LVV worstelt met grote rol

We hebben eerder aangegeven dat de minister van LVV gebleken is heel goed op de hoogte te zijn van de problemen van de sector. Maar over de oplossingen is de minister minder vocaal en een conclusie kan zijn dat hij daarin niet als zodanig is geïnteresseerd. Het kunnen benoemen van de problemen kan op 2 zaken duiden: ten eerste kan dat een teken zijn dat iemand deskundig is, ten tweede kan het erop wijzen dat iemand een sector of beleidsgebied kent. Maar geen van deze 2 is op zich genoeg om een succesvolle periode van een ministerie te garanderen. Succesvol zijn ministeries pas wanneer ze heldere, concrete en verifieerbare doelen formuleren, die dan weer opgehangen zijn aan grotere doelen als verhoging van het bbp, versterking van de Surinaamse natie en sociale vooruitgang van alle groepen in het bijzonder de kwetsbare. Maar het moet niet blijven bij het formuleren van de doelen, er moet een zeer sterke drang aanwezig zijn bij de minister, de directie en het wetenschappelijk en het middenkader om die doelen  1 voor 1 te halen.

Nu weten we dat deze regering verlegen zit om ruime middelen op de begroting, maar de lonen van het grote overheidsapparaat worden wel elke maand keurig op tijd betaald. De kunst is in deze dus om zodanig doelen te formuleren en de uitvoering te plannen dat er geen bombastische bedragen eraan te pas komen. Voor niet alles wat de regering moet realiseren is namelijk geld nodig, er zijn ook goede resultaten die zonder teveel middelen kunnen worden bereikt. De cyclus is dus problemen identificeren, problemen open en bloot benoemen, heldere behaalbare doelen formuleren en niet vergeten om de doelen ook te realiseren. Bij LVV heeft het lange tijd geschort aan het laatste. Er worden veel middelen uitgegeven, er worden gelden geleend, maar de LVV heeft niet veel aan gehaalde doelen te melden. Dienstverleners en trainers zijn blij, de kunnen wat verdienen, maar op de vloer leidt dat niet tot goede resultaten. De ministers van LVV zijn niet ‘productie georiënteerd’, het gevolg is dat de LVV het ministerie is dat het meest vervreemd is van zijn doelgroep: de landbouwers, de veetelers en de vissers. En eigenlijk diende LVV (naast Volksgezondheid) het ministerie te zijn dat het dichtst staat tot zijn doelgroep.     

De minister van LVV heeft recent beweerd dat goedkoper exporteren mogelijk is. Dat zeggen en niet deliveren zou een enorme zonde zijn. De minister beweert dat er eens een redelijke vraag was naar Surinaamse rijst in het buitenland. Inmiddels zouden ‘andere landen’ de markt hebben overgenomen, omdat Suriname de zaken heeft laten liggen. Dat is nieuws, de exportmarkten voor rijst voor Suriname zijn dus kleiner geworden. Dat is niet hoopgevend voor de rijstboeren, maar ook voor het land, omdat rijstproductie bij kan dragen aan het bbp. Maar waarom hebben we dit niet eerder gehoord? En wat hebben wij laten liggen? Vanaf wanneer hebben wij het laten liggen? Interessant zijn ook de oorzaken die de minister aanhaalt voor het onaantrekkelijk worden van de Surinaamse rijst. Hij noemt de invloed van de politiek, waarbij er verkeerde keuzes gemaakt zijn. Welke invloed van de politiek vragen wij ons af. En over welke keuzes heeft de minister het. Hij noemt ook de zwaar gepolitiseerde instituten die ervoor hebben gezorgd dat ook onze deskundigen wegtrekken. Over welke instituten heeft de minister het? Zal hij ervoor zorgen dat de ongezonde partijpolitieke invloed en de politisering van de instituten worden weggewerkt?  Dat heeft de minister verzuimd om ons te vertellen.

De minister had het ook over het afgezaagde onderwerp van groente-export. Hij vindt dat er veel te hoge transportkosten worden betaald. De exportprijs is 4 U$D per kilo voor luchttransport in Suriname en dat zou Suriname in een ongunstige concurrentiepositie zetten. Landen als Kenia, Thailand en Santo Domingo zitten op 1 U$D per kilo naar Nederland. In het bericht zien we ergens een passage die lijkt op een oplossing. De minister zegt te proberen met de Vereniging van Exporteurs ‘zaken gedaan te krijgen’ richting een lager vrachttarief. De minister zegt hoopvol gestemd te zijn dat de gesprekken met de nieuwe leiding van de SLM gunstig zullen uitvallen voor de sector. De minister praat in termen van tegemoet komen, dus dat de SLM via de Staat de exporteurs subsidieert.

Opmerkelijk is een andere interessante mededeling van de minister: Suriname exporteerde op weekbasis eerder 80 tot 100 ton cargo. Door de huidige covid-situatie is die export geslonken naar amper 15 ton per week. De minister zegt dat hij voorstellen gedaan heeft naar de exporteurs (let wel: niet naar de boeren), om de producten te bewerken, waardoor deze per zeetransport zouden kunnen worden verscheept. De vrachtkosten zouden dan slechts U$D 0.30 per kilo kosten. Opmerkelijk is dat de LVV-minister comfortabeler is om ‘zaken’ te regelen met exporteurs dan met boeren, waarschijnlijk behartigt hij daardoor indirect de belangen van de exporteurs eerder dan van de  boeren. 

error: Kopiëren mag niet!