Exportprijs Surinaamse rijst ligt hoger dan wereldmarktprijs

De exportprijs van Surinaamse rijst ligt hoger dan de gemiddelde wereldmarktprijs. Hierdoor stagneert de export van Surinaamse rijst naar afzetmarkten in de regio. 

President Chandrikapersad Santokhi zei vorige week tijdens de begrotingsdebatten in het parlement, dat de regering in de voorbije periode nieuwe afzetmarkten heeft aangeboord, maar dat door de hoge exportprijs van Suriname de afzet maar niet goed op gang kan komen. 

Onder meer noemt hij afzetmarkten op de Dominicaanse Republiek en Haïti waaraan hij niet zo lang geleden vergezeld van de private sector werkbezoeken heeft gebracht. Er is wel voldoende belangstelling voor Surinaamse rijst, maar de exportprijs van Suriname vormt voor afnemers het belangrijkste obstakel. 

Met Cuba, waar ook belangstelling bestaat voor Surinaamse rijst, speelt een ander probleem, met name die welke te maken heeft met de betaling. Dit komt vanwege de economisch-financiële situatie van het land. Met het eiland zal het een soort “bartel deal” moeten worden, waarbij Suriname in ruil voor rijstexporten goederen betrekt van Cuba. Op dit moment wordt in dat verband naar de mogelijkheden gekeken.

Uitdagingen rijstsector

De hoge exportprijs van Surinaamse is een van  de vele uitdagingen waarmee de Surinaamse rijstindustrie kampt. De hoge exportprijs  heeft te maken met de hoge productiekosten van Surinaamse rijst. Surinaamse padieboeren kampten in de afgelopen jaren met sterk verhoogde productiekosten. Het gaat daarbij niet alleen om de gestegen kosten van inputs zoals kunstmest en brandstof. Er is ook sprake van inefficiëntie, onder meer vanwege achterstallig onderhoud van de natte- en de droge infrastructuur. Er zijn jarenlang ook geen nieuwe rijstrassen ontwikkeld. De oogstopbrengsten van padie per hectare zijn afgenomen. 

Boeren kampen ook met het probleem van toegang tot “goedkoop” kapitaal om te produceren. De hoge rentekosten van geleend geld dragen bij aan de verhoogde productiekosten. 

De productiekosten van de padieboer staan niet in een gezonde verhouding met een concurrerende exportprijs. Dit probleem ligt ten grondslag aan het  steeds terugkerende probleem van padieopkoopprijs bij elk seizoen. 

In de voorbije seizoenen heeft de rijstsector ook nog te kampen gehad met het probleem van wateroverlast en een rattenplaag. De overheid heeft daarbij noodzakelijkerwijs moeten inspringen om de boeren te compenseren voor geleden schade en verliezen. 

Compensatie boeren

De boeren zijn in het recente verleden gecompenseerd met kunstmest. Nu steekt de rattenplaag weer de kop op. Door de lage opkoopprijs van padie het afgelopen seizoen zouden de boeren weer gecompenseerd worden. Op vragen hierover in het parlement zei president Santokhi dat ook deze keer de boeren met kunstmest gecompenseerd zullen worden. Daarnaast bestaat ook de roep om de boeren financieel tegemoet te komen, en daarover heeft hij Financiën-minister Stanley Raghoebarsing al gevraagd om de mogelijkheden  te bekijken. 

Het afgelopen seizoen hebben padieboeren gemiddeld rond de SRD 650 gekregen voor een baal padie van 79 kilogram. De regering heeft bij de Vereniging van Rijstexporteurs (VRE) een opkoopprijs van SRD 850 kunnen bedingen. In de praktijk werd deze prijs echter niet gehanteerd. De boeren dringen aan op compensatie van het verschil in prijs. Het kan bij hen er niet in, dat het seizoen daarvoor zij al gemiddeld SRD 850 voor een baal padie kregen, en nu na de vele verhogingen van de prijzen van brandstof en inputs, zij juist minder krijgen voor hun padie.     

SS

error: Kopiëren mag niet!