Kiesstelsel 6 – Commentaar op Eindverslag van

de Studiegroep Aanpassing Kiesregeling 21 maart 2023 – Deel I

Het voorstel van de studiegroep en het vonnis van het Constitutioneel Hof

Op pagina één van het verslag wordt gesteld:Samenvatting: In hoofdzaak is de door de Studiegroep voorgestelde herziening van het kiesstelsel een omschakeling van een enkelvoudig naar een meervoudig stelsel waarin stemming op het niveau van districten en op landelijk niveau plaatsvindt. Een

correctiemechanisme tussen de uitkomsten op de twee niveaus zorgt ervoor dat uiteindelijk elke politieke organisatie het aantal zetels toegewezen krijgt dat gelijk is aan het totaal aantal op die organisatie uitgebrachte stemmen gedeeld door de kiesdeler.”

Het meervoudig stelsel staat bekend als het mixed member systeem.

Uit vonnis Constitutioneel Hof CH CH-02 de dato 5 augustus 2022: “Om de aandacht van de districts aangelegenheden te vergroten was het belangrijk dat de decentralisatie eerst goed op gang moest komen en op de juist bedoelde wijze, waardoor de districtsontwikkeling daadwerkelijk aandacht zou krijgen, waarna kon worden overgegaan tot het evalueren van de Kiesregeling. De decentralisatie zou dan reeds enige jaren goed moeten hebben gefunctioneerd. Volgens Wijdenbosch is mede hierom, dat is gesteld om de Grondwet na 15 jaren te evalueren en na te gaan of aanpassing van de Kiesregeling dient plaats te vinden of dat deze regeling moest vervallen. “Door een goed ontwikkelde decentralisatie zou de districtsontwikkeling de nodige aandacht krijgen waardoor de bijzondere aandacht van DNA-kandidaten niet meer zo dringend zou zijn””.

Uit hetzelfde vonnis van het Constitutioneel Hof: “Volgens Van der Pot wordt deze vorm van bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van een gebied middels toekenning van extra zetels, aangeduid als “positieve discriminatie”. 

“Deze “positieve discriminatie” is geoorloofd, indien groepen die in een achterstandspositie verkeren, een voorkeursbehandeling krijgen om uit de achterstand te geraken. Vervolgens kan het gaan om het streven naar gelijkstelling in de toekomst. Het is een soort voorkeursbeleid dat kan voortvloeien uit de wens om een zekere diversiteit in de samenstelling van bepaalde colleges te bereiken. 

Deze vorm van “positieve discriminatie” is echter niet ongelimiteerd en dient derhalve na een bepaalde periode geëvalueerd te worden. Indien deze voorkeursbehandeling na een periode van nu 35 jaar bekeken wordt, wordt het door delen van de samenleving als bovenmatig ervaren en is het gedenatureerd in een ongerechtvaardigde en ongelijke behandeling.”

Commentaar

Het door de studiegroep voorgestelde mixed member kiesstelsel wordt niet toegepast in het Caribisch gebied (zie kiesstelsel drie), en wordt globaal slechts door 4,5% procent van het aantal landen toegepast (zie kiesstelsel vier). Bovendien doet men aan bedrog door te stellen in de samenvatting “elke politieke organisatie het aantal zetels toegewezen krijgt dat gelijk is aan het totaal aantal op die organisatie uitgebrachte stemmen gedeeld door de kiesdeler.” Dat is niet waar.

Het door de studiegroep voorgestelde correctiemechanisme kan nooit een 100% landelijke evenredigheid realiseren omdat de vaste zetels per district al een grove onevenredigheid met zich meebrengen welke door geen enkele correctiemechanisme te herstellen is. Ik heb een eerstegraads bevoegdheid in de wiskunde, natuurkunde,scheikunde, biologie en bedrijfskunde en kan me geen enkele formule bedenken die een rechtvaardig correctiemechanisme kan realiseren.

De studiegroep geeft verder geen uitleg over de werking en inhoud van het correctiemechanisme. Dat het correctiemechanisme niet leidt tot 100% evenredigheid, wordt zelf door de studiegroep toegegeven op pagina zeven waar zij stelt “Hiermee wordt doorwerking van onvolkomenheid in de gelijkheid van stemrecht op districtsniveau in de uiteindelijke weging van zetels voorkomen, gelijkheid van vertegenwoordiging bereikt en gelding van het ‘one-person one-vote’ beginsel zo goed mogelijk benaderd”.

Mijn commentaar: er is echter geen sprake van gelijkheid van vertegenwoordiging terwijl one men one vote zo goed mogelijk wordt benaderd , let wel op het woord benaderd. Dus de discriminatie blijft! Het voorgestelde correctiemechanisme gooit de deur wagenwijd open voor manipulatie.

De meeste landen die het mixed member system toepassen hebben een volksvertegenwoordiging bestaande uit twee kamers. Wat men dus op landelijk niveau niet kan realiseren wordt op district dan wel provincieniveau tot stand gebracht.

Is er sprake van achterstelling van districten

Omdat de overheid dankzij het partieel districtenkiesstelsel sinds 1947 en het volstrekt districtenkiesstelsel na 1987 daardoor grotendeels geleid is geworden door politici van het creools nationalisme is door hun vooral na 1975 geen ontwikkelingsbeleid gevoerd geworden gericht op diversificatie van de economie en op ontwikkeling van de rurale gebieden. De polders waren hun een doorn in het oog, vooral de SML en de rijstsector moesten het ontgelden en is  de SML toen daarom vernietigd. Men heeft door onkunde in combinatie met de ideologie van het creools nationalisme de ontwikkeling van de districten achtergehouden omdat het merendeel van de district bewoners mensen waren van Aziatische afkomst. 

Ter illustratie.

De bouw van de grote bruggen over de Coppename rivier en over de Suriname rivier was al in de planning tijdens Venetiaan 1. De toenmalige minister van Openbare Werken werd toen afgescheept met het argument om eerst een haalbaarheidsstudie te doen opmaken. De studies werden door het Nederlands economisch instituut gemaakt en ik had ze op mijn bureau liggen tijdens mijn jaardag in 1996 toen ik minister van Openbare Werken was. Op pagina 44 van de regeringsverklaring van 1996 staat onder Openbare Werken “De regering zal een realistisch programma opstellen met betrekking tot de bouw van een brug over de Coppename en de Suriname rivier en zich inzetten voor realisatie.” Volgens de haalbaarheidsstudies was de brug over de Suriname rivier haalbaar maar die over de Coppename niet. Nu heb ik verstand van haalbaarheidsstudies. En omdat driekwart van Commewijne in Paramaribo werkt en niet in Commewijne werd de brug over de Suriname rivier rendabel. Ik heb toen eind 96 de aanbesteding voor beide bruggen gehouden en in januari 97 was het contract klaar. Niemand heeft me opdracht gegeven om de aanbesteding te houden. De bruggen zouden nooit onder Venetiaan gebouwd worden.

De districten waren in bloei tot het jaar 1975 dankzij investeringen in de districten, in rurale ontwikkeling, door het Welvaart Fonds, het tienjarenplan, het eerste en tweede vijfjarenplan. Na 1975 werd het sectoraal evenwichtige ontwikkelingsmodel verlaten en werd gekozen voor massieve investeringen in de mijnbouw, met name het West Surinameproject. Nu willen Creoolse politici met name ex president Wijdenbosch ons wijsmaken dat door decentralisatie gerezen ontwikkelingsachterstanden opgeheven kunnen worden. Een beter bewijs voor onkunde op het gebied van economische ontwikkeling is er niet.

Alle ontwikkeling in de districten is het resultaat geweest van gerichte investeringen binnen een ontwikkelingsplan zoals eerder aangehaald. Met uitzondering van de oliepalm en het 

West Surinameproject en het multipurpose Corantijn Kanaalproject is er nooit verder geïnvesteerd in de districten en de rurale gebieden. Terwijl de economie sinds 1975 ruim 62 miljard Amerikaanse dollars heeft verdiend.

Het districtenkiesstelsel brengt creoolse politici aan de macht omdat er meer districten zijn gemaakt waar mensen van Afro afkomst wonen. En die zelfde politici zorgen ervoor dat de districten achtergesteld worden. Door continuering van het districtenstelsel wordt de vicieuze cirkel van achterstelling in stand gehouden. Wie houdt wie voor de gek?’

(Deel II verschijnt maandag 15 mei)

Richard B. Kalloe

error: Kopiëren mag niet!