“Weetjes” rond 150 jaar Hindostaanse Immigratie  

Mevrouw Sharmila Ramratan vertelt over haar ouders en grootouders in gesprek met Dagblad Suriname. Haar moeder Sandhya was van het district Saramacca en vader was van het district Commewijne. Haar vader is toen enkele keren naar de suikerrietplantage te Mariënburg geweest om werk te zoeken, echter zonder succes, dus ging hij naar Paramaribo. Na heel hard werken als kleermaker is hij de bekende eigenaar van “Maat en confectiebedrijf La vida” aan de Zwartenhovenbrugstraat.

Als je toentertijd geen hemd of broek van “La Vida” droeg, werd je bestempeld als “ouderwets”.  hemd met broek kostte toen 3,50 Surinaamse gulden. Met 20 arbeiders die hij had, kon hij per dag 150 hemden stikken. La Vida Bhaansing is een “self-made man” en werd ook wel “Lavi” genoemd en zijn vrouw “Jufi”. Samen hebben zij 5 kinderen.

Sitarie Malhoe was haar “per nana” (overgrootvader) en Bispatia Malhoe-Bikha haar “per nanie”(overgrootmoeder), ze woonden in het district Saramacca. Sitarie Malhoe was een handelaar en had een winkel. Hij had zijn eigen rijst-, cacao-, oerdi- en vruchtenveld. Hij maakte ook houtskool. Hij organiseerde bootwedstrijden en had zijn eigen lichtmotor. Hij was een muziekliefhebber en had “gramophone platen” en grote luidsprekers.

Op de feestdagen, zoals Holi, draaide hij heel luide muziek, waar de mensen van “heinde en ver” op af kwamen om te genieten. Hij speelde ook muziekinstrumenten, zoals “sitaar” en “mandolin”.Van koningin Wilhelmina nam hij een medaille in ontvangst.

(Rahana N)

error: Kopiëren mag niet!