Goedgelovigheid is de smeerolie in de dagelijkse omgang

De ene mens gelooft blindelings alles wat haar verteld wordt en de andere is niet zo gemakkelijk te overtuigen. Het sleutelwoord hier is vertrouwen. Zo zijn er mensen die alles geloven wat Belfort roept. Maar er zijn ook mensen die hetgeen hij roept veroordelen als opruiende laster.

Ditzelfde gedrag zien we bij de vaccinatie van covid. Er gaan vele geruchten rond in de wandelgangen en op sociale media. Mensen hebben niet alleen hun mening klaar over de vaccinatie maar ze proberen ook nog om anderen hun mening op te dringen. Als ze zelf een voorstander zijn van vaccineren proberen ze met allerlei positieve argumenten de ander over te halen om zich ook te laten vaccineren. Zij die een tegenstander zijn van vaccineren, verzinnen angstaanjagende scenario’s om mensen over te halen, zich niet te laten vaccineren. Ondanks de uitleg van de vele specialisten over deze materie, blijft deze groep zich hardnekkig vastklampen aan het negatieve. Ze willen niet horen, willen niet zien en willen niet weten. Dat de overheid op het volk inpraat om zich te laten vaccineren, is begrijpelijk daar zij verantwoordelijk is voor de gezondheid van het hele volk. Echter als mensen proberen elkaar over te halen om zich wel of niet te laten vaccineren, zit daar iets persoonlijks achter. De een gelooft in het middel en probeert met vaccinatie zichzelf te beschermen, maar gunt ook een ander die bescherming. De ander gelooft er niet in maar wil niet alleen staan met zijn angsten en onzekerheid en zoekt daarom steun bij anderen door het middel af te kraken. In bepaalde kerken demonstreert de pastor zijn macht door zijn leden op te leggen dat ze zich niet mogen laten vaccineren. De makke schaapjes in de kerkbanken gehoorzamen braaf.                                                                     

Bij de mens is het zaadje van twijfel en onzekerheid snel gezaaid. Vooral een bericht (juist of onjuist) dat steeds wordt herhaald, blijft sneller en hardnekkiger hangen in het brein van mensen. Een goed voorbeeld hiervan zijn terroristen. Die blijven het bij hun aanhangers erin stampen dat als ze zichzelf opofferen middels een zelfmoordbom, ze een goede daad hebben verricht en in de hemel komen.  

Waarom geloven mensen hetgeen ze wordt wijsgemaakt en hoe kan voorkomen worden dat onjuiste ideeën door mensen geaccepteerd worden? Politici liegen soms, media checken de feiten niet altijd en sociale media staat vol onjuistheden.                                                                     Mensen zijn goedgelovig, ze checken de feiten niet gauw en gebruiken de volgende mentale shortcuts om informatie te verwerken en te interpreteren:                                                                                                               – Voelt het goed?
Met andere woorden, komt de informatie overeen met wat ik al weet of geloof? Een Republikein zal bijvoorbeeld eerder een leugen over president Obama geloven.                  

Is het begrijpelijk?
Makkelijk te begrijpen zaken worden eerder geloofd. Als iets ingewikkeld is, wordt het eerder verworpen door het brein met ‘de onderbouwing’ dat het waarschijnlijk een leugen is.                                                                                                                      – Is de bron geloofwaardig?
Onjuiste informatie die door mensen met autoriteit wordt verstrekt, wordt eerder en langdurig geloofd. Bijvoorbeeld machthebbers, doctoren.                                                                                                      – Wie gelooft dit nog meer?
Mensen zijn kuddedieren. Als velen iets geloven, dan nemen ze dat over. Daarnaast hebben mensen een ingebouwd mechanisme dat ze doet geloven dat anderen het met hen eens zijn, ook al is dat niet zo. Bijvoorbeeld de parlementariër die steeds roept: ”Ik praat met veel mensen op straat en die zijn het met me eens,” gelooft echt dat vele mensen denken zoals hij en achter zijn uitspraken staan.                                                                               

Mensen vinden het veel gemakkelijker om zich de essentie van zaken te herinneren dan de exacte details. Mensen denken dus aan de kern van verkeerde informatie zonder daarbij de bron of context te betrekken. Als ze een compleet plaatje zouden hebben, zouden ze onjuiste informatie eerder verwerpen.                                                  

Hoe kan onjuiste informatie worden verwijderd uit het brein van een mens?                                                                                                                     – Het veranderen van de gedachten van mensen lukt niet door hen te vertellen dat ze het niet bij het juiste eind hebben. Om overtuigd te worden, moeten mensen een alternatieve verklaring krijgen waarin uitgelegd wordt waarom iets is gebeurd. Dus niet alleen moet uitgelegd worden waarom de informatie onjuist is, ook moet verklaard worden wat de motivatie voor het geven van onjuiste informatie was.                                 

– Deze alternatieve verklaring echter moet niet te gecompliceerd zijn. Hoe korter, hoe groter het effect. Als de verklaring te lang is, schakelt het brein uit.                                

– Blijf de (juiste) feiten herhalen. De kracht van herhaling is sterk. Door herhaling wordt in het hoofd weerstand opgebouwd tegen de onwaarheden.                                     

– Moedig mensen aan om  wat sceptischer te zijn. Nog een manier om de weerstand van mensen tegen feiten weg te nemen is het bevestigen van de identiteit. Probeer mensen – op indirecte wijze – te laten denken aan zaken die voor hen belangrijk zijn, zoals hun familie, vrienden en idealen.                                                                               -Het meest effectief is om de mensen te confronteren met keiharde bewijzen. Dit bewijs is onlangs nog geleverd. Toen er zoveel doden per dag vielen, was er bewijs en is men massaal gaan vaccineren.                                                                     

Tenslotte: Mensen geloven niet alleen in dingen die niet bewezen zijn, maar ook in fenomenen die principieel wetenschappelijk onbewijsbaar zijn: gangbare religieuze overtuigingen, paranormale zaken, horoscopen, communiceren met de doden, telepathie.  Die goedgelovigheid strekt zich uit over veel terreinen: media, wetenschap, gezondheidsclaims van (voedsel)fabrikanten, reclameboodschappen, menselijke verhoudingen. We trappen soms met open ogen in wat anderen ons vertellen en laten ons bedriegen door mensen die steeds beterschap beloven. We zien causale verbanden die er niet zijn. We vertrouwen argumenten die aansluiten bij onze eigen mening eerder dan argumenten die daar tegenin gaan. En ongefundeerde intuïtie heeft meer invloed op onze overtuigingen, dan feitelijke bewijzen. Kortom, goedgelovigheid is de smeerolie in de dagelijkse omgang. Tegelijk kan het ook een valkuil zijn.

It’s easier to fool people, than it is to convince them, they have been fooled.

Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!