Minister Gilmore Hoefdraad van Financiën deelde onlangs op de eerste bijeenkomst van de Vereniging van Economisten (VES) mee dat er goede vooruitzichten zijn voor de inkomsten van de staat. Hij gaf een uiteenzetting van de vooruitzichten, maar heeft daarmee dan nog niet naar voldoening van een ieder kunnen werken. Activist Curtis Hofwijks vond het in ieder geval dapper van de bewindsman om te staan op een podium van een vereniging, waarmee hij vaak overhoop heeft gelegen. “Hij deed beledigende uitspraken naar de groep economen toe, alsof hij de enige zou zijn met kennis over economie. Het is toch gedurfd om op zo een bijeenkomst te gaan. Dit is een goed begin. Het betrekken van andere economen bij het beleid, waaronder die van de VES, is aangeraden. VES zag in ieder geval de gevaren van tevoren aankomen. Naar hun luisteren is dus ook goed”, zegt Hofwijks.
De betalingsbalans ziet er volgens de bewindsman beter uit. De inflatie neemt af. Iamgold, Newmont en Staatsolie hebben positieve projecties die groei indiceren. De financiële sector is stabiel gebleven. De Surinaamsche Bank is zich ook aan het herstellen. De monetaire financiering is stopgezet. De opzet van de Paranam Industrial Complex is dichterbij. Er wordt gewerkt aan de Belasting Toegevoegde Waarde (BTW). De wisselkoersen zijn stabiel. Er wordt ook geïnvesteerd in technologie en infrastructuur. Al deze zaken werden door Hoefdraad opgesomd. Hij deed dit echter in navolging op de uitspraak: het ‘leenbeleid’ wordt met wat wijzigingen in 2018 voortgezet. De bewindsman gaf aan dat er gewerkt wordt aan een ‘debt management’ strategie en ‘herschikking’ van bepaalde leningen. “Onze focus moet sterk zijn om doordacht, consequent het leningenbeleid verder uit te kunnen voeren, maar slechts voor datgene wat noodzakelijk is”, zei de Financiën-voorman.
De aanwezigheid van Hoefdraad op een VES-bijeenkomst verklaart Hofwijks als volgt: “Misschien begint hij zelf te twijfelen aan zijn eigen deskundigheid”. “Het maakt niet uit wat ik doe, het gaat toch niet, dus misschien hebben de mensen (VES) wel gelijk.” Hofwijks benadrukt dat het lenen op zich niet verkeerd hoeft te zijn. Lenen moet echter verantwoord geschieden. Meer dan de eigen terugbetaalcapaciteit lenen, ziet hij niet graag. Hofwijks tracht dit te vergelijken met een doorsnee burger die geen lening kan krijgen bij een lokale bank, als diens terugbetaalcapaciteit niet belovend is. De burger wordt in beginsel ‘beschermd’ tegen verdere achteruitgang. “Hoefdraad geeft echter zelf aan dat het schuldplafond is gestegen. Wij stellen dat het plafond is overschreden, want men manipuleert met cijfers. Het maakt dus niet uit als wij meer inkomsten hebben uit de mijnbouwsector. Al de inkomsten zijn al gereserveerd voor het aflossen van de leningen. Daarom wil hij sommige leningen herschikken. Waarom anders zou je leningen herschikken als je het kunt aflossen? Leningen zal je alleen herschikken als je het niet kunt aflossen”, zegt Hofwijks. Wat Hofwijks telkens mist in uiteenzettingen van Hoefdraad, zijn inderdaad effectieve en zichtbare bezuinigingen van de regering.
Kavish Ganesh