âHet gaat niet alleen om wat de verdachte zegt, maar ook om de lichaamstaalâ
De uitbreiding van het Coronavirus blijft ook in de wereld van de rechtsspraak niet onopgemerkt. Verschillende advocaten geven aan dat zij de cellenhuizen mijden en zaken vooralsnog zoveel mogelijk telefonisch afhandelen.
Advocaat Irene Lalji zegt de bezoeken aan de huizen van bewaring te vermijden ter bescherming van de eigen gezondheid. De advocaat wijst erop dat gedetineerden nu vrijer kunnen communiceren via de telefoon omdat ze geen bezoek krijgen en hun advocaten niet kunnen zien. Dit geldt vooral voor de gedetineerden waarvan de straf voor tweederde deel reeds achter de rug is. Deze groep communiceert gemakkelijker met hun advocaat via de telefoon. Bij de politiebureaus heeft de advocaat gemakkelijk toegang. In zulke gevallen hebben zowel de advocaat als de gevangenen hun mondkap op meldt Lalji.
Telefonische verhoren
Op de rechtszittingenbeschikken de verdachten over een mondkap. âVeel zaken worden uitgesteld en de onzekerheid bij verdachten neemt toeâ. Laji wijst ook op de situatie dat het strafrecht aan termijnen is verbonden en wanneer de rechter ziet dat termijnen verstrijken dan zijn er telefonische verhoren. âDe rechter legt dan contact met de politiepost, waar de verdachte samen met de inspecteur en meestal een verbalisant in een kamer is. Als advocaat is er de keus om op de zitting aanwezig te zijn of bij de cliĂ«nt op de politiepost. Dan gebeuren de verhoren telefonischâ.
Nadelig
Lalji wijst op een paar zaken die nadelig kunnen uitpakken voor de verdachten. âDe verdachte kan zich mogelijk niet op zijn of haar gemak voelen. Ook ontbreekt de persoonlijke waarneming van de rechterâ zegt Lalji. Die waarneming van de rechter is een van de bewijsmiddelen en dit aspect komt weg te vallen vertelt de advocaat. âWant de âbody languageâ kan niet meer worden afgelezen, het gaat niet alleen om wat de verdachte zegt, maar ook om de lichaamstaalâ. Dit komt weg te vallen verduidelijkt Lalji.
Openbaar karakter
De advocaat vertelt ook dat strafzittingen een openbaar karakter hebben, uitgezonderd zaken die vanwege hun aard achter gesloten deuren moeten worden gehouden. âNu wordt een beperkt aantal personen en in beperkte mate de media toegelaten, met als gevolg dat het openbaar karakter van zo een rechtszitting in principe weg komt te vallenâ. Advocaat Chandra Algoe merkt ten aanzien van dit punt aansluitend op dat het openbare karakter van de zittingen in gevaar komt nu de pers niet aanwezig kan zijn. âHet is juist belangrijk dat de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid door de openbaarheid getoetst kunnen worden door de man van straatâ stelt Algoe. Ook Algoe onderstreept het belang van de rechterlijke waarneming als deel van de bewijsmiddelen op de terechtzitting. Algoe zegt dat als de rechter alleen telefonisch bezig is, zaken als de proceshouding van de verdachte en de expressie niet zichtbaar zijn âen dit kan in het nadeel van de verdachte uitgelegd wordenâ.
Spoedwetgeving
Onze wetgeving is nog niet afgestemd op deze nieuwe situatie. Lalji haalt aan dat nu spoedwetgeving nodig is om deze nieuwe omstandigheden wettelijk goed te regelen. âTelefonische verhoren zijn nergens in ons wetboek genoemdâ merkt Lalji op. De advocaat zegt aanvullend dat zij zich van de noodsituatie bewust is, maar is juist om die reden er voorstander van om de nieuwe omstandigheden van een wettelijk kader te voorzien. âWant doordat we de coronagevallen willen beperken wordt het publiek geweerd, maar daarmee komen we aan de openbaarheid van de strafzittingenâ. Ze wijst net al Algoe op het belang van het openbaar zijn van de zittingen. Vandaar dat Lalji er voorstander van is dat het parlement vaart zet achter de totstandkoming van deze wettelijke kaders middels spoedwetgeving. âOm zaken op een ordelijke en wettelijke manier vast te stellenâ.
Faciliteiten
Tot nu toe ontbreken faciliteiten als het verhoren van verdachten via een beeldscherm zodat rechters ook de lichaamstaal kunnen aflezen. Lalji is voorstander van de aanwezigheid van dergelijke middelen en ook hier is een taak voor het parlement weggelegd om het wettelijk te regelen zodat verhoren zodanig worden afgenomen waarbij verdachten in beeld te zien zijn.
Cellenhuizen herinrichten
Advocaat Krish Bhoendieneemt ook de cellenhuizen onder de loep in deze periode waarin gesproken wordt van het nieuwe normaal. âDe mensen zitten daar met meer dan 5 personen in een celâ. De strafpleiter vraagt of de âsocial distanceâ van 1.5 meter in acht genomen kan worden en geeft zelf het antwoord. âNee toch, de cellenhuizen moeten worden heringerichtâ. Hij maakt de vergelijking met het hoogste college van staat, De Nationale Assemblee (DNA). âDaar hebben ze ook moeten herinrichten, ook bij bijeenkomsten zie je dat die 1.5 meter in acht wordt genomenâ. Bhoendie pleit voor het aanpassen van de cellenhuizen aan de nieuwe situatie. âWant het besmettingsgevaar is reĂ«el aanwezigâ aldus Bhoendie
RB