Discriminatie van het Surinaamse kind stoppen

Tussen 17 onderzochte landen is door de Unicef gemeten dat er wel  ongelijkheid is tussen kinderen wanneer het gaat om het ontvangen van onderwijs. Onder de 17 landen bevinden zich landen in Afrika, Azië en Oceanië. Suriname is het enige onderzochte land in de Amerika’s. Onder de 17 landen is Suriname in de rij van de landen waar het beter is, dus we zitten in de betere helft. De verschillen zijn vergeleken tussen de religieuze, etnische en taalgroepen die in een betere positive zitten en de groepen die in een minder gunstige positive zitten. Welke groepen die zijn, is niet exact in het rapport genoemd. Suriname is ook niet specifiek in het rapport besproken. 

We schrijven hier echter een hele tijd dat kinderen in het binnenland tot de meest benadeelde groepen in het land behoren. Een heel prominente rol van politieke partijen uit die gemeenschappen die op etnische en taalbasis zijn geschoeid, heeft niet erin geresulteerd dat de onderwijsstructuur in die gebieden is verbeterd. Dat komt door een gebrek aan ontwikkelingsvisie. De leiders uit die gemeenschappen denken dat het bezitten van geld en het strooien met en tentoonstellen van geld een manier is om een groep vooruit te brengen. Dat brengt groepen niet vooruit, onderwijs, ondernemerschap en arbeid wel. De kinderen uit deze gemeenschappen kijken ook naar de verkeerde rolmoddelen, die zich laten fotograferen met stapels geld en die zich aan hun borsten laten zuigen door blote dames. Deze figuren en grappenmakers worden zelfs onder deze regering tot directeuren gemaakt, terwijl mensen met ervaring en academische ontwikkeling aan de kant moeten staan kijken. Een zo een voorbeeld is een meneer die Bordo wordt genoemd oftewel geldhond. 

We weten niet of het waar is, maar gisteren is in een praatshow geïnsinueerd dat ergens in Suriname een drugsvliegtuig zou zijn ontdekt. Dat vliegtuig zou te maken hebben met deze meneer, die directeur is van NIS. Op social media circuleert ook een kopie van een brief waaruit blijkt dat DNA-leden van de VHP gevraagd hebben naar justitieel onderzoek naar de afkomst van de stapels geld van een aantal heren waaronder die hierboven genoemd. En dat is dan een zeer terecht onderzoek waartoe een verzoek is gedaan. Het kan niet in een beschaafd land, dat mensen stapels biljetten, in feite koffers vol, ten toon stellen zonder dat duidelijk is dat de mensen grootscheepse bedrijven draaien. We roepen de regering op om de jeugd (a jeuk) te beschermen tegen deze kwade invloeden van buiten. De regering en met name Jeugdzaken en de Jeugdpolitie moeten alle inspanningen plegen om deze figuren te dwarsbomen, desnoods moet men met deze figuren die burgers van het land zijn, in dialoog gaan en hen ‘tot de orde roepen’ op de juiste manier. We zien echter dat in ons land deze figuren met rust worden gelaten en dat heeft een vernietigend effect op het deel van de jeugd dat juist te maken heeft met achterstanden en discriminatie. Nu wordt in de wandelgangen vernomen dat de meneer waar we het over hebben, het land is uitgevlucht. 

De president van Suriname heeft bij zijn aantreden deze figuren indirect aangemoedigd om op hun verderfelijke manier verder te gaan. Dat is gebeurd toen men met kroon en kilo’s goud foto’s met elkaar heeft gemaakt. We zien dat de corrigerende kracht in de samenleving vanuit de regering heden ten dage ook zoek is. Vrienden van de regering vallen op hun bek als het OM zijn werk zal beginnen te doen. Door deze figuren los te laten onder a jeuk worden deze jongeren extra benadeeld.

Elke 20 november herdenkt UNICEF Wereldkinderdag op de verjaardag van de goedkeuring van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van het Kind. In 1989 kwamen wereldleiders samen en gingen deze historische verbintenis aan om de rechten van elk kind te beschermen en na te komen. Het verdrag erkent dat de kindertijd een speciale, beschermde tijd is – en dat ervoor zorgen dat de rechten van elk kind om te groeien, leren, spelen en bloeien de hoeksteen is van een vreedzamere, welvarendere wereld voor iedereen.

Het recht op gelijkheid en non-discriminatie vormt de kern van het Verdrag, waarin duidelijk staat dat regeringen kinderen moeten beschermen tegen alle vormen van discriminatie of bestraffing op basis van de status, nationaliteit, etniciteit, taal, religie en andere gronden van hun familie. Maar. zoals dit rapport aantoont, is dergelijke discriminatie van kinderen schering en inslag in landen over de hele wereld.

Onlangs namen meer dan 407.000 jongeren deel aan een peiling over discriminatie. De meerderheid van de respondenten – 63 procent – ​​zei dat discriminatie veel voorkomt op hun scholen of gemeenschappen. Bijna de helft vindt dat discriminatie hun leven of dat van iemand die ze kennen op een significante manier heeft beïnvloed.

Dit is niet alleen een kwestie van perceptie. Door de toegang tot kritieke diensten te beperken, hebben discriminatie en uitsluiting een negatieve invloed op de gezondheid, de voeding en het onderwijs van kinderen, waardoor de uitsluiting en armoede tussen de generaties toenemen. 

Discriminatie is ook stressvol en verraderlijk. Met name rassendiscriminatie is gecategoriseerd als een chronische bron van trauma met aanhoudende en langdurige gevolgen voor het welzijn en de geestelijke gezondheid van kinderen. De Covid-19-pandemie heeft verder diepe ongelijkheden en discriminatie in samenlevingen over de hele wereld aan het licht gebracht. De gevolgen van klimaatverandering en conflicten blijven toenemen, wat leidt tot nieuwe bedreigingen voor de rechten van kinderen, het leven van kinderen en de toekomst van kinderen.

Op Wereldkinderdag, zondag, roept UNICEF regeringen, internationale partners, de particuliere sector en gemeenschappen over de hele wereld op om overal ter wereld op te komen voor kinderen – en zich in te zetten voor een wereld zonder discriminatie, voor elk kind. Wij ondersteunen die oproep.

error: Kopiëren mag niet!