De Nationale Assemblee dringt er bij Arbeid-minister Steven Mac Andrew op aan om paal en perk te stellen aan de situatie op de arbeidsmarkt waarbij misbruik wordt gemaakt van uitzendkrachten. Vele uitzendkrachten die door uitzendbureaus aan een inlenend bedrijf beschikbaar worden gesteld, verkeren hierdoor in een situatie van voortdurende onzekerheid. In de praktijk is het schering en inslag dat uitzendkrachten vlak voor het verstrijken van een periode van 2 jaar te horen krijgen, dat ze niet meer naar het werk hoeven te komen. In meerdere gevallen worden ze na enkele maanden gevraagd zich weer aan te melden om dan weer uitgeleend te worden.
Diverse Assembleelden stellen dat hiermee misbruik wordt gemaakt van de bepaling in de Wet ter Beschikking Stellen Arbeidskrachten door Intermediars (Uitzendbureaus). Hierin staat, dat het voor het inlenend bedrijf verboden is een uitzendkracht, ter beschikking gesteld door een Intermediair, langer dan 2 jaar aansluitend in te zetten voor het verrichten van arbeid in die hoedanigheid. Indien deze termijn wordt overschreden zal de uitzendkracht geacht worden in directe dienst te zijn getreden van het inlenend bedrijf op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Misbruik
Met het noemen van voorbeelden uit de dagelijkse praktijk voeren verschillende Assembleeleden aan, dat uitzendbedrijven misbruik maken van deze bepaling in de wet door uitzendkrachten niet langer dan 2 jaar ter beschikking te stellen of zelf in dienst te hebben. Ook inlenende bedrijven zorgen ervoor dat ze niet langer dan 2 jaar gebruikmaken van uitzendkrachten.
Kamerbreed is het parlement erover eens, dat er op dit stuk in bedoelde wet zaken gewijzigd moeten worden, zodat er meer arbeidszekerheid kan worden geboden aan uitzendkrachten. Zo is er voorgesteld om de periode van 2 jaar genoemd in de wet te verruimen. Assembleeleden van zowel de coalitie als de oppositie zeggen niet mee te zullen werken aan de goedkeuring van de wijziging van de boetebepaling in de wet Beschikbaar Stellen Arbeidskrachten door Intermediars. Het parlement wil een integrale wijziging van de wet, waarbij ook het vraagstuk misbruik van uitzendkrachten wordt geadresseerd. De wijziging van de boeteregeling in de wet is dan ook aangehouden. Het parlement heeft eerder van 6 arbeidswetten de boeteregeling daarin gewijzigd door die aan te passen aan de hedendaagse realiteit.
Uitzendkrachten en -bureaus
Arbeid-minister Steven Mac Andrew verduidelijkte tijdens de debatten dat een uitzendkracht iemand is die in dienst is bij een uitzendbureau om uitgeleend te worden aan een ander bedrijf, het inlenend bedrijf. De uitzendkracht is niet in dienst van het inlenend bedrijf. Het bedrijf van uitzendbureaus is volgens de minister internationaal een geaccepteerde bedrijfsactiviteit. Wereldwijd zijn er miljoenen mensen die elke dag naar het werk gaan in de wetenschap dat ze niet in dienst zullen worden genomen door het inlenend bedrijf. Indien dat toch gebeurt is dat ten voordele van de arbeidskracht. Maar, dit is niet het wezen van een uitzendkracht, benadrukte de minister.
Een andere categorie arbeidskracht is de contractor. Een contractor is een persoon die diensten verleent aan een bedrijf dat hem contracteert voor het verrichten van werkzaamheden. Die kunnen ook zijn bijvoorbeeld het leveren van goederen. Voor wat betreft de term tijdelijke kracht, dat is volgens de arbeidswetgeving iemand die tijdelijk in dienst wordt genomen door een werkgever voor een bepaalde overeengekomen periode.
Uit de uiteenzetting van de Arbeids-minister blijkt, dat hij niet precies snapt waar de schoen bij het parlement wringt met betrekking tot uitzendkrachten. De bewindsman gaat uit van een situatie waarbij de uitzendkracht in dienst is bij een uitzendbureau. Betrokkene ontvangt maandelijks dus een vast salaris, en het is dan volgens de minister niet relevant om te praten over de arbeidszekerheid. De persoon is in dienst bij het uitzendbureau.
Praktijk anders
In de praktijk liggen zaken echter anders. De situatie is zo dat uitzendbureaus de uitzendkrachten niet in vaste dienst hebben, maar slechts voor niet meer dan 2 jaar in dienst nemen om gedurende die periode uitgeleend te worden. Grote gerenommeerde bedrijven opereren ook als uitzendbureaus en opereren op deze manier. Door de arbeidskrachten voor niet meer dan 2 jaar in dienst te nemen, omzeilen zij de wet, waardoor ze niet de verplichtingen hebben die horen bij het in vaste dienst hebben van arbeidskrachten. Ook inlenende bedrijven zijn erop bedacht om geen uitzendkrachten voor langer dan 2 jaar in hun organisatie te hebben.
Het parlement en minister Mac Andrew zullen over dit vraagstuk dat in de samenleving speelt nader met elkaar van gedachten wisselen. In eerste instantie moeten partijen vaststellen wat het vraagstuk precies is, hoe die eruit ziet en op welke manier het in de wet geadresseerd moet worden.
SS