Suriname is officieel erkend als malariavrij land door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) – als eerste in de Amazone-regio.
“Het is een prestatie waar we trots op mogen zijn”, aldus internist-infectioloog Stephen Vrede in gesprek met ABC. “Maar het vraagt om blijvende inzet en waakzaamheid.”
Hij waarschuwt dat de strijd tegen malaria met deze erkenning niet voorbij is. “De ziekte komt nog voor in de regio en als we niet alert blijven, kan malaria zich opnieuw verspreiden.”
“Het pad naar een malariavrij land is geen gemakkelijke route geweest”, stelt Vrede. “Het traject heeft meer dan dertig jaar geduurd. Je moet elk malariageval gedetailleerd documenteren én bewijzen dat het niet in Suriname is ontstaan, maar uit het buitenland is meegebracht.”
In april van dit jaar was in Suriname een grondige evaluatiemissie van tien dagen. Daarbij werd specifiek gekeken naar hoe Suriname malariagevallen beheert en of er nog sprake was van lokale transmissie.
Suriname moest aan strikte eisen voldoen. Alle infecties moesten volledig traceerbaar zijn tot buitenlandse herkomst en het land moest ook kunnen aantonen dat in alle risicogebieden adequate diagnose en behandeling beschikbaar zijn. De WHO wilde vooral zeker zijn dat herintroductie van malaria snel en effectief bestreden kan worden.
In 2018 werd een Malaria Elimination Taskforce opgericht door het ministerie van Volksgezondheid. Voor hen is de officiële erkenning een belangrijke overwinning.
Dankzij de intensieve samenwerking tussen gezondheidswerkers, veldteams en dorpsgemeenschappen is het gelukt om de lokale overdracht van malaria volledig stop te zetten.
Volgens Vrede is er ruim 3,5 jaar geen enkele lokale besmetting meer vastgesteld. Wel zijn er jaarlijks 50 tot 100 importgevallen, vooral uit Guyana, Frans-Guyana en Brazilië.
Paraguay in 2018 en Argentinië in 2019 gingen Suriname voor, met deze certificering.
Eerder is Suriname al door de WHO erkend als polio- en filariavrij. Het laatste poliogeval in Suriname was in 1980.
