Heel regelmatig zijn er berichten in de Surinaamse kranten over allerlei delegaties die zouden willen komen investeren in Suriname. De delegaties komen en gaan, maar wat achterwege blijft zijn de echte bedrijven die werkgelegenheid in het land komen scheppen. De landen die hier langskomen zijn landen met een goed ontwikkelde industrie. Die zijn wel in staat om bedrijven hier op te zetten, maar kennelijk schort er iets op enig niveau aan de Surinaamse zijde. Het kan zijn dat beleidsmakers die investeerders ontvangen, het niet als hun eerste prioriteit hebben om de investeringen te pushen. Sinds 2020 hebben wij ook een ministerie van Internationale Business. Er is een speciale directoraat opgezet maar men is niet veel in het nieuws. De output zou niet aan de hoge kant zijn. Wat we in onze historie wel hebben gehad zijn politici die commissies eisen.
We blijven het voorbeeld herhalen van de Indiase regering die een project wilde uitvoeren voor de Surinaamse voetbalbond, maar waar naar verluidt commissies zouden zijn gevraagd door de intermediërende ambassadeur. De Indiërs zouden dat onacceptabel hebben gevonden. Een andere verklaring voor het wegblijven van investeerders en bedrijven kan zijn dat men vanuit het buitenland de ‘due dilligence’ van Suriname niet doorstaat. Men zou dan door de mand vallen door de strenge selectie. Dus dan zouden alleen louche bedrijven geïnteresseerd zijn in Suriname. Een andere verklaring kan weer zijn dat de investeringsomstandigheden in Suriname niet zouden deugen. Zo schreef in een publicatie van de Nederlandse regering, de ambassadeur hier te lande het volgende in 2016. Tussen Suriname en Nederland bestaan er hechte historische, culturele, zakelijke, maatschappelijke en familiale banden. Zodoende weten al veel Nederlandse bedrijven Suriname te vinden. Samen met de Verenigde Staten en Trinidad en Tobago completeert Nederland al jaren de top-3 van belangrijkste importlanden van Suriname. Toch is Suriname voor lang niet alle ondernemers bekend terrein. Hoewel het een uitdaging kan zijn om er te investeren, heeft de relatief jonge republiek heel wat te bieden.
Ondernemen in Suriname vereist het nodige doorzettingsvermogen, vond de Nederlanders. Nieuwkomers moeten er rekening mee houden dat, ondanks onze gemeenschappelijke taal, er veel culturele verschillen zijn en dat zaken vaak anders gaan dan we in Nederland gewend zijn. Een ander probleem waarmee investeerders mogelijk kunnen zitten zijn de arbeiders die er niet zijn. De Nederlandse publicatie van 2016 meent dat er is nijpend gebrek aan hoog opgeleide werkkrachten, of aan technisch deskundige vaklieden met specifieke werkervaring. Een veel gehoorde klacht van de bedrijven zou zijn, dat opleidingen niet aansluiten op de lokaal gevraagde expertise.
Van multinationals die in Suriname investeren wordt doorgaans geëist dat ze een bepaald aantal lokale werkkrachten in dienst nemen. Niettemin zijn vele bedrijven genoodzaakt werknemers uit het buitenland in te huren, zoals uit Guyana, Haïti en de Filipijnen. Ook wordt gesteld dat de industriële productie in Suriname gering is, ondanks alle aanwezige potentie. Een van de voornaamste redenen daarvoor is dat het Surinaamse ondernemersklimaat tot op heden nog te wensen overlaat. Er is veel bureaucratie, leningen zijn erg duur en de rechtszekerheid van investeerders kan stukken beter. Ondernemers die vanuit
Nederland de stap naar Suriname willen wagen worden door de ambassadeur gewaarschuwd hiermee rekening te houden.
In het Doing Business rapport van de Wereldbank uit 2016, waarvoor het ondernemersklimaat in 189 landen werd onderzocht, staat Suriname op de 156e plaats. Inmiddels is deze rangschikking door onvolkomenheden afgeschaft. Suriname deed met deze score fors onder voor het gewogen gemiddelde van Latijns-Amerika en de Cariben. Het opstarten van een bedrijf is in Suriname om te beginnen een tijdrovend (twee maanden) en duur proces, net als het aanvragen van elektriciteit (vier maanden) of een bouwvergunning (zeven maanden). Krediet aanvragen bij een financiële instelling is erg moeilijk, aandeelhouders genieten weinig juridische bescherming en contracten afdwingen bij een rechtbank is erg omslachtig. Op dat laatste punt boekt Suriname zelfs een van de allerlaagste scores ter wereld, ook weer wegens de lange duur om gerechtelijke procedures rond contracten af te ronden. Dit zijn de omstandigheden die waarschijnlijk investeerders achter houden.
Een deel van deze zaken heeft ook met wetgeving te maken en met name moet dat getrokken worden door de ministers belast met handel en industrie en economische zaken. We hebben dit ministerie lang niet horen praten over het verbeteren van het investeringsklimaat. Noodzakelijke aanpassingen aan stokoude wetgeving daadwerkelijk doorvoeren, de vele bureaucratische hordes wegwerken en de financiële sector hervormen, blijven echter achterwege, terwijl de regio wel vorderingen maakt. Op die manier raakt het ondernemersklimaat in Suriname steeds verder achterop in vergelijking met regiogenoten als Jamaica, de Dominicaanse Republiek en Trinidad en Tobago, die wel grote sprongen voorwaarts maken richting een gunstig ondernemersklimaat.
Concluderend zeggen we dus dat steeds berichten dat mensen zaken willen doen goed is, maar dat we ook eens een keer willen lezen dat er succes is geboekt en dat er daadwerkelijk bedrijven zullen worden opgericht.