Ageren tegen processen Constitutioneel Hof is afstand nemen van Grondwet

“Ik zweer (beloof) gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan alle andere wettelijke regelingen”, dat is de eed of belofte waaraan de vicepresident, vp, van het land zich heeft onderworpen. Het Constitutioneel Hof (CH) en zijn taken staan in artikel 144 van de Grondwet. Wanneer de vp zich nu verzet tegen een proces bij het CH, dan verzet hij zich tegen de Grondwet en handelt hij in strijd met zijn eed. Dan is dan de tijd rijp dat hij zijn functie van vp neerlegt of geholpen wordt van die functie in DNA. 

De rechtstaat Suriname is onder zware druk, nu voor het eerst vanuit een regeringspartij op een wijze zoals nooit eerder vertoond. We hebben eerder gehad verbale aanvallen en intimidatie van de rechterlijke vanuit de NDP in de zaak tegen de partijvoorzitter. Dat was intimidatie van de ene macht naar de andere. Wat we nu zien, voor het eerst, is een aanval en intimidatie vanuit de uitvoerende macht op de uitvoerende macht. We zien al geruime tijd dat vanuit de ABOP en haar voorzitter en aanvallen en intimidatie worden gepleegd richting de vrij pers. Het geval van Jason Pinas is daarvoor illustratief.

Recent is weer door de vp aangegeven tijdens een persmoment dat de pers hem gebedeld heeft om weer met elkaar te praten. En dat hij nu in overweging had om de pers te boycotten, zoals zij dat ooit had gedaan. Deze uitspraken zijn niet in goede aarde gevallen en illustreren te vijandige houding van de vp en zijn partij naar de vrije pers. 

Wat zeer te betreuren is, is ook de aanval die vanuit de vp gegaan is richting een advocaat die gewoon haar werk heeft gedaan. In 1982 zijn advocaten vermoord gewoon omdat zij hun werk hadden gedaan. Wij hebben in Suriname een Wet Constitutioneel Hof en die wet geeft bepaalde rechten aan rechtspersonen en natuurlijke personen. Zij mogen niet alleen wetten maar ook bestuursbesluiten (zoals staatsbesluiten, resoluties en beschikkingen) voorleggen aan het CH en dit vragen om zich daarover uit te spreken. Dat verzoek gericht aan het CH is geen daad van vijandschap, maar een grondwettelijk recht waarvan (rechts)personen gebruik maken. En daarvoor mogen ze advocaten inzetten als prcesgemachtigde. Die advocaat oefent dan gebruik van de rechten en vrijheden van haar beroep uit. Het kiesstelsel is allang onderwerp van kritiek. Ook wij zijn van oordeel dat het kiesstelsel niet rechtvaardig is. Er zijn nu burgers die menen dat het niet grondwettelijk is, en dat het indruist tegen internationale beginselen van de democratische rechtsstaat. En wie is dan beter geschikt om daarover een oordeel te vellen dan een Constitutioneel Hof. Burgers mogen ook een missive welke door de vp is getekend naar het CH brengen, of een staatsbesluit of beschikking die voorbereid of uitgevaardigd zijn door een minister van de Abop. Zal de vp dan weer de advocaat gaan bedreigen die deze zaak naar het CH begeleidt. 

Wat de vp heeft gedaan is aangeven dat hij tegen de Surinaamse Grondwet is, omdat het functioneren van het CH gestoeld is op uitdrukkelijke bepalingen in de Grondwet. De Vierde Afdeling van Hoofdstuk XV, dat gaat over ‘De Justitie’, is geheel en al gewijd aan het CH. Het CH heeft 2 taken volgens de Grondwet. Ten eerste, het toetsen van de inhoud van wetten (of gedeelten daarvan) aan de Grondwet en verdragen. Een andere taak van het CH is het beoordelen van de verenigbaarheid van besluiten van overheidsorganen met de grondrechten genoemd in de Grondwet. Het CH heeft het recht te vinden dat er sprake is van strijd van wetten, staatsbesluiten, resoluties of beschikkingen met de Grondwet of verdragen, dan zijn deze wetten, staatsbesluiten, resoluties of beschikkingen ‘onverbindend’. Dat betekent dat deze wetten etcetera de burger en staatsorganen niet meer binden en dat de burger zich niet meer daaraan hoeft te houden. Het kan ook ervoor zorgen dat er een vacuüm ontstaat, omdat er op een bepaald gebied geen wet of geen organieke wet meer bestaat waarmee staatsorganen of publieke functionarissen kunnen en mogen werken. 

Dat kan ook het geval zijn met de Kiesregeling. Dat zal dan betekenen dat er een andere Kiesregeling (dat is een wet) moet komen die het vacuum van het wegvallen van de Kiesregeling moeten opvangen. En in deze kiesregeling wordt dan inhoud gegeven aan een meer rechtvaardig kiesstelsel. Wij menen dat de Kiesregeling niet rechtvaardig is.

Wanneer een democratie pas in werking treedt en de nationale bevolking nooit eerder in staat was om op basis van de nationale realiteit en gevoelens politiek beleid te maken en de staat staatsrechtelijk in te richten, dan kan het zijn dat in een overgangsperiode naar totale emancipatie, aan groepen of geografische gebieden relatief meer recht op politieke participatie wordt gegeven.

Maar, in 2022 kan niet gezegd worden dat we in een overgangsperiode zitten. Suriname is een land (en geen kolonie meer) binnen het koninkrijk sinds het Statuut van 1954. Toen begonnen Surinaamse politici en politici van en door Surinamers met roots ook in het binnenland en de districten mee te doen aan de verkiezingen, in de Staten van Suriname en in de regering. Dat is inmiddels al 68 jaar geleden.

De grote staatsrechtelijke doorbraak kwam in 1975, met complete staatsrechtelijke soevereiniteit, een voortzetting van het algemeen kiesrecht en algemene, vrije en geheime verkiezingen. Na 1954 kan 1975 als een moment worden gezien waarin op basis van nationale sentimenten een overgangsperiode wordt ingebouwd met relatief meer politieke inspraak van bepaalde groepen. De overgang treedt dan in na volledige emancipatie van die geografische gebieden etcetera. We leven al 47 jaar verder. 

Kunnen we praten van minder geëmancipeerde groepen in Suriname en achterstanden veroorzaakt door het bestuur? We dachten het niet, de politieke participatie is daar en spreekt boekdelen. Het is tijd dat we in Suriname gaan naar 1 man, 1 vote en dat moet zijn weerslag vinden in het kiesstelsel. Burgers moeten staatsrechtelijke middelen aanwenden om op dat punt te komen binnen het staatsrechtelijk bestel en het CH speelt daarin een belangrijke rol.

We hopen dat het CH het kiesstelsel onverbindend verklaart en dat we daarna gaan naar een meer rechtvaardige kiesstelsel. De vraag rijst dan of een vp die niet gelooft in zeer cruciale delen van de Grondwet en de rechtsstaat, nog op de stoel van de vp kan zitten. Wij dachten dat de vp bij zijn beëdiging in de functie, trouw aan de Grondwet vertoont. Maar, de vp is niet trouw aan de Grondwet als hij processen van het CH wenst te dwarsbomen met het uitroepen van burgerlijke ongehoorzaamheid tegen… de president. Elk protest waarmee de vp de regering bedreigt, is een politieke bedreiging van een politieke partner en de president van de Republiek Suriname.

error: Kopiëren mag niet!