Basisgeldhoeveelheid in toom
De wekelijkse termijndeposito (TD) veiling van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) heeft deze week een geldhoeveelheid van SRD 1.321,8 miljoen opgehaald. Deze geldhoeveelheid wordt tijdelijk uit circulatie gehaald en vastgehouden gedurende de looptijden waarvoor de TDās zijn uitgegeven.
Het geveilde bedrag (OMO-volume, Open Markt Operaties) bedroeg deze week SRD 1.500 miljoen.
Aan de TD-veiling doen commerciƫle banken mee.
Het 1-weekse TD-instrument heeft een bedrag opgehaald van SRD 593,7 miljoen. Deze werd toegewezen tegen een jaarrente van 30,8 procent, een daling van 1,3 procentpunt ten opzichte van vorige week.
Bij de 1-maandse TDās is een totaal bedrag van SRD 507,5 miljoen toegewezen tegen een jaarrente van 43 procent. Dit is een stijging van 0,9 procentpunt ten opzichte van vorige week.
De 3-maandse TDās leverden deze week SRD 220,6 miljoen op. Deze werd toegewezen tegen een jaarrente van 46,9 procent, een daling van 0,2 procentpunt.
De jaar-op-jaar inflatie per eind december vorig jaar bedroeg 32,6 procent. De verwachting is dat dit eind dit jaar onder 20 procent zal uitkomen. Het Internationaal Monetair Fonds, IMF, schat de inflatie per eind dit jaar op rond de 17 procent. De Surinaamse monetaire autoriteiten houden het volgens haar eigen berekeningen op rond de 11 procent.
Macro-economische situatie
De macro-economische situatie is aan het verbeteren. De wisselkoers is al meer dan 6 maanden stabiel en vertoont de laatste 2 tot 3 maanden zelfs een dalende trend. De laatste paar dagen is de snelheid waarmee de wisselkoers is gedaald heel opmerkelijk.
De basisgeldhoeveelheid in omloop (M0), waar het bij de Open Markt Operaties (OMO) van de Centrale Bank van Suriname vooral om te doen is, is in toom. Eind vorig jaar viel deze significant lager uit dan het maximum overeengekomen met het IMF.
Monetaire maatregelen van de CBvS en fiscale maatregelen van de overheid hebben ervoor gezorgd dat er niet te veel geld (SRDās) in omloop is. Er is sprake van een afname van de kredietverlening door de commerciĆ«le banken. De leenrente bij de banken blijft hoog en de verwachting is dat deze de komende maanden zal aanhouden.
FinanciĆ«n-minister Stanley Raghoebarsing zei onlangs, dat de OMOās van de CBvS zonder meer positieve effecten hebben op de stabilisatie van de koers. Er is sprake van een ruim aanbod van vreemde valuta op de markt, tegenover een sterke afname van de vraag. De hoge beleggingsrente maakt het aantrekkelijker om in SRDās te beleggen. Banken en wisselkantoren doen er alles aan om hun vreemde valutaās op de markt af te zetten.
De hoge leenrentes bij de banken kunnen echter uitdagingen met zich meebrengen voor de economische bedrijvigheid in het land. Vooral voor het klein- en middenbedrijf (MKB) zijn de hoge rentekosten ontmoedigend.
De aanhoudende koersdaling, als gevolg van de werking van het flexibele wisselkoerssysteem, brengt zowel voordelen als ook risicoās met zich mee. De overheid derft bijvoorbeeld inkomsten (uitgedrukt in SRD) bij een dalende wisselkoers. Voor de lokale exportsector kan een dalende wisselkoers een verslechtering van de concurrentiepositie betekenen. Koersdalingen kunnen daarentegen gunstig uitvallen voor aflossingen van de buitenlandse staatsschuld.
SS

