“Waar vind je nu een werk?”

“Geld komt niet naar binnen en de belasting blijft maar stijgen. Kom je een maand niet voldoen, dan krijg je een boete en nog wat ellende, maar je kan er niets aan doen”, zegt Poyo. Hij is bouwvakker en kan nog geen werk vinden. Door de kleine klusjes kan hij nog brood kopen voor school voor de kinderen en een pak bouten en groenten.

“De kinderen zijn door de situatie ook genoodzaakt te lopen naar school. Om vijf uur gaan de drie kinderen uit huis en zijn tegen half zeven of zeven uur zelfs op school.”

Poyo geeft aan, dat hij wel met de kinderen meeloopt. “Wanneer de kinderen op school zijn aangekomen, kijk ik even verder als ik een werk kan vinden. In geval ik niets vind, haal ik ze van school en loop weer met de kinderen naar huis. In geval ik een werk heb gevonden, lopen zij samen naar huis en komt mijn vrouw, dus hun moeder, hen op de hoek halen. Het is vermoeiend, maar daaraan kan ik niet veel doen. Waar vind je een werk nu?”

Gershon die taxi rijdt, geeft aan dat het ook moeilijk is voor hem. “Men denkt dat taxichauffeurs veel geld maken, maar dat is het helemaal niet. Als je niet veel ritten hebt, dan haal je het niet om de huur en belasting te betalen. Belasting lukt mij niet en hoop ik dat met de opheffing van de avondklok ik toch meer verdiensten krijg. Door dagelijks schoolkinderen te rijden heb je wel geld, maar pas eind van de maand. Door de maand moet ik dan kijken hoe mijn gezin en ik het overleven. Er moet een verandering komen hierin. Het is vaak gezegd, maar ik hoop dat het nu wel goed komt.”

TM

error: Kopiëren mag niet!