Vicepresident en ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk heeft benadrukt dat het toekennen van grond aan burgers geen strijdpunt is tussen de politieke partijen in de coalitie, maar een verantwoordelijkheid van de regering.
“Als mensen jarenlang ergens wonen, en de president zegt dat ze in aanmerking komen voor grond, dan is dat gewoon zo. Hij is de baas van de regeringā, aldus Brunswijk, tegenover lokale media bij een persmoment in zijn Kabinet.
De vicepresident reageerde op kritiek en verwarring rondom gronduitgifte, waarbij gesuggereerd werd dat de ABOP en VHP met elkaar concurreren. Brunswijk weerlegt dit stellig: “Er is niks aan de hand zolang het binnen het wettelijk kader gebeurt.”
Daarnaast sprak Brunswijk over de onderwijsĀcampus in Marowijne, waarbij hij benadrukte dat dit een regeringsinitiatief is. Hoewel hij erkende dat hij als vicepresident betrokken is bij de besluitvorming, vindt hij het belangrijker dat het project ten goede komt aan de gemeenschap, dan dat wie er uiteindelijk de eer krijgt.
āDie kinderen kunnen daar onderwijs genieten, dat interesseert mijā, zei hij. Hij wees er wel op dat de campus nog niet volledig functioneert: “De campus staat er al meer dan een jaar, maar het doel is nog niet bereikt. Zolang het niet volledig operationeel is ā met huisvesting en docenten ā is het werk nog niet af.”Ā
Brunswijk sloot af door aan te geven dat hij zich inzet voor structurele ontwikkeling in Marowijne en benadrukte opnieuw dat persoonlijke eer voor hem ondergeschikt is aan maatschappelijk resultaat.
