De goudkoorts in Peru blijft mensenlevens eisen. In de noordelijke provincie Patáz zijn zondag dertien goudzoekers dood aangetroffen in een mijn, enkele dagen nadat ze waren ontvoerd.
Terwijl de overheid de noodtoestand afkondigt, grijpen criminele bendes steeds meer de macht – met dodelijke gevolgen. Volgens mijnbouwbedrijf Poderosa, eigenaar van de faciliteit, zijn de slachtoffers vermoedelijk vermoord door gewapende bendes die samenwerken met illegale goudzoekers.
De vondst vond plaats na een intensieve zoektocht door de politie in de provincie Patáz, een regio die al maanden wordt geteisterd door extreem geweld.
De slachtoffers werkten voor een onderaannemer van Poderosa, een beursgenoteerd bedrijf dat recent al vaker doelwit werd van criminele aanvallen. “Al 39 werknemers en goudzoekers zijn de afgelopen tijd gedood door de criminele bendes die de controle hebben (over)genomen over de stad”, zegt het bedrijf.
Peru is een van de grootste goudproducenten van Latijns-Amerika, maar de keerzijde van die rijkdom wordt steeds zichtbaarder. In de goudrijke regio’s, zoals Patáz en de industriestad Trujillo, gaan criminele organisaties steeds driester te werk. Ze gebruiken geweld, afpersing en illegale mijnbouw als instrumenten van controle.
De overheid riep in deze regio’s de noodtoestand uit, maar dat lijkt nauwelijks effect te hebben.
“Een spiraal van ongecontroleerd geweld”, zo omschrijft mijnbouwbedrijf Poderosa de situatie.