Mooie verscheidenheid

De herdenking van 150 jaar Hindoestaanse Immigratie heeft plaatsgevonden onder bijzondere omstandigheden. De herdenking vindt plaats terwijl een nazaat van de Britsch-Indische immigranten de functie van president in het land vervult. Dat heeft een plaats binnen de multi-etnische samenleving van Suriname, waar de nazaten al een bepaalde positie hebben in het economisch leven van het land. Die economische positie is een realiteit en daarover hoeft geen academische studie te worden gedaan omdat het patroon ook te merken is in andere landen waar vroege vormen van integratieproblemen niet tot excessen hebben geleid zoals bijvoorbeeld in Jamaica. 

In de kringen van de nazaten is er over hun ontwikkeling over enkele generaties wel academisch bediscussieerd maar ze blijven beperkt in gesloten kringen omdat de uitkomsten tot verdere verstoringen kunnen leiden, bekeken tegen de achtergrond van de harmonische samenleving. De herdenking van de hindoestaanse immigratie heeft bepaalde tongen losgemaakt in de Surinaamse samenleving. Zo zijn er Surinamers die menen dat er geen aparte dagen voor de verschillende groepen moeten bestaan en dat het zeker geen vrije dagen moeten zijn. Zo zijn er ook onder de nazaten van de immigranten hindoestanen die vinden dat een vrije dag hen niet veel doet. Zij geven aan dat een vrije dag voor hen en voor de groep geen toegevoegde waarde heeft. Het betekent dat de groep, als het een groepsgevoel is, geen behoefte heeft om stil te staan bij haar positie en/of dat de groep niet in de bloemetjes gezet wenst of hoeft te worden. Dat gevoel wordt gedeeld met een grotere groep van de nazaten die 4e of 5e generatie zijn. Dat gevoel heeft niets te maken met het verloochenen van de afkomst, integendeel. Het heeft te maken met, naar wij denken, de kracht die zo een groep voelt en de noodzaak die niet zou bestaan bijvoorbeeld om achterstanden in te lopen en extra aandacht daarop te vestigen. 

Per saldo bekeken en in puur Surinaamse context bestaan die achterstanden niet meer. Daarmee is niet gezegd dat de groep van de nazaten geen groepsgebonden problemen kent. De problemen zijn meestal ook rurale problemen met een geografische insteek. We denken dan aan suïcide, alcohol- en tabaksmisbruik, gokverslaving, drop-outs (jongeren die vroeg school verlaten om voornamelijk in de bouw- en constructie te werken), overgewicht (en gerelateerde ziekten) en huiselijk geweld. 

We hebben het eerder gezegd en we zullen het bij deze herdenking weer herhalen dat de fiscus weinig tot geen middelen op de begroting vrijmaakt om de groepsgebonden problemen van de hindoestanen aan te pakken. Alle aandacht, ook van internationale donoren die door de overheid gekanaliseerd worden, gaan richting de traditionele ‘zwarte’ volksbuurten. Dat is al decennialang zo zonder dat er ooit gesproken wordt over vorderingen in deze gebieden, waarmee we niet zeggen dat er geen aandacht voor deze buurten moet zijn, maar de benadering moet breder. Bij deze herdenking willen we wel benadrukken dat er, vergeleken met de andere groepen in Suriname, er een behoorlijke cultuurarmoede heerst onder deze groep. 

We zien een levendige ontwikkeling in de music scene met veel eigen creaties bijvoorbeeld bij de ‘zwarte’ groepen in Suriname met een grensoverschrijdende potentie. Die creativiteit is nergens te merken onder de hindoestanen. Men kan hooguit covers nazingen van Bollywood creaties. Het lijkt alsof de muziekmensen in deze groep een minderwaardigheidscomplex hebben ontwikkeld door het ‘muziekgeweld’ vanuit Bollywood. We zien ook een gebrek aan instituten als Naks niet bestaan bij deze groep. We merken dat door onderwijs, ondernemerschap en arbeid, de nazaten van de hindoestaanse immigranten behoorlijk geïntegreerd zijn in het maatschappelijk leven van Suriname. Ze hebben bijgedragen aan het worden van de Surinaamse natie tot wat het nu is. Onder president Venetiaan werd er vaak door hem gesproken over de evenwichtige ontwikkeling van alle groepen in Suriname. Dat is een aangelegenheid die inderdaad aandacht behoeft, omdat er anders spanningen zal bestaan. Dat besef van helpen met de groei van andere groepen moet meer ingang vinden  bij groepen die op economisch vlak minder achterstanden hebben. 

We zien dat de hindoestanen bogen en steunen op een robuuste culturele achtergrond die nog steeds en altijd terug zal gaan naar India. Dit land van afkomst is een van de Brics-landen en een grote economische en militaire macht. Verder is er Bollywood die de Indiase diaspora aan elkaar bindt, Bollywood is mooi en de diaspora herkent zich daarin en voelt zich aangesproken. Dat zal steeds meer het geval zijn. We zien ook dat de nieuwe generaties heel smooth ‘interacten’ met andere groepen door het gemeenschappelijke gedachtegoed van ‘social media’, waar men toch dezelfde taal praat. 

Of de dag van de immigratie herdacht moet worden of niet, wij weten wel zeker dat door ook de hindoestanen Suriname een heel mooi land is met allerlei mooie mensen vanuit roots uit verschillende continenten. Die Surinaamse schoonheid en verscheidenheid moeten we wel steeds koesteren en vieren, maar dan wel elke dag door…bijvoorbeeld flink de ‘cross cutting’ liefde te bedrijven.              

error: Kopiëren mag niet!