachte is aangetroffen, is er een soortgelijk koord en doorzichtig plakband thuis bij de verdachte aangetroffen. Ook zijn er soortgelijke spullen, als de attributen waarmee de vrouw was gekneveld en gewurgd, in de bergruimte in de woning van de verdachte aangetroffen. Charles werkte op twee plaatsen. Op 18 juli, de dag van de moord, had Charles twee dagen verlof genomen bij een van zijn werkgevers. Echter was hij wel naar zijn tweede werkplaats geweest. Uit getuigenverklaringen blijkt dat de verdachte op die dag over straat is gezien. De verdachte ontkent dit steevast. Hij gaf aan dat nadat hij zijn werkzaamheden bij de werkgever had verricht, hij naar een keuringsbedrijf was geweest voor zijn wagen. Later op de dag was hij samen met zijn vriendin op stap geweest. Charles beweerde dat hij dagelijks zijn wagen een wasbeurt gaf. Een dag na het geval, op 19 juli, had de verdachte zijn schuld bij een van de werkgevers betaald. Hij gaf aan dat hij ritten reed voor vakantiegangers. De schuld had hij betaald met het geld dat hij verdiend had middels het vervoeren van toeristen.
De officier van justitie hield de uitdraai van zijn mobiel als ook van dat van het slachtoffer naast elkaar. In de periode 12 juli tot en met 18 juli had het slachtoffer totaal 11 keren gebeld met de verdachte.  En omgekeerd had Charles 4 keren gebeld met het slachtoffer. Ook dit ontkende de verdachte. Hij gaf aan dat hij tante niet had gebeld. Ook hebben getuigen de wagen van de verdachte op die bewuste dag in de straat van Marinebasis gezien. Het voertuig van de verdachte vertoonde bauxiet aan de onderkant. De verdachte beweerde dat hij vaak genoeg op onverharde wegen heeft gereden. Hij gaf aan dat zijn auto ook bestuurd is door anderen, onder andere politiemannen. Rechter Daniëlle Karamatali stelde deze zaak uit naar 23 juli. Op die dag zal het OM haar strafvoorstel presenteren en eventueel zal de raadsman aan het woord komen. Charles blijft aangehouden.
 Saskia Bandhan           

error: Kopiëren mag niet!