Apoera nog steeds in de ban van mysterieuze mennonieten

Minder dan twee weken geleden liet kapitein Marciano Jong van Apoera laat weten dat een mysterieuze groep buitenlandse mannen interesse had in West Suriname om aan landbouw te doen. 52.000 hectare zou de groep willen om aan landbouw te doen en om een eigen gemeenschap in Suriname op te richten. “Om maïs te planten”, zei de kapitein.

Het blijkt ondertussen om mennonieten te gaan. Mennonieten, genoemd naar Menno Simons (1496-1561), een Fries die vooral actief was in wat nu Noord-Duitsland is. Simons was de drijvende kracht achter de baptistische beweging, wederdopers genoemd. Andere namen voor mennonieten zijn menisten of doopsgezinden en vormen de oudste nog bestaande doperse kerk. Volgens verschillende waarnemers, waaronder kapitein Jong, gaat het om blanke mannen, uit landen als België en Duitsland. Daarbij wordt ook aangegeven, dat het om mennonieten gaat.

De groep wil volgens bronnen met hun gezinnen een eigen ‘dorp’ vormen in Suriname en geen bemoeienis hebben met de Surinaamse gemeenschap. Kapitein Jong was de eerste die aangaf dat hij niet zit te wachten op een dergelijke situatie in de omgeving van Apoera. Zijn standpunt daarvoor is. dat juist de grondenrechten voor de inheemsen van groot belang zijn. “Pas als de grondenrechten zijn geregeld zou men eventueel op contractbasis voor een bepaalde tijd iets kunnen doen”. zij het inheemse dorpshoofd.

Inheems Collectief Suriname

Lloyd Read, voorzitter van het Inheems Collectief Suriname, heeft dezelfde mening. “Wij kunnen dit niet toestaan, omdat wij geen vreemde ideologieën binnen onze gemeenschappen kunnen importeren, en als het zo mocht blijken te zijn. vragen wij aan de totale gemeenschap om zich tegen dit soort groepen te verzetten”, maakt Read duidelijk. Hij zegt niet te hopen dat de regering over de hoofden van de inheemsen meer problemen in het land zal importeren. “Ze kunnen niet eens de problemen die in het land zijn oplossen, dan ga je halfgare mensen in het land faciliteren, dat kunnen wij niet accepteren”, aldus Read.

Read stelt dat, mochten de berichten op waarheid berusten, dat deze groep grond heeft gekregen of gekocht en het valt in inheems grondgebied, er een groot probleem ontstaat. Hij maakt ook duidelijk dat het er niet toe doet wanneer die grond zou grenzen aan het gebied van de inheemsen vanwege de sociale spanningen die dan op termijn toch zullen ontstaan. “De regering denkt dat ze God zijn”, vervolgt hij. “En dat zij mogen bepalen wat goed is voor ons. Het erkennen van onze grondenrechten is nog steeds niet opgelost en er worden zoveel barrières opgeworpen om het niet te doen, en als dit waar blijkt te zijn dan praten wij over enorm veel grond. Je vraagt je af als dat gebeurt of het Surinaamse volk dit accepteert, dat grond buiten ze om wordt weggegeven of verkocht.” 

Read gaat verder door op te merken dat deze religieuze groep het al geprobeerd heeft in landen als Mexico en Peru, waar ze illegaal buiten de gebieden zijn geweest, om aan een stuk kaalkap te doen. Read: “Ook in Guyana hebben zij het geprobeerd, en ik heb begrepen dat men ze daar niet wil.” De voorzitter van het Inheems Collectief Suriname refereert naar de zaak Jim Jones in de bossen van Guyana, waarbij de sekte vele honderden onschuldige mensen de dood heeft ingejaagd. “Guyana heeft daar enorm veel problemen mee gehad en dat zit nog steeds op hun lever, dus ik sta hier heel afwijzend tegenover. Vooral, omdat het zo mysterieus is, niemand kan wat horen van een officiële instantie, terwijl een aantal van deze mensen hier zijn komen kijken.”

Read voegt ook toe dat Suriname mensen nodig heeft die samen willen werken met de Surinaamse gemeenschap waarmee je fatsoenlijk kan communiceren. Hij zegt op te kunnen maken, dat er hier sprake is van een ‘enclave’ waarbij de mensen op zichzelf zijn aangewezen. “En de rest mag stikken”, zegt hij. Volgens hem is deze benadering in de huidige moderne tijd niet mogelijk, omdat de wetten van het land ook moeten gelden voor mensen die zeggen dat zij zich apart willen houden van het land. Als voorbeeld geeft Read handelingen die de wet overtreden, strafbare feiten, waar controle op zou moeten zijn door de Surinaamse overheid. “Stel dat men binnen de gemeenschap zich schuldig maakt aan verkrachting, dan kan je als overheid niet optreden. Daarom zeg ik dat de overheid op een vervelende manier bezig is met dit stuk.” Read roept de pers op om deze zaak goed te volgen en te onderzoeken. “Wij kunnen dit als samenleving niet accepteren. Het recht moet voor iedereen in het land gelden.”    

Niet op de hoogte

Eerder liet de districtscommissaris van Kabalebo, Josta Lewis, weten dat de overheid niet op de hoogte is van deze ontwikkeling.  De districtscommissaris zei dat het om een niet serieuze aangelegenheid gaat. “Omdat de overheid niet op de hoogte is van die activiteiten van de ondernemer, het is niet via het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij gegaan en de president was ook niet op de hoogte. Ook is er geen toestemming gegeven vanuit de overheid”, zei de districtscommissaris.  

RB

error: Kopiëren mag niet!