Democratie ondenkbaar zonder vrijheid en kwalitatieve journalistiek

Fotojournalisten met ballen noodzakelijk

Bij de herdenking van Internationale Dag tegen Straffeloosheid Misdaden tegen Journalisten, willen wij benadrukken dat democratie niet zal leiden tot welvaart als de vrijheid van de pers niet gegarandeerd zijn en de vrije pers niet in staat is van zijn vrijheid gebruik te maken. De democratie zal niet leiden tot welvaart indien de burgerij niet in staat is van zijn vrijheid van vrije meningsuiting gebruik te maken vanwege capaciteitsgebrek of niet in de gelegenheid is vanwege vrees voor rancune en represailles.

Suriname is op papier een moderne democratische rechtsstaat, maar de vrijheid van de pers staat onder, omdat het niet is wat het moet zijn. Relatief scoren we goed op ranglijsten, we kunnen radiostations en tv-stations ongelimiteerd exploiteren en er is bijna geen controle op wat er moet worden uitgezonden.

Maar er wordt wel gevolgd wat wordt geschreven. Er zijn wisselende periodes waar er veel vijandigheid is naar de vrije pers. Die wisselende periodes maken dat er zwaar zelfcensuur in Suriname wordt toegepast, door mediawerkers en ook door eindredacties. Dat heeft te maken met de algemene angst die er nog is. Tijdens de decembermoorden zijn in 1982 media-eigenaren en mediawerkers doodgeschoten.

Mediabedrijven zijn vernietigd. De staatsmedia werden gebruikt om burgers waaronder de vicepresident van de Fifa hier te dwingen allerlei  verklaringen te laten lezen, met de intimiderende aanwezigheid van militairen in de dichte nabijheid. Die beelden zijn huiveringwekkend, tot de dag van vandaag, zeker voor degenen die als kind of als kinderen deze beelden hebben gezien op hun zwart-wit tv’s. Met name kinderen kunnen doodsangst in de ogen van volwassenen lezen, ze worden dan bang zonder direct te vatten waarom ze bang zijn geworden. Dat gaan ze dan later ontdekken. Tot in de rechtszaal worden de moorden op de mediawerkers en mediaeigenaren gerechtvaardigd door de betrokken plegers. De bedrijven zijn nooit gecompenseerd. 

Er is nooit een Mediawet gekomen om de vrijheid van de media goed te waarborgen en hun bescherming wettelijk te verankeren. De Surinaamse samenleving draait op het patronagesysteem. De lonen zijn over het algemeen laag, ook onder de mediawerkers. Mediawerkers zijn voor voorzieningen als een stuk perceel of een volkswoning nog afhankelijk van de patronen, de heren en dames politici. Sommigen hopen op een andere gunst: een iets beter betaalde baan bij de overheid op de voorlichtingsafdeling of als beleidsadviseur public relations. Dat maakt dat de mediawerkers in Suriname in een afhankelijke positie zijn. Dat is de verklaring waarom ze beledigd worden, waarom instituten van de democratie geschoffeerd worden waar ze erbij staan en ze niets anders doen dan gniffelen en giechelen. Dat gebeurt bijvoorbeeld heel vaak rondom politici die kampioen zijn van het patronagesysteem zoals de vp. De media kunnen geen kritische houding aannemen tegen deze politicus die bundels geld graait uit een tas en daarmee letterlijk strooit, soms uit een helikopter. Het aanwezige publiek mag dan naar de grond duiken om ‘wan grijs’ of ‘wan bruin’ te bemachtigen. Dan pikken een deel van de Surinamers de het voer waarmee ze gevoerd worden net als de kippeneigenaren maiskorrels strooien voor hun kippen. 

Maar onze mediawerkers zijn bang dat hun kritische en doorgravende artikelen de mediabedrijven in gevaar gaan brengen. De omzet van de mediabedrijven is niet hoog, drukkosten zijn te vergelijken met anderen landen met een miljoenenbevolking maar de oplagen bijvoorbeeld zijn laag. Bedrijven draaien hun operations op advertenties: van bedrijven en van de overheid. Het komt wel eens voor dat bedrijven stoppen en zelfs de overheid stopt met betaalde advertenties en dat brengt dan de bedrijfsvoering en de broodwinning van mediawerkers in gevaar. 

Tenslotte moeten we stellen dat mediawerkerers in Suriname vrij regelmatig ook de technische vaardigheid missen om goed onderzoek te doen en goede artikelen en radio en tv-documentaires te maken. Maar allesoverheersend is de angst voor geweld, intimidatie en rancune. Want, hoe moet je anders verklaren dat er op social media wel een foto circuleert van een bejaarde politicus met een jong meisje betrapt in een slaapkamer, maar dat deze foto nooit op de frontcover van een krant mocht prijken? Er is een cultuur van straffeloosheid onder Surinaamse politici, regeerders, hoge ambtenaren en ook ondernemers. Die cultuur van onaantastbaarheid en straffeloosheid wordt in stand gehouden door de vrees en angst onder de mediawerkers. Recent hebben we weer gehad het geweld tegen een journalist terwijl de vp van het land toekeek en waartoe hij eigenlijk aanstuurde en een gedrag dat hij vanuit zijn verantwoordelijkheid niet bestrafte. Het geweld zou door zijn aanhangers zijn gerechtvaardigd. 

Over Suriname wordt in analyses nog steeds verklaard, dat de daders van een aantal moorden op mediawerkers en journalisten nog steeds niet zijn berecht en bestraft. De Surinaamse democratie wordt in analyses en rangschikkingen getypeerd als een ‘flawed democracy’: een onvolgroeide democratie.

De media moeten hun exponentiële rol in de ontwikkeling van ons land gaan herkennen, ook de fotojournalisten.

Paparazzi houden een democratie op scherp, Suriname kent deze kolom van de journalistiek niet. Dit onderdeel van de journalistiek bestaat niet in Suriname, terwijl hooggeschoolden soms werkloos zijn. Dit gemis is wel een schande.

error: Kopiëren mag niet!