De stijgende moordcijfers in Ecuador

DOOR DUNCAN MIL

Presidentskandidaat Fernando Villavicencio, die openhartig was over de banden tussen de georganiseerde misdaad en overheidsfunctionarissen, is vermoord in de hoofdstad Quito.

Een schutter doodde Villavicencio buiten een school na een campagnebijeenkomst tien dagen voor de eerste ronde van de presidentsverkiezingen.

De schutter stierf in politiehechtenis na een vuurgevecht met beveiligingspersoneel. Negen andere mensen werden neergeschoten en raakten gewond.

De moord vindt plaats minder dan drie weken na de moord op de burgemeester van Manta, Agustín Intriago, te midden van toenemend drugsgerelateerd geweld.

“Ik denk dat wat er gaat veranderen de manier is waarop we over politiek denken. Ik denk dat het vanaf nu een beroep met een hoog risico wordt”, zegt Arianna Tanca, een Ecuadoriaanse politicoloog.

Hoewel Ecuador geen cocaïne produceert, noch het belangrijkste ingrediënt coca, bevindt het zich tussen twee enorme hotspots voor de productie van verdovende middelen – Colombia en Peru – en heeft het nu het snelst stijgende aantal moorden in Zuid-Amerika.

Verschillende factoren hebben geleid tot de opkomst van de georganiseerde misdaad in Ecuador. In 2016 tekende de Colombiaanse regering een vredesakkoord met de FARC, waarmee een einde kwam aan de vijf decennia durende opstand van de guerrillagroep.

De FARC had cocaïnesmokkelroutes gecreëerd van Colombia naar de Pacifische havens van Ecuador. Het vredesakkoord opende een machtsvacuüm waarin Ecuadoriaanse groepen begonnen te strijden om controle over de cocaïneroutes.

Ook buitenlandse criminele groepen volgden dit voorbeeld. De Sinaloa- en Jalisco-kartels rekruteerden lokale volmachten in Ecuador, en de Albanese maffia – die de FARC lange tijd had geholpen haar cocaïne naar Europa te verschepen – vestigde een eigen aanwezigheid in het land.

error: Kopiëren mag niet!