Taal bevordert de integratie in een plurale samenleving

Dat opeenvolgende regeringen de importante rol die de gesproken taal in onze plurale samenleving te vervullen heeft, blijkt duidelijk niet goed begrepen te hebben vanwege het gevoerde taalbeleid. Het is triest na ruim 35 jaar onafhankelijkheid en langer dan een eeuw samenleven te moeten constateren  dat wij niet in staat zijn in de moedertalen van de diverse bevolkingsgroepen te communiceren, met als gevolg dat de integratie tussen de verschillende bevolkingsgroepen zo langzaam verloopt. De grootste regeringspartij heeft met succes de relatie tussen de politiek en etniciteit in sterke mate kunnen doorbreken. Het proces van de vreedzame integratie zet zich gestadig voort, waarbij de gesproken taal als bindmiddel functioneert. Teneinde de lezer een inzicht te doen verkrijgen in het taalgebruik van ons land zal globaal hier de voornaamste talen beschreven worden.
Huishoudens:
De officiële taal van ons land het Nederlands wordt door 57.577 huishoudens van de 123.463 huishoudens oftewel 46,6% van de huishoudens als de meest gesproken taal opgegeven. Nagenoeg evenveel huishoudens spreken Sarnami en Marrontaal en de derde plaats wordt door Sranangtongo bezet en het aandeel van Javaans is circa 5,6%. De overige talen maken ruim 5,0% van de huishoudens uit en zullen uit overweging van gering aantal niet besproken worden. De huishoudens waar de verschillende meest gesproken talen zijn, spreken de leden van de huishoudens:

  • Nederlands met als tweede taal: Sranangtongo 58,5%; Sarnami 12,9%; Javaans 10,5%; Marrontaal 2,5%; geen tweede taal 11,5%.
  • Sranangtongo met als tweede taal: Nederlands 57%; Sarnami 5,6%; Javaans 7,1%; Marrontaal 7,1%; geen tweede taal 12,6%.
  • Sarnami met als tweede taal: Nederlands 71,9%; Sranangtongo 14,3%; Javaans -; Geen tweede taal 12,8%.
  • Marrontaal met als tweede taal: Nederlands 21,8%; Sranangtongo 20,1%; Javaans-; Marrontaal 1,1%; geen tweede taal 55,7%.
  • Javaans met als tweede taal: Nederlands 47,6%; Sranangtongo 39,3%; Sarnami 0,3%; Marrontaal -; geen tweede taal 12,3%.

Verder zien we dat Nederlands (46,6%) de meest gesproken taal en Sranangtongo de meest gesproken tweede taal in het huishoudens is. Meer dan 23,6% spreekt Nederlands als tweede taal en een belangrijk deel van de huishoudens (19,2%) communiceert alleen in één taal. Huishoudens met de meest gesproken taal de “Marrontaal” spreekt bijna 55,7% alleen de Marrontaal en dit percentage ligt het hoogst in vergelijking met andere meest gesproken talen en varieert rond 12,0%. Nagenoeg evenveel huishoudens spreken Marrontaal en Engels als tweede taal.
Aantal personen
Wordt de gemiddelde huishoudgrootte gemeten aan de hand van de frequentie van de huishoudomvang naar de meest gesproken taal dan is de huishoudgrootte als volgt: Nederlands 3,9 personen; Sranangtongo 4,9 personen; Sarnami 4,2 personen; Javaans 3,5 personen; Marrontaal 4,3 personen.
De modale huishoudomvang van de meest gesproken talen in de huishoudens zijn namelijk: Nederlands 4 personen (20,4%); Sranangtongo 1 persoon (24,8%); Sarnami 4 personen (22,2%); Javaans 2 personen (24,8%); Marrontaal 1 persoon (21,8%); Totaal 4 personen (18,1%). Het blijkt dat Nederlands en Sarnami 4 personen omvatten, bij Sranangtongo en Marrontaal valt 1 persoon waar te nemen en tenslotte toont Javaans 2 personen. Het Sranangtongo (9,0%) dat de vierde plaats innam bij categoriseren van de meest gesproken taal, vervult nu de eerste plaats als belangrijkste communicatiemiddel tussen de verschillende bevolkingsgroepen en vertegenwoordigt 37.0% in de populatie. Dat de taal bevordert het begrijpen van de zeden en gewoonten van een plurale samenleving en heeft de kracht langs vreedzame weg de integratie tussen de verschillende bevolkingsgroepen te realiseren. Door de taal onderling te spreken, te verstaan ontstaan er meer vertrouwen, begrip, respect etc. tussen de verschillende etnische groepen.
Dat de grootste regeringspartij die zeer nationaal georiënteerd is, heeft in haar regeringsverklaring 2010-2015 paragraaf onderwijs verruimd haar visie m.b.t. taalbeleid van de volgende talen namelijk Sranangtongo, Sarnami, Javaans, Marrontaal, etc weer te geven. Deze omissie wordt door realisatie van de volgende aanbeveling gecorrigeerd “dat het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling nagaat op welke wijze op school de kinderen kunnen worden onderwezen in het spreken en verstaan van de volgende talen, waarbij de spreiding in acht wordt genomen:

  • Sarnami: schooljaar 2012-2013
  • Javaans: schooljaar 2013-2014
  • Marrontaal: 2014-2015

Dat het Sranangtongo hier uitdrukkelijk niet genoemd is vanwege het feit dat deze taal de maatschappelijke functie al vervult en getracht wordt juist de genoemde talen het verlangde niveau van Sranangtongo te doen bereiken.
Dayaram Girdhari

error: Kopiëren mag niet!