Door Robert Tait
Washington
Voor Donald Trump vertegenwoordigen de nationalistische pracht en praal van Bastille Day, de jaarlijkse viering van de Franse Revolutie in 1789, een uiting van militaire trots zoals die wordt getoond door autocratische regimes in Rusland, China en Noord-Korea. Ondanks haar status als supermacht zijn grote militaire vertoningen in burgerlijke settings in de VS eerder uitzondering dan regel.
Toch borduurt Trumps verlangen naar een militaire parade voort op een traditie die teruggaat tot het oude Mesopotamië, waar overwinningen werden vastgelegd in reliëfs van heldhaftige veroveringen. Ook het Romeinse Rijk kende militaire optochten, waarbij generaals en keizers door de straten marcheerden, vergezeld van buitgemaakte schatten en gevangenen.
Deze traditie werd overgenomen door Europese mogendheden, zoals Pruisen, waar gechoreografeerde parades met goosesteps een prototype werden voor andere legers. In Rusland en China zijn militaire parades een vast onderdeel van nationale vieringen, terwijl Noord-Korea ze gebruikt om haar leiders te verheerlijken.
In de VS zijn dergelijke vertoningen zeldzaam. Trumps “Salute to America” in 2019 was de eerste sinds 1991. Historisch gezien heerst er terughoudendheid tegenover militarisme in de hoofdstad, een erfenis van de founding fathers, die waakten tegen het tonen van militaire macht in burgerlijke settings.
