Onduidelijkheid bij vervolging

Er is een enigszins voorzien punt bereikt bij het 8 decemberstrafproces. Het OM heeft van meet af aan een zware case gehad en de werkdruk heeft zijn tol geëist bij de vervolgingsambtenaren daarmee belast. Het 8 decemberstrafproces behelst een omvangrijke zaak, ongekend voor het vervolgingsapparaat qua schaal en onderzoeksmoeilijkheid. De vermeende strafbare feiten worden na decennia onderzocht. De amnestiewet is door het parlement zodanig aangepast dat de strafbare feiten van het 8 decemberstrafproces daaronder vallen. Tijdens de behandeling van de wijziging van de amnestiewet is door de indieners en delen van de coalitie aangegeven dat het primaire doel van de wetgever niet erop is gericht om het rechtsproces direct of in enige mate te beïnvloeden. De amnestiewetswijziging heeft plaatsgevonden volgens de mogelijkheden die de grondwet toeschrijft aan de parlementariërs. Er is tijdens de behandeling aangegeven dat het aan de rechterlijke macht wordt overgelaten om met de amnestiewetswijziging om te gaan op de wijze zodat ze dat passend achten. Voor gisteren was de voortzetting van het rechtsproces aangekondigd en er is veel gespeculeerd over de mogelijke handelswijze van het OM en van de Krijgsraad. Er was onder meer gespeculeerd dat de rechterlijke macht zich niet ontvankelijk zou verklaren en daarmee de zaak ten einde zou komen, vanwege de recente wetswijziging. Er was gesuggereerd dat het OM zich onbevoegd zou verklaren om zich verder in te laten met de zaak. Maar er was in mindere mate ook voorspeld dat het OM uiting zou geven aan een ontstane situatie waarmee hij vooralsnog geen raad zou weten. Praktisch zou dat neerkomen op een opschorting van de zaak totdat meer duidelijkheid is over o.a. rollen en bevoegdheden.
De advocaten van de verdachten hebben het verzoek gedaan aan de rechter om het OM nu niet ontvankelijk te verklaren. De krijgsraad in de burgerkamer heeft besloten om op 11 mei een beslissing te nemen of ze het OM al dan niet ontvankelijk zal verklaren. De auditeur militair heeft een heel interessant standpunt, dat deels was voorspeld en voor een deel toch niet. Hij heeft de wens te kennen gegeven dat het 8 decemberstrafproces opgeschort wordt, totdat er een Constitutioneel Hof is benoemd. De opschorting is nog geen einde van de megastrafzaak wat de militaire verdachten betreft. De advocaten zijn het niet eens met dit voorstel van de auditeur militair, omdat dit niet zou zijn gestoeld op wettelijke gronden. Als dit inderdaad zo zou zijn, dan is het voorstel van de auditeur militair een teken dat er een onduidelijkheid is ontstaan waaruit men nog niet is gekomen of waarvan men aanneemt dat duidelijkheid door een in te stellen Constitutioneel Hof moet worden gebracht. Wanneer wordt het Constitutioneel Hof geïnstalleerd? Dat lijkt niet te gebeuren op korte termijn omdat dat geen prioriteit is geweest van vorige regeringen en ook niet van deze. De auditeur militair poneerde zijn visie, nadat de Krijgsraad aangaf ambtshalve kennis te hebben genomen van de wijziging van de Amnestiewet en daarover de visie wilde van de auditeur. Het Constitutioneel Hof zal in het kort uitspraken doen over de grondwettelijkheid van wetten (die zijn aangenomen), waaruit ook voortvloeit de wijze waarop de rechter en de vervolging met die wetten moet omgaan. Uit het voorstel van de auditeur militair proeven we dus dat de amnestiewet getoetst moet worden aan verenigbaarheid met de grondwet. Nu wordt door een jurist aan de kant van de nabestaanden beweerd dat het hele Constitutionele Hof in strijd is met de grondwet zelf. Het Constitutioneel Hof moet dus niet komen.
Met de amnestiewet heeft het parlement binnen de perken van de grondwet een besluit genomen zoals dat hem verstandig voorkwam. Hierna merken wij nu dat het strafproces op zich wel is veranderd. Er is onduidelijkheid over zelfs de wijze waarop die onduidelijkheid moet worden verduidelijkt. De komende dagen zal een discussie losbarsten over de staatsinrichting, de rol van het OM en de rechterlijke macht en de rol van de politiek. Daarin kunnen verassende standpunten worden ingenomen. Opmerkelijk is wel dat er vanuit volkenrechtelijke organisaties en landen waarmee diplomatieke banden heeft, interesse heeft bestaan voor specifiek de zitting van gisteren. De Amerikaanse ambassadeur John Nay was persoonlijk aanwezig. Voorts waren op de zitting vertegenwoordigers aanwezig van de Europese Unie en de ambassades van Frankrijk en Nederland.

error: Kopiëren mag niet!