De Guyanese president Irfaan Ali heeft de nazaten van de slaveneigenaren in de Caribbean opgeroepen om reparaties / compensatie te betalen. Dat deed de president in navolging op excuses die door een familie zijn uitgesproken naar aanleiding van de rijkdommen die door deze familie is vergaard als gevolg van de slavernij. De Guyanese president maakte bekend dat de Caricom-landen, dus met Suriname, een Brits advocatenkantoor in de arm hebben genomen om herstelbetalingen van de betrokken landen te vorderen. Suriname moet bij deze actie betrokken zijn, maar deze openheid is door de Surinaamse regering niet verschaft.
De president van Guyana heeft nakomelingen van Europese slavenhandelaren opgeroepen om herstelbetalingen aan te bieden. Het doel hiervan moet zijn om ‘historische fouten recht te zetten’. Maar de Guyanese president liet het niet daarbij. Hij eiste ook dat degenen die betrokken waren bij de transatlantische slavenhandel en de Afrikaanse slavernij, postuum zouden worden aangeklaagd voor misdaden tegen de menselijkheid. Postuum betekent dus ‘terwijl de betrokkenen zijn overleden’. Het gevolg moet dus zijn dat deze personen, die in sommige landen, in het openbaar middels standbeelden, in de schoolboeken en in de nationale psyche, als helden worden uitgebeeld, als criminelen zullen worden veroordeeld. Dat zal leiden tot verzet van nationalisten in die landen. Opmerkelijk is dat de bewoners van de landen, ook jongeren, bewust trots zijn op hun helden, omdat ze niets hebben nagelaten om hun naties en hun nazaten welvarend te maken. De opmerkingen van de president van de zuiderburen staan niet op zich. Vorige week zijn officiële verontschuldigingen aangeboden door de afstammelingen van de Schotse 19de-eeuwse suiker- en koffieplantage-eigenaar William Gladstone.
Zijn zoon was de viervoudig Britse premier William Gladstone. Opmerkelijk bij de verontschuldigingen was, dat de nazaten van Gladstone ook hun verontschuldigingen aanboden voor de misdaden begaan tegen de hindoestaanse immigranten (de indentured labourers).
Onze Surinaamse mensen die steeds met een enge benadering kritiek hebben op de opvattingen van betrokkenen om ook verontschuldigingen te eisen voor indentured labour in Suriname, moeten goed nota nemen van wat de nazaten van de Gladstones uit zichzelf hebben verklaard. Daarop komen we straks kort terug.
De Guyanese president haalde met zijn uitspraken de internationale schrijvende pers, ook door de wijze waarop hij zich uitdrukte. Hij gaf aan dat de herstelbetalingen “een verbintenis waren om historische fouten recht te zetten”. Volgens Ali waren de transatlantische slavenhandel en de Afrikaanse slavernij een belediging voor de mensheid zelf. De president gaf aan dat na de excuses de Gladstones moeten nadenken in navolging van het Caricom-beleid op dit stuk: herstelbetalingen voor slavernij en contractarbeid.
Voor de Surinaamse critici en die in Nederland (met Surinaamse roots) moet het nu duidelijk zijn hoe tegen de uitspraken van de Surinaamse president moet worden aangekeken. Het is ook in lijn met het Caricom-beleid, alhoewel het voor een ieder duidelijk ,oet zijn dat er wezenlijke verschillen zijn tussen slavernij en indentured labour.
Nu even wat er vorige week in Guyana gebeurde, iets dat nog ongekend is van de Hollanders in Suriname. In Guyana kwamen vorige week 6 nakomelingen van John Gladstone, waaronder verschillende historici. Ze deden dat in verband met de 200ste verjaardag van de slavenopstand van 1823, die volgens historici de weg vrijmaakte voor afschaffing van de slavernij. De Guyanese president verwelkomde de verontschuldiging van de familie van Gladstone. Hij beschreef deze als “een erkenning van de wrede aard van de Afrikaanse slavernij en contractarbeid in Guyana en een daad van berouw die de weg vrijmaakt voor gerechtigheid”. Terwijl internationaal gememoreerd wordt dat een handvol landen formele excuses heeft aangeboden voor de slavernij, waaronder Nederland, weigerde de Britse premier Rishi Sunak in april zijn excuses aan te bieden voor de rol van Groot-Brittannië in de slavenhandel ….. of zich ertoe te verplichten herstelbetalingen te doen.
Maar vorige week zou rechter Patrick Robinson, die het proces tegen de voormalige Joegoslavische president Slobodan Milošević voorzat, hebben benadrukt dat het internationale tij op het gebied van de slavernijherstel snel aan het keren was. Hij drong er bij Groot-Brittannië op aan zijn huidige standpunt over de kwestie te veranderen. Hij gaf aan te geloven dat Groot-Brittannië niet in staat zal zijn weerstand te bieden aan deze beweging richting het betalen van herstelbetalingen: het is vereist door de geschiedenis en het is vereist door de wet. Dat kan min of meer ook gesteld worden over Nederland. De nakomelingen van de voormalige Britse premier William Gladstone hebben zich verontschuldigd voor het verleden van hun familie als slavenhandelaars in Guyana en hebben er bij Groot-Brittannië op aangedrongen herstelbetalingen in het Caribisch gebied te bespreken. De vader van Gladstone was een van de grootste slavenhandelaren in de door Groot-Brittannië gekoloniseerde delen van het Caribisch gebied.
Er wordt ook aangenomen dat John Gladstone eigenaar was van twee schepen die duizenden Aziaten uit India en elders vervoerden om als contractarbeiders te werken na de afschaffing van de slavernij in 1834. Er is door sommigen krachtig gereageerd op de uitspraken van de Gladstones. Sommigen accepteren de excuses niet en men wil betalingen zien. Charles Gladstone en 5 andere familieleden beloofden het werk van de nieuwe universiteitsafdeling te steunen en riepen Groot-Brittannië op om gesprekken te voeren met de uit 15 landen bestaande Caribische Gemeenschap (Caricom) over herstelbetalingen. Suriname zit dus ook in de groep.
Door de econoom Armand Zunder is in een uitgebreid boekwerk berekend hoeveel de Nederlandse Staat en de bedrijven van het land de nazaten schuldig zijn. Zijn Caribische counterpart Eric Phillips, lid van de Caricom-herstelcommissie, zei dat uit onderzoek is gebleken dat Groot-Brittannië de nakomelingen van Afrikanen in Guyana meer dan 1,2 miljard dollar schuldig is. Wij zijn voorstander van de herstelbetalingen maar vanuit een rationeel en geen emotioneel perspectief. Wij zien investeringen, onderwijs, schuldkwijtschelding, openbare gezondheidszorg, toegang tor de wederzijdse arbeidsmarkten en volkshuisvesting als de kanalen via welke de herstelbetalingen dienen plats te vinden.