Een politicus met principes is gedoemd te mislukken. Met die wetenschap betreedt Ronnie Brunswijk het politieke landschap. Hij zegt dat wanneer het op het behartigen van belangen neerkomt, principes plaats moeten maken.
Brunswijk daagt zijn collega’s uit om te vertellen dat zij overtuigd een bepaalde filosofie aanhangen. ‘Wijs me één!’, zegt Brunswijk. Politici die menen principieel te willen handelen, eindigen uiteindelijk nergens. Hij noemt het voorbeeld van de BEP die “principieel†tegen de Amnestiewet was. Het gevolg is dat deze partij aan de kant werd gezet en geen deel meer is van het regeercentrum. ‘Dat is dom, want alleen in het regeercentrum kan je zaken realiseren voor je achterban. Als je principieel wil zijn, moet je in de oppositie zitten.’
Ondanks zijn instelling over onprincipiële politici zegt Brunswijk dat er toch een zaak is die hij “principieel†stelt. Alice Amafo mag onder geen beding gereshuffeld worden. Het ministerie (niet de minister) van Regionale Ontwikkeling kan ook niet uit de boezem van RO worden gehaald. ‘Dat stel ik wel principieel, omdat daar belangen een grote rol spelen.’