In het district Nickerie is een aantal burgers in het levensonderhoud van zichzelf en het gezin afhankelijk van de het verbouwen van rijst. Men beschikt over ettelijke hectaren grond die alleen bestemd is voor de rijstbouw. Anno 2013 was het totale rijstareaal ongeveer 55.000 hectare. Volgens Ramadhin zou 48.000 ha in Nickerie liggen en de rest in de districten Coronie en Saramacca. Volgens rijstdeskundigen zou de Surinaamse markt wat rijst en rijstproducten betreft bij een inzaai van 8.000 ha met een opbrengst van gemiddeld 5 ton padie per ha, voor 6 maanden verzadigd zijn. Als er in Suriname per seizoen 25.000 ha rijst wordt ingezaaid, moet het surplus van 17.000 ha geĆ«xporteerd worden. Door de minister van LVV is ooit beweerd dat 100 ha planten mogelijk moet zijn. Ook zou zijn beweerd dat er 10.000 ha meer wordt geplant nu door het beleid van de minister. Feit is dat de boeren ontevreden zijn, als uitgegaan wordt van hetgeen verklaard wordt door de padieboerenvereniging. Waar draait het probleem om? Met een bepaalde bijna voorspelbare cyclus verbonden aan de rijstcyclus (en het klimaat/ de seizoenen) gaat het om inzaaiproblemen, bemestingsproblemen, gebrekkig beheer van het water (inclusief breuken aan dammen en penetratie van zeewater), hoge brandstofprijzen, ziekten en plagen (incidenteel), oogstproblemen, problemen met betrekking tot de padieopkoopprijs, uitbetaling van subsidieĀø invoer van inputs (in relatie tot invoerrechten) schuldproblemen en rijstkaf. De boeren zeggen nu zelf dat men hen nu ziet als een klaagsector. Dat komt omdat voor een positieve economische zaak als de rijstbouw, het bestaan van LVV, de betrokkenheid af en toe van de president en de vicepresident, het onbegrijpelijk is dat er toch geen oplossing komt. Op den duur zal men zeker de schuld gaan zoeken bij de klagers. Wat af en toe toch wel opvalt, is dat rijstverbouwers hun positie vergelijken met dan bijvoorbeeld ambtenaren, vooral in periodes waar loonsverhogingen in de publieke sector worden doorgevoerd. Dan zegt men vaak dat de overheid de burgers niet gelijk behandelt, want ambtenaren zouden een salaris/inkomensgarantie hebben (voor het niets doen) inclusief sociale voorzieningen (ziektekostenregeling), terwijl men niets geeft aan de rijstboeren die dag en nacht moeten werken. Deze beredenering moet nu onderhevig zijn aan een attitudeverandering. De boer moet zich zien als een kleine of middelgrote ondernemer. Het is van belang dat de boeren een visie van de regering uitlokken met betrekking tot de rol die men weggelegd ziet voor de rijstsector. Men heeft het over de droom van een landbouwschuur, maar de exacte rol van de boeren is daarbij onbekend. De boeren zijn niet consistent in hun benadering en men lijkt steeds wakker te worden wanneer het probleem zich voordoet. Het moet duidelijk zijn dat de problemen van de boeren te herleiden zijn naar een centraal punt: het verbeteren van de businessklimaat in de rijstsector. In 2013 is enige activiteit geweest vanuit LVV naar of met betrekking tot de sector. Het ministerie beweert dat de onderlinge communicatie tussen boerenvertegenwoordigers en de verschillende werkarmen van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) in Nickerie beter moet worden, daarbij zeker doelende op de padieboeren. De minister had het over een āopendeurrelatieā. Maar LVV bouwt niet aan een overlegorgaan, waarin in tijden van vrede en conflict kan worden beraadslaagd. Uit de woorden van de minister blijkt dat de minister primair wil dat zaken niet in de media belanden en dat is een foute basis voor communicatie. In november werd door een consultant een rapport voor āverdere structurering van de rijstsector in Surinameā gepresenteerd aan LVV. Het Rijstorgaan van de president is onzichtbaar in de activiteiten van LVV. Adron, SPBA, de VPP, de rijstexporteurs (VRE) en het Overliggend Waterschap Multipurpose Corantijn Project waren bij dit rapport betrokken. Het is onbekend wat onder de verdere structurering moet worden begrepen, maar de problematiek van de rijstboeren gaat inderdaad om structurering. Gerefereerd werd wel naar een āproductschapā (voor: onderzoek, marketing en besluitvorming in de rijstsector en productie zaaizaad) voor te bereiden door een stichting. Er is aanbevolen om de Stichting Nationaal Rijstonderzoek Instituut (SNRI) de rol van productschap te laten vervullen. In december 2012 reageerde LVV door te stellen dat een infrastructuuronderhoudsproject van SRD 3.6 miljoen (door een onbekende aannemer) mede mogelijk maakt dat 100.000 ha door onze boeren kan worden ingezaaid. Voorwaarde moest wel zijn het bestaan van het productschap waarvan de stichting in januari een feit had moeten zijn. Daarvoor (in augustus/september) zou het ministerie gestart zijn met het in coƶperaties bundelen van de landbouwers in Nickerie. De rol van deze coƶperatie(s) in het productschap en de commissie moet wel duidelijk zijn. Eveneens is een duidelijke taakverdeling bij de overheid noodzakelijk, omdat naast LVV ook andere ministeries soortgelijke afdelingen hebben. Twee coƶperaties zijn in de maak, maar onduidelijk is of deze gedragen worden door de boeren en of ze van het nut overtuigd zijn (om te voorkomen dat ze een voortijdige dood sterven). Van elders weten we dat regeringen niet zwaar tillen aan deze organisaties, waardoor de vrees er is dat ze in hetzelfde onbelangrijke rijtje belanden. Eerder zou de LVV-minister ook hebben verklaard
(tweede helft 2013) dat hij āeen open oorā heeft voor āalle partijen van de rijstsectorā. Daarbij horen volgens LVV de SPBA, de VPP en de VRE. Wat LVV moet doen, is ogenschijnlijk tegenstrijdige belangen van deze verenigingen identificeren en daarover dialoog voeren. De boeren moeten actief meewerken in het structureren van de sector en ervoor zorgen dat ze actief kunnen participeren in de structuren. De staatszorg richting deze sector moet via overleg duidelijk worden. Landbouwpartijen zouden in principe een sterke voet aan de grond moeten hebben in Nickerie. De boer moet geen tijd verliezen en werken aan versterking van zijn positie door bundeling en voorkomen dat de politiek infiltreert.
