3 oktober 2022 – In de landen van het eurogebied steeg de inflatie in september met 10 procent in vergelijking met vorig jaar – de hoogste sinds de invoering van de euro in 1999, gedreven door de energieprijzen die met 40,8 procent stegen.
De consumentenprijsindex (CPI) steeg in september met 10 procent ten opzichte van 9,1 procent in augustus. De prijsstijgingen overtroffen ook de VS gedurende twee opeenvolgende maanden. De Amerikaanse CPI komt pas over tien dagen uit.
Alle artikelen zijn gestegen, waarbij alcohol en tabak een stijging van 11,8 procent lieten zien, niet-industriële goederen met 5,6 procent en diensten met een stijging van 4,3 procent.
In september hadden 10 van de 19 eurozonelanden een inflatie met dubbele cijfers, waarbij Estland, Litouwen, Letland en Nederland respectievelijk 24,2, 22,5, 22,4 en 17,1 procent inflatie hadden.
Uit Eurostat-gegevens blijkt dat Nederland in september de hoogste energie-inflatie had, 113,8 procent, gevolgd door België en Griekenland met 67,2 en 53,3 procent.
De Duitse inflatie bereikte in september een nieuw 71-jarig hoogtepunt van 10,9 procent na het verstrijken van de overheidsmaatregelen om de gevolgen van de energiecrisis op te vangen.
Vorige week kondigde Duitsland aan dat het 200 miljard euro extra zou lenen om de gas- en elektriciteitsprijzen te begrenzen, terwijl de Britse premier Liz Truss energiesubsidies van 150 miljard pond (167,7 miljard euro) voorstelde.
De inflatie in Frankrijk vertraagde echter van 6,6 procent naar 6,2 procent – de laagste in het blok, dankzij grote subsidies op energierekeningen.
De EU-ministers van Energie hebben vrijdag (30 september) overeenstemming bereikt over maatregelen, waaronder een verplichte verlaging van het piekverbruik van elektriciteit met vijf procent, een meevallerheffing op fossiele brandstofbedrijven en een plafond van € 180/MWh op de prijs van elektriciteit die wordt opgewekt door elektriciteitsproducenten die geen gas zijn .
