Wederom een Keti Koti

De Surinaamse gemeenschap in Suriname en Nederland herdacht op 1 juli het feit dat op 1 juli 1863 de prclamatie van de afschaffing van de slavernij in is gegaan. Op die  dag begon een periode van 10 jaar van Staatstoezicht waarin van de tot slaaf gemaakten werd verlangd dat ze arbeid bleven verrichten op de plantages. 

In Suriname wordt door niet de minst ontwikkelden uit bepaalde politieke partijen, soms docenten, beweerd dat Suriname voor de tweede keer dit jaar Keti Koti meemaakt. Wat betekent deze uitspraak? Het kan betekenen dat de nazaten van de tot-slaaf-gemaakten, dit jaar voor de tweede keer weer beleven de doorbreking van ketenen die door andere bevolkingsgroepen of nationaliteiten aan hen werd opgelegd. Ook een ambassadeur uit de gelederen van de NPS heeft zo een bericht op zijn Facebook-pagina gepost. En inderdaad is het dan geen opvatting van de NPS, maar de man was op de kandidatenlijst van de NPS en dan zit de partij aan je vastgekleefd 25 uur per dag, vooral wanneer je maatschappelijke of politieke opvattingen de ether in slingert. De man krijgt veel likes voor zijn populistische posts, niet zelden met een lichte etnische ondertoon, maar dat aantal staat niet in verhouding tot het lage aantal stemmen dat de man ving. Velen vinden hem geschikt, maar alleen in het openbaar, want anders verklaar je het aantal van 48 stemmen niet landelijk. 

Maar voor enkelen is de dag van 25 mei een bevrijdingsdag geweest die gevierd is door een bepaald bevolkingsgroep. Dat is heel confronterend om te vernemen hoe onze medeburgers de periode van 2020-2025 hebben ondergaan. Men heeft een zware minderwaardigheidscomplex opgelopen in eigen land, waar ze overal konden gaan en staan. Men heeft het staatshoofd met de dood bedreigd en dan zijn er burgers die van oordeel zijn dat zulks ongestraft moet plaatsvinden. 

We zien een heel gevaarlijke tendens in een periode die ongekend is in Suriname. Het presidentschap van 2020 heeft een zware maatschappelijke schok en trauma gebracht voor delen van de bevolking. Men is in haar eigen waarde gevallen, omdat men het zover heeft laten komen dat men zich een vreemdeling voelde in eigen land. Dat had puur te maken met de portretten die opeens aan de muur werden gehangen. We zien in elk geval nu dat de vijandige sfeer die in het land is geschapen, voort wordt gezet en straks waarschijnlijk zal worden verzilverd. 

We zien een gevaarlijke tendens dat, omdat we een bepaalde regering hebben gehad die voor een maatschappelijke trauma heeft gezorgd, er feitelijk een soort klimaat is ontstaan van een uitzonderingstoestand. Dat hebben we gezien bijvoorbeeld tijdens de stemming voor de voorzitter van DNA. Er zijn geen checks and balances en er wordt gewoon voor gekozen om massaal tegen de regels te handelen. Dat is geen goede voorbode wat er straks zal gebeuren nadat het zogenaamd regeren zal beginnen. 

We zien dat doordat de formatie van de regering nog niet tot een einde is gekomen, de spanningen in de samenleving voortduren. 

Slavernij is er in Suriname gelukkig niet meer, alhoewel sommigen door hun familieverleden zich al heel snel defensief worden en zich weer in die positie gedrukt voelen. Dat is onderdeel van het onverwerkt verleden waaraan een deel van de reparatiegelden dient te worden besteed. Bevolkingsgroepen zitten nog met onverwerkt  leed van hun ‘afo’s’ nog in hun systeem waardoor ze heel snel een minderwaardigheidscomplex, een gevoel van onderdrukking en een noodzaak van verdediging voelen. Eigenlijk hebben zo de bevolkingsgroepen in Suriname hun plaats niet verworven zoals dat moet zijn, men staat al te snel buiten het systeem en de maatschappij. 

Suriname is nog een verdeeld land en de politiek heeft daar grote voordelen aan. Maar de ware betekenis van slavernij is bij velen nog niet bekend. Moderne slavernij zou in Suriname wel voorkomen, maar vooral buitenlanders zouden daarvan het slachtoffer zijn. 

Op de dag na 1 juli blikken we kort terug op enkele data van de slavernij in Suriname, die niet zo lang geleden zijn afgeschaft.   

In 1808 had het Britse “tussenbestuur” de slavenhandel in Suriname reeds verboden. Het duurde tot 1863 voordat de slavernij in Suriname werd afgeschaft. Slavernij werd in de Britse koloniën in 1833 en in de Franse koloniën in 1848 afgeschaft. Volgens het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek werden 34.800 tot slaaf gemaakte personen in Suriname op 1 juli 1863 formeel in vrijheid gesteld.  Interne en externe factoren leidden ertoe dat de slavernij in Suriname werd afgeschaft. Een externe factor was de afschaffing van de slavernij in de naburige Engelse en Franse koloniën en een interne factor was het wegvluchten van slaven. Zij vluchtten naar gebieden of landen waar de slavernij was afgeschaft, bijvoorbeeld naar Brits-Guiana en Frans-Guyana. 

Voor de afschaffing van de slavernij had men te kampen met problemen zoals marronage en achteruitgang van bepaalde plantages, die werden aangevallen. De Nederlandse autoriteiten hebben hun excuses aangeboden voor het houden en uitbuiten van slaven, maar deze excuses waren niet duidelijk gericht aan mensen. Het waren ongeadresseerde excuses, dus ‘to whom it may concern’. Daarmee onthouden de nazaten van de slavenmeesters, -halers en -houders, de voorouders het menselijk gezicht, omdat ze de nazaten niet (als) persoon(lijk) benaderen. 

De excuses zijn hol, omdat het alleen een afzender heeft en geen ontvangers. De ontvangers hebben zich voor de gek gehouden door zich uit eigen beweging als geadresseerde te beschouwen. Het basale respect vanuit de Nederlandse regering ontbreekt nog totaal, en dat blijkt ook uit de wijze waarop men de nazaten hier in Suriname laat bedelen voor een visum om naar Nederland af te reizen voor familiebezoek.

Het Nederlandse bewind is nog steeds het meest wrede geweest in de slavernij, ook nu laten ze zich gelden.

De Surinaamse regeringen en de Nationale Reparatie Commissie die gekenmerkt wordt door slapte, dienen harder aan de bel te trekken.    

error: Kopiëren mag niet!