Studenten uit China en Hongkong die in het buitenland studeren leven in angst voor intimidatie, pesterijen en controle vanuit de regering in Peking. Dat zegt Amnesty International in een nieuw rapport over de ‘transnationale onderdrukking in buitenlandse universiteiten’.
Ook familieleden die in het thuisland zijn achtergebleven, zijn een doelwit.
De mensenrechtenorganisatie verzamelde zo’n dertig getuigenissen van Chinese studenten, die ‘een huiveringwekkend beeld scheppen van de manier waarop de overheden van China en Hongkong proberen de studenten het zwijgen op te leggen, zelfs al zijn ze duizenden kilometers van huis’.
Het rapport On my campus, I am afraid citeert onder meer het verhaal van een studente van wie de vader werd geïntimideerd door agenten van de Chinese veiligheidsdiensten. Dat gebeurde enkele uren nadat ze had deelgenomen aan een herdenking van het bloederige optreden tegen prodemocratische manifestanten op het Tiananmenplein in 1989.
Bijna een derde van de studenten met wie Amnesty sprak had het over intimidatie van de Chinese autoriteiten tegenover familie, om te voorkomen dat de studenten de regering en haar beleid zouden bekritiseren tijdens hun verblijf in het buitenland.
